Berichten

She shed


Beter laat dan nooit, is tegenwoordig mijn motto. Nou ja, vooral voor wat betreft mijn weblog, dan. Ik had het er afgelopen december al over (al is dat pas drie blogposts geleden) en eindelijk had ik tijd om een blogpost te maken over mijn nieuwe werkkamer. Het is een soort huisje van Snoopy geworden (alleen ligt er niemand op het dak te slapen, zo jammer weer) en het is mijn hoogsteigen happy place.

In het Engels schijnen ze dit soort aparte werkkamers ‘she sheds’ te noemen, als tegenhanger van de ‘man cave’. Ikzelf verkies de naam ‘beverhut’ boven ‘she shed’. Die naam heeft een hele lange voorgeschiedenis waar ik je niet mee zal vermoeien. Het is in ieder geval dolkomisch om je dochter te horen zeggen ‘…dat mamma in haar beverhut zit te werken’. Alleen daarom al houden we die naam erin.


De beverhut werd gebouwd met bijna alleen maar tweedehands materialen. De dakpannen, de ramen, het kozijn en de deur, het binnenwerk…ze kregen allemaal een tweede leven. De houten betimmering (Douglas hout) zal met de jaren vergrijzen, wat (hopelijk) mooi zal passen bij de witte baksteen van ons huis. Op de foto hieronder zie je links iets wat lijkt op brandhout: onze oude schutting. Hoe goed hij ook bij het hele jaren ’80 bruin-met-wit thema van de vorige bewoners paste, hebben we hem toch ook maar vervangen. (Ik zou overigens best wat respectvoller over het ding mogen spreken, hij bleef zelfs bij de laatste januaristorm overeind.)

De inrichting van de beverhut is ook voor een groot deel tweedehands. De lockerkast bijvoorbeeld, kocht ik hier. Als je denkt dat een loods ramvol oud kantoormeubilair saai is, dan moet je daar een keer naartoe. Alleen al om de herdershond die er rondloopt te aaien (we hadden direct een klik en zijn nu vrienden op Facebook). Het bureau stond al heel erg lang op mijn verlanglijstje. Ik kocht hem uiteindelijk voor een hele goede prijs op Marktplaats. Het is de Lloyd tafel van Functionals. Grappig genoeg (en tevens in de categorie Lekker Boeiend) was de verkoopster van de tafel tijdens de transactie, net als ik, hoogzwanger.

De houten kasten zijn de IVAR’s van IKEA. Ik vermoed dat ze gebouwd zijn naar het voorbeeld van die kast uit het eerste deel van de Narnia Kronieken, zoveel rotzooi kan erin. Ik wil er nog eens inkruipen, wie weet kom ik in een magisch winterlandschap terecht. De stellingkast is ook van IKEA, hij komt uit de Ypperlig collectie. Daar kan ook veel zooi in, maar bij gebrek aan een achterwand acht ik de kans klein dat hij een portaal naar een magisch parallel universum bevat.

De poster zag ik jaren geleden bij Anki. Hij is van Studio Boot. Ik had er nooit plek voor (het ding is gigantisch, al zou je dat zo niet zeggen), maar aangezien mijn werkkamer een puntdak heeft, past hij hier perfect en kon ik hem eindelijk bestellen. Het idee van het ophangsysteem van houten latjes komt ook van Anki’s blog. Je kan hier lezen hoe je ze maakt. Het kleed is van Ferm Living, de roze paraplubak waar nu posterrollen in staan vond ik bij de kringloop. Je kan er hier meer over lezen. De gele lamp is van Jieldé, die vond ik ook via Marktplaats, evenals de bureaustoel (deze man heeft een loods met o.a. tweedehands Vitra meubilair). De rest van de spiegeltjes en kraaltjes komen voornamelijk uit de kringloop.


En dan dat uitzicht door de dakramen op onze boom. Daar kan geen schilderij uit de kringloop tegenop.

Dichterbij een happy place kan ik niet komen, denk ik. Zeker niet nu er, terwijl ik dit hier zit te schrijven, een ontzettend lief, tevreden baby’tje naast me ligt te slapen in haar wandelwagen. Happy days.

Een beetje primair


Een tijdje geleden schreef ik voor het Algemeen Dagblad een artikel over de trends van 2018 (klik). Ik schreef daarin onder andere dat primaire kleuren in je interieur niet (meer) mogen, tenzij je een basisschool hebt of wil beginnen. Waarop een vriendin opmerkte: “Je staat op die foto’s in dat artikel naast een gele prullenbak. Is dat geen primaire kleur dan?”

“Die slag is u.” zeggen wij dan thuis. 


Gelukkig was dit geen belediging. Integendeel. Want toen later die primaire kleuren opnieuw ter sprake kwamen, zei ze: “Jij doet juist veel gave dingen met primaire kleuren, valt me op. Ik herken er zelfs je stijl aan.” Ik keek om me heen en nou ja, ze had natuurlijk gelijk. Ik woon niet in een basisschool. We lopen hier niet op een oranje vinyl vloer (vloeren die ook nog eens die onmiskenbare lucht uitwasemen die ik direct associeer met mijn basisschooltijd). Maar er zijn de laatste tijd wel heel veel primaire kleuren ons huis in geslopen.

Het is dus maar goed dat ik geen Li Edelkoort heet (al zijn haar voorspellingen soms zo vaag als de gemiddelde horoscoop: er komt allicht altijd wel íets van uit. Of is dat vloeken in de kerk?), want dan was ik nu stante pede van mijn voetstukje getrokken door een woedende meute krantlezers slash interieurfanaten.


Het zijn trouwens niet alleen primaire kleuren waar ik naar terugkeer, het zijn vooral ook vaak gesatureerde kleuren. Blijkbaar ben ik toe aan meer contrast in mijn leven. Ik zou er mijn horoscoop eens op moeten naslaan.

About the fact that I’m turning more and more to saturated colours instead of pastels for my interior.

Once again, it’s going to be legenmerry!


Ik heb het gehaald, de eindstreep die zwangerschapsverlof heet. Ik heb zelfs nog, tussen het halen van wat voelde als een miljoen deadlines (dankzij een verweekte hersenpan, de helft minder energie én zuurstof dan normaal – laat ik wel wezen) nog wat kerstversiering in huis weten aan te brengen. Champagne problems, ik weet het. Maar de laatste maanden waren desalniettemin teringdruk, zeker als je voornoemde perks of being pregnant in het grote geheel meeneemt. 


Maar, de kerstversiering dus. Ik vond bij de kringloop in Antwerpen prachtige gekleurde kerstballen, die ik in de kamerden hing die het hele jaar door als kamerplant fungeert en met kerst als kerstboom. Ik vind het hele ritueel van het halen van een kerstboom ontzettend leuk, maar voel me ieder jaar weer bijzonder schuldig over het feit dat we die bloedig opgekweekte kerstboom na een maand keihard bij het grof vuil zetten. Dit is – wat mij betreft althans – een geweldig alternatief. Verder kon ik eindelijk mijn Meri Meri advent stadje in het feitelijk speciaal daarvoor aangeschafte antieke wandrek zetten. De kleine marquee letters bovenop het wandrek zijn van HEMA.


Voor de rest is de versiering zoals altijd een samenraapsel van vintage, nieuw en een beetje vreemd. Ik doel hierbij, om maar eens een voorbeeld te noemen, op het kalkoenbloempotje (ik heb er even geen ander woord voor) in de hal dat ik bij de kringloop vond. Een vondst waar een Zeer Geliefd Familielid over zei: “Wie koopt zoiets?!”. Ik kan blijkbaar zelfs mijn bloedeigen familie, toch de mensen die inmiddels wel wat van mij gewend zijn, nog choqueren met mijn kringloopvondsten.

Verder word ik heel erg gelukkig van de roodkoperen kerstster die ik bij de kringloop vond en die zo prachtig bij het roze dressoir past. De kerstkaart ernaast is trouwens ontworpen door Ruth Hengeveld, je kan hem hier kopen.




Wil je andere kerstinspiratie zien? Voor zover het chaotische archief van dit blog dat mogelijk maakt, zette ik een paar van mijn favoriete kerstblogposts op een rijtje. Onder andere die ene Addams Family-geïnspireerde die ik samen met Anne maakte, alweer twee jaar geleden. Je kan via het zoekmenu ook zelf op ‘kerst’ zoeken, maar wees gewaarschuwd: je komt dan in een brei terecht die vergelijkbaar is met mijn bovenkamer…ook als ze niet onder invloed van zwangerschapshormonen staan. Je bent gewaarschuwd! ;-)

Hele fijne feestdagen gewenst, lieve allemaal!

Kerst 2016
Addams Family – kerstinspiratie voor niet-traditionele types
Een vintage houten kerstster in een nieuwe jas
Papieren 3D sterren

Curiouser and curiouser!


Curiosa ~ zelfst.naamw.
Uitspraak: [kyri’joza]
Wonderlijke voorwerpen die iemand de moeite waard vindt om te bewaren.

Ik ben er gek op. Op het woord ‘wonderlijk’, maar ook op wonderlijke voorwerpen. En op de wonderlijke ontmoetingen die ik regelmatig heb tijdens het zoeken naar wonderlijke voorwerpen.

Over dat laatste zou ik een boek kunnen schrijven. Over Marktplaatsontmoetingen (de man die ons een commode verkocht en ons een uitrijkaart van de parkeergarage van zijn werk gaf zodat we gratis in de stad konden parkeren. Ik was zwanger en zijn dochter had net een tweeling gehad. Ik stel me zo voor dat roze wolken ver te zoeken zijn als je net een tweeling hebt gekregen, maar opa zat er zéker op) en kringloopgesprekken (zoals die keer dat ik Jet bij de kassa optilde en de dame achter de kassa zei: “Wat haal jij daar nu voor een leukerd tevoorschijn?”). Én over de gesprekken die ik (vrijwillig en onvrijwillig) opving in de kringloop.

Zo weet ik dat er mensen zijn die het concept ‘cholesterol’ een verzinsel van de overheid vinden. En dat er iemand achter de kassa van een kringloop werkt die vloeiend Zweeds spreekt (daar kom ik zo op terug). En dat vooral de bezoekers van de kringloop een soort perfecte mini-samenleving vormen. Oud en jong, al dan niet met een lekker kleurtje (zoals mijn schoonzus altijd zo prachtig zegt), rijk(er) en arm(er), ietsisten, gelovigen of ongelovigen…ze vormen een hoopvolle mengelmoes tussen al die oude rotzooi. Het bewijst maar weer eens hoe goed schatgraven voor een mens is.

Of misschien maak ik dat ervan hoor, ik drijf immers zelf op een roze wolk als ik in de kringloop ben.


Ik hoef dus niet eens per se met zooi thuis te komen, een goede anekdote is ook goed. Zo bezocht ik een kringloop waar ik het wonderlijke glazen vogeltje vond. Bij het afrekenen dacht ik gepast te kunnen betalen, maar bleek 50 cent tekort te komen. Waarna zich het volgende gesprek ontvouwde:

Verkoper: “Nee, het is 1 euro, geen 50 cent.”
Ik: “Oh, duh. Ik let niet op. Ik heb nog wél Zweedse Kronen in mijn portefeuille, accepteer je die toevallig?” *knipoog*
Verkoper: “Ach, Zweden. Mooi land is dat.”
Ik: “Ja, ik ben er gek op. Het is er zo prachtig. Ik ga er graag heen.”
Verkoper: “(…)”
Ik: “Jaaaa…?” *schaapachtige lach..*
Verkoper: “…maar je spreekt dus geen Zweeds.”

Deze verkoper sprak gewoon Zweeds. En ging er blijkbaar vanuit dat iedere gemiddelde toerist met een liefde voor Zweden dit ook doet. Zijn verraste blik ook, dat ik geen jota bleek te begrijpen van wat hij zei. Of zou het een hele onlogische versierpoging zijn geweest, dat kan natuurlijk ook. Zag hij ons al naar een goudomrande Zweedse horizon huppelen. Het zal wel niet, want ik spreek geen Zweeds.

Maar het was hoe dan ook hilarisch. Verwarrend, maar hilarisch.

Meuk is dus geluk. In de vorm van een zeegezicht, in een glazen puddingvorm met anker of een vreemde vogel. Al dan niet één die in de kringloop werkt en vloeiend Zweeds spreekt.

Curious ~ adjective
[kyoo r-ee-uh s]
Inexplicable or highly unusual, odd, strange.

Marktplaats (our Dutch Craigslist) and thriftshops are not just a great source for curious objects, they are also the place where I had the most curious encounters and conversations in my life. Better yet: a good story to come home with is as rewarding as a great second hand find. I could write a book about my Marktplaats transactions (about the man who sold us an old dresser when I was pregnant with Jet. He allowed us to park free on his compagny’s car park so we didn’t have to walk long for lunch afterwards. His daughter just had twins and allthough I don’t think one is on cloud 9 when she just had twins, the granddad certainly was) and thriftshop encounters (the Dutch salesclerk that appeared to speak fluently Swedish or the conversation I overheard two people claiming that cholesterol is a government conspiracy).

Junk is happiness and an endless source of inspiration to me. Whether it comes in the shape of an old painting, a glass pudding mould, a weird glass bird or all of a sudden being spoken to in Swedish and having no clue what someone’s telling you. Or having to rethink the whole concept of cholesterol, for that matter. ;-D