Berichten

M’n liefje, m’n rotan duifje

Rotan - Oh Marie!
Er is in Utrecht een lampenwinkel waar heel vaak een kat tussen de lampen in de etalage ligt te slapen. Een positieve double whammy, want het dier wordt van onderen verwarmd door de centrale verwarming en van boven door de lampen. Wat is dat toch met katten? Molly wil ’s zomers niet in de volle zon liggen, maar wel op zolder, waar het dan ongeveer 300 graden is. Momenteel ligt ze weer dagenlang boven de verwarming te frituren. Niet zo gek dat je dan de hele dag ligt te tukken, ik zou ook super lethargisch worden van die hitte.

Maar goed, die winkel trekt dus altijd mijn aandacht door die kat. Volgens mij is zo’n kat zelfs een super goed uithangbord voor je winkel, tenminste…als je doelgroep uit een hoog percentage kattenliefhebbers bestaat. Niet dat ik er ooit wat gekocht heb…of nou ja, inmiddels wel, maar wel via een hele lange omweg. 

Rotan - Oh Marie!
Bij de kringloop hing al een tijdje de lamp op deze foto’s. Ik vond hem leuk en ik bleef aan hem denken (dit klinkt als een hele slechte Tinder-anekdote) dus besloot ik hem, toen hij er na een aantal bezoekjes nog steeds hing, mee te nemen (een slechte en creepy anekdote, zelfs).

Op de een of andere manier vind ik kringloopspullen nog aantrekkelijker als ze sporen van hun afkomst dragen. Bij de kassa zag ik dat er een sticker in het plafondkapje zat met daarop ‘De Duif, Utrecht’. Die naam deed ergens ver achterin mijn hoofd een belletje rinkelen. Na lang graven (want sinds mijn zwangerschap zitten herinneringen goed opgeborgen, wat vast iets te maken heeft met de evolutie die niet wil dat ik mijn kind vergeet, dus houdt mijn nageslacht voor de zekerheid permanent zo’n 60% van mijn hersencapaciteit gegijzeld) realiseerde ik me dat De Duif die winkel is met die kat. Ik mag dan berucht zijn om het vermelden van niet ter zake doende zijwegen, die plot zag je natuurlijk wel aankomen na alinea 1.

Rotan - Oh Marie!
Mijn Duif lamp heeft een hoog jaren ’70-rotan-studentenkamer-gehalte en in feite pleeg ik enorme stijlbreuk door het ding mijn interieur binnen te slepen. Maar hij heeft zoiets gezelligs, iets Scandinavisch-achtigs. Dat Scandinavische- jaren ’70-rotan-gevoel is bij uitstek een gevoel dat bij de winter past, vind ik ook. Van de combinatie stickertjes, katten en een gebrek aan zonlicht gaat een mens blijkbaar gekke dingen doen. Dat belooft wat voor de komende maanden. Je bent alvast gewaarschuwd.

In Utrecht there’s this lighting shop with a cat often sleeping in its window. She sleeps among the lights, on top of a heater, which always makes me wonder what it is with cats and super hot sleeping spots. (our cat Molly for example, hates immediate sunlight on her body, but does like to sleep in the attic during Summer when it’s about 400 degrees there.) Anyway, I never bought anything there, until last week when I thrifted this wicker lamp in my home town that, as it turns out, comes from that shop in Utrecht. At least, that’s what the super vintage sticker that’s on it says. It’s not an item you’d typically find in my interior, but it has this cozy Scandinavian 70s dorm room-y feeling. Or, in my words: this super cozy winter-y feeling. One can make strange moves when she hasn’t seen the sun for weeks, so I’m curious what the rest of this dark season will make me bring home. 

Giddy up!

Giddy up, Rainbow! - Oh Marie!

Bij de manege waar ik jaren geleden reed, stonden de paarden op eenzame hoogte. Niet dat ik me had ingeschreven bij een manege op Mount Everest, maar laat ik het zo zeggen: als je advocaat je belang net zo goed verdedigde als die manegehoudster dat van haar paarden, dan zat je qua vrijspraak gebeiteld. En sinds paarden niet kunnen zeggen wat ze willen of nodig hebben (al zijn ze bijzonder goed in het uitzenden van bepaalde signalen), was ik het helemaal eens met die diervriendelijke verdeling. 

Giddy up, Rainbow! - Oh Marie!

Ze keken bij de manege om die reden goed of een ruiter bij een paard paste. Omdat ik niet bepaald een Amazone was, reed ik meestal op Buffalo. Buffalo was een Tinker, een fors gebouwd paard (bigboned, not fat) met grote sokken, een roze neus, lange manen en zwarte en witte vlekken. (Een soort Hidalgo, mocht je de film gezien hebben.) Buffalo was een grote lieverd en ook een grote dondersteen. Hij voelde, zodra ik op zijn rug zat, of ik een redelijke of slechte dag had (daartussen fluctueerde mijn vaardigheden) en soms stond ik minutenlang te proberen hem aan het lopen te krijgen, terwijl de rest van mijn klasje al lang aan het warmlopen was. Áls hij dan ging lopen, was dat omdat hij daar zin in had, niet omdat ik hem zo goed aanspoorde. Een soort walk of shame, inderdaad. Voor mij. Ik ging er nog meer door van hem houden. Ik herkende iets van mezelf in Buffalo, denk ik.

Giddy up, Rainbow! - Oh Marie!
Na het poetsen of afzadelen stond ik vaak nog zijn lieve roze neusje te aaien, of hem achter zijn oren te kriebelen. Hij vond het allemaal prima. Buffalo was dan wel niet mijn eigen paard en mijn liefde voor hem was zeker niet exclusief, maar op die momenten voelde hij toch een beetje als mijn hoogsteigen verzorgpaard. Dus zo werd ik, toen het al lang niet cool meer was om dat te ambiëren, toch nog een soort Penny-meisje.

Het is een lange aanloop, maar mijn herinnering aan Buffalo deed me dit handgemaakte houten paardje van de kringloop meenemen. Op zijn rug staat ‘H. 27-11-’68’. Of het nu een eindexamenwerkstuk is geweest, of een eerbetoon aan iemand’s verzorgpony, maakt natuurlijk niet uit. Hij herinnert mij aan die tijd waarin ik nooit een Amazone werd, maar wel vriendschap voor het leven sloot met paarden. Al dan niet van de kringloop.

How this thrifted horse reminds me of my horse riding days and of my favourite riding school horse called Buffalo.

Salonfähig

Lelijke lamp - Oh Marie!
Nee, ik ben niet gek geworden. Niet gekker dan ik al ben. Maar schrok jij ook zo van deze lamp? Ja hè? Hij is lélijk hè? Weet je waarom ik op hem viel? Om dat geschulpte randje aan zijn dekseltje. Ik ben gek op zulke randjes. Vandaar dat onze hal er ook uitziet als een ijscokraam. Waar je dan weer geen ijs kopen kan. (Als ik een echte ijscokraam in mijn hal had staan, ging ik écht niet voor die ijsjes betalen trouwens. Dan werd het zo’n sundae automaat waar ik ieder uur ijs ging tappen. Maar dat terzijde.)

Lelijke lamp - Oh Marie!

Die golfjes deden me stoppen bij deze lelijke lamp. En het feit dat de lamp deels van koper is. Het glimt zo mooi warm. En het past zo mooi bij roze, ook. Ik realiseerde me dat deze wanstaltige lamp, die in zijn huidige vorm niet zou misstaan in de kerkers van Zwadderich, gemakkelijk omgetoverd kon worden tot iets mooiers. (Of, minder lelijks – want over smaak valt te twisten.)

Lelijke lamp - Oh Marie!
Ik verwijderde de ketting, het metalen lint en het glas. Het snoer verving ik door koperkleurig strijkijzersnoer. Verder poetste ik het koper met HG koper glans polish. (Dikke tip als je iets van koper hebt en je rustig wordt van het poetsen van spullen: koper gaat geweldig glimmen van dat spulletje. Als je je afvraagt hoe ik aan al die kopergerelateerde spullen kom, we hebben op de nieuwe werkkamer van mijn Lief de koperen Lloop van Vij5 hangen die, toen we hem kochten, meerdere malen te grazen was genomen door een schoonmaker met een vieze zeem.)

Lelijke lamp - Oh Marie!
Zonder al dat beslag blijft er een prachtige, lieve lamp over. Nu nog een mooi plekje voor hem zoeken. Of natuurlijk toch gewoon die ijssalon beginnen.

I deconstructed this super ugly thrifted lamp that, in its old shape, wouldn’t go amiss in the dungeons of Slytherin. I really like the scalloped edges of the hood, the reason why I bought it in the first place. I removed the glass and the steel chains, polished the copper hood and replaced the plain cord with copper coloured cord. Don’t you just love how it turned out?

Bewaren

Too much love can kill you

Druk - Oh Marie!
Net als de rest van Nederland (of in ieder geval een significant deel daarvan), ben ik druk. Niet Hillary Clinton druk (aan die andere Pipo ga ik geen woorden vuilmaken) en misschien is mijn gevoel van druk wel heel anders dan dat van een ander (dat weet ik wel zeker), maar goed, wel druk dus. Soms bijna verlammend druk. Het soort druk waar je een beetje obsessief van wordt. Van het soort waarvan je je werk terug gaat zitten kijken en gaat denken: “Jemig de pemig, wat een broddelwerk.” Alsof je niks beters te doen hebt, ook. Maar ja, dat is dan weer een bliksemafleider voor die to do lijst die naar je ligt te roepen.

Trouwens, door die gemoedstoestand ga je natuurlijk sowieso nooit denken: “Hé, dat heb je echt best goed gedaan, goed zo!”. Nee, want als je je zó voelt, dan ga je lekker naar buiten, iets leuks doen. Dan ga je niet als een soort Grinch je eigen werk af zitten kraken. Ach, anders zouden je collega’s het misschien doen en die heb ik niet. Somebody’s got to do the dirty job.

Druk - Oh Marie!
Het komt allemaal wel weer goed, soms heb je van die weken. Ik ben namelijk wél druk met allemaal leuke dingen. En ik ben dus niet druk te midden van (daar heb je ze weer) vervelende collega’s. De enige vervelende collega die ik heb weegt 3 kilo, heet Molly, is vrij opdringerig en verhaart als een malle. Wil op schoot liggen en op mijn muisarm in slaap vallen. Moet je je voorstellen dat je directeur dat wil doen. Levert wel een goed verhaal op, maar erg prettig lijkt het me niet. Weet je hoe snel je arm gaat slapen onder dat gewicht?

Druk - Oh Marie!
Ik kan dus twee dingen doen: óf ik hou op met zeuren over mijn champagne problems, sluit mijn digitale archief af en ga wat nuttigs doen met mijn tijd. Óf ik schmink mezelf groen en doe auditie voor ‘Dr. Seuss’ How the Grinch Stole Christmas!’ De Musical (patent pending). Wat zou betekenen dat ik het nóg drukker ga krijgen. Gesteld dat ik de rol kreeg natuurlijk. Als Hillary Clinton net zo met stress omgaat als ik, dan denk ik dat ik alsnog weinig kans maak. Toch die to do lijst er maar eens bij pakken dus.

Me plus long to do lists make me behave like some kind of Grinch. Nothing I do or ever did is good anymore, which is kind of frustrating. I do feel I need to stop nagging about it, my to do list might be long, but it’s filled with nothing but fun projects. So I’m gonna drag my naggy bum (is that even English?!) from the couch and will conquer my to do list. If it’s the last thing I’ll ever do. 

Een tol, Smurfen en de psyche van de verzamelaar

Vintage tol - Oh Marie!
Hij lag – net zoals deze afgedankte verzameling –  tussen een heleboel andere tollen bij de kringloop. De tol was oorspronkelijk geel, blauw, rood en groen (inderdaad, basisschoolkleuren), dus verfde ik hem in mijn lievelingskleuren. Erg tollen wil hij niet trouwens. Zijn stokje is hoekig, waardoor je hem geen lekkere zwieper kan geven.

Hoe zou dat in zijn werk gaan, zo’n verzameling? Want wanneer ga je iets actief verzamelen? En hoe kom je dan bij het verzamelen van zoiets als tollen? Zou het moment waarop je een verzameling begint samenvallen met een sleutelmoment in je leven? Zoals je als volwassene nog steeds bang kunt zijn voor honden, omdat je in je jeugd een keer achterna bent gezeten door een hond? Ik kan me namelijk niet voorstellen dat je per ongeluk op je verjaardag zomaar ineens toevallig van twee verschillende mensen een tol cadeau krijgt en dat je dan denkt: “ach, dan ga ik ze maar verzamelen.” Die tollen moet toch een symbool zijn voor iets. Of…nou ja, misschien zoek ik er gewoon teveel achter.

Ik moest door die tollenverzameling weer denken aan de Smurfenverzamelaars uit dit filmpje. (Even doorspoelen naar 2.16 minuten.) Je kan zeggen van verzamelaars wat je wil, maar mensen die zich zelfs Smurfenleed aantrekken, zullen er vast alles aan doen om wereldvrede te bewaren. Van zulke hartstochtelijke verzamelaars kan de wereld alleen maar beter van worden.

This spinning top comes from a larger collection that someone brought to my local thriftshop. I only took this one home, because I liked its shape. I painted it (it was yellow, blue, green and red – not exactly my favourite combination of colours) and while doing that I contemplated the psyche of its previous owner: why would one start a collection of spinning tops? Why spinning tops? Why not just ceramic dogs or frogs or rocks? It’s one of the many aspects I like about thrifting: the story behind every treasure. Or better yet: the story I make up for them.

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren