Berichten

Lekke doos


In een vorig leven werkte ik bij een ontwikkelingsbedrijf waar het thema isoleren al een belangrijk onderwerp was. In relatie tot isoleren viel tijdens vergaderingen vaak de term ‘lekke doos’. Ik moest daar best wel om giechelen (de vergaderingen waren lang en mijn aandachtsspanne vrij kort, dus meligheid lag altijd op de loer) maar wat ze met een lekke doos bedoelden was: je kan een huis pas duurzaam verwarmen als het goed ingepakt (geïsoleerd) is. Zoals een cadeautje, zo je wil. (Het is immers december.) Met andere woorden: je kan warmte in een lekke doos pompen wat je wil, maar met de snelheid waarmee de warmte je huis verlaat, stijgt het bedrag op je energierekening.


Ons huis was wat je noemt een lekke doos. Omdat we helemaal van het gas af wilden en het huis met een warmtepomp via lagetemperatuursvloerverwarming wilden gaan verwarmen, moest het dus hardcore ingepakt worden: door het glas te vervangen met triple glas (glas is het grootste warmtelek van een huis – vandaar dat nieuwbouwhuizen steeds kleinere ramen hebben) en door alle buitenmuren en de vloeren te isoleren. Dat laatste was niet zo’n probleem, een vloer isoleer je vrij gemakkelijk via de kruipruimte of door isolatieplaten op de vloer te leggen, maar de buitenmuren waren in het geval van ons huis wél een probleem omdat de bakstenen van het huis geglazuurd zijn. (Dat is dus echt heel vet. Niet praktisch, maar wel vet. Vorm boven functie, mensen.) Stenen met een laagje glas aan één kant kunnen aan die kant niet “ademen” (ofwel vocht doorlaten). Het huis isoleren via de spouw (de ruimte tussen binnen- en buitenmuur) is in zo’n geval onmogelijk omdat onze bakstenen ademen via de kant die je via spouwisolatie zou inpakken: de achterkant. (Ik hoop dat je me nog volgt, het is echt het meest sexy onderwerp ooit, maar niet heus. Belangrijk, niet sexy. Anyway.)


Dus besloten we het inpakpapier dan maar binnen aan te brengen. Dat is mijn infantiele manier om te zeggen dat we vacuüm verpakte isolatiepanelen tegen de binnenmuren die een koudebrug met de buitenmuren vormden hebben gelijmd (daarmee bedoel ik eigenlijk gewoon alle muren behalve de muren tussen kamers in). Die panelen werden afgewerkt met gipsplaten, die op hun beurt weer werden behangen met renovlies. In de praktijk was dit een monsterklus waar enorme bouwstempels aan te pas kwamen, honderd miljoen miljard liter lijm, afgrijselijk veel stof en twee blijmoedige timmermannen die een prijs verdienen voor het geweldige werk dat ze afleverden. De grap is ook hier: je ziet er niks meer van. Behalve misschien dan op onze energierekening (die tijdens de wintermaanden rond de 900 euro per maand schommelde in het pré-lekke doos tijdperk).


Er kleeft één nadeel aan het op deze manier isoleren van je huis. Zodra je in die panelen boort, hef je hun isolerende werking op. En al hou ik van strakke wanden en ga ik gebukt onder zoiets als boorvrees (ons vorige huis was gebouwd met kalkzandsteen waardoor een boorgat altijd direct in een toegang tot een ander universum veranderde), met een twee meter dikke rij schilderijen in de opslag is het leuk als je daar toch íets van kunt ophangen.

Helemaal aan het begin van onze verbouwing werd ik echter al benaderd door Artiteq met de vraag of ik hun flexibele ophangsystemen wilde toepassen in ons huis. Dat leek me – met het toekomstige boorverbod in het achterhoofd – een geweldig waardevolle samenwerking. We gebruikten uiteindelijk een ophangsysteem dat aan het plafond bevestigd wordt. Het eindresultaat is amper zichtbaar, wat in het geval van dit product helemaal de bedoeling is. Je kan aan de rail verschillende flexibele ophangdraden bevestigen, waaraan je zware of lichte lijsten kunt hangen, maar ook – en daar ben ik misschien nog wel blijer mee – een ophangkoord met kleine magneetjes waar ik de mooiste tekeningen van Jet aan kan hangen. (Zoals je hieronder overigens kunt zien is Cars gefriendzoned en hebben Frozen en glitters hun intrede in ons huishouden gedaan.) Het mooie is: het systeem is flexibel, dus als je een lijst wil vervangen voor een andere met een andere maat, hoef je niet opnieuw een gat te boren.

Zo werd ons huis een cadeau dat we ingepakt laten. Het is dat Rietveld niet van franje hield, anders bond ik er een strik om, zo blij zijn we ermee.


De speelblokjeskrans boven mijn bureau maakte ik zelf, je kan de zelfmaker hier vinden. De kleur geel op de muur in de werkkamer is van Flexa: G1.57.79. De vintage glasvezel Verner Panton S-chair op de foto’s is een kringloopgelukje van 20 euro waarvan ik zelf nog steeds amper kan geloven dat die een paar weken geleden op mijn pad kwam tijdens een kringlooptripje met Marij.

Zoete verleiding

Werkkamer Oh Marie! ism Flexa
De muur op onze computerkamer was me eigenlijk al een doorn in het oog koud nadat we er dit behang tegenaan hadden geplakt (*klik*). Of…nou…dát is misschien wat overdreven. Maar met de tijd begon het me wel te irriteren. Het behang van Priem uit Gent was super vintage, maar ook super druk. In your face. Daar is verandering in gekomen. Ik zal vertellen waarom.

Werkkamer Oh Marie! ism Flexa
Werkkamer Oh Marie! ism Flexa
In bijna ieder interview over ons huis komt de muur in mijn werkkamer wel aan bod. Dat we na onze verbouwing geen zin meer hadden om de behangresten van die muur af te krabben (we hadden toen al zo’n miljoen vierkante kilometer aan behang afgekrabd). Dat we vervolgens over die behangresten heen hebben geprobeerd te behangen, maar dat de behangresten door het nieuwe behang heen schenen. (Laat je het ook eens een keer waaien, krijg je alsnog de deksel op je neus.) Dat we de muur toen maar donkergroen hebben geverfd, waardoor de kamer een soort grot werd. Dat we dat behang eraf hebben gehaald, alsnog de behangresten hebben verwijderd, hem wit hebben geverfd en daar weer overheen hebben behangen… Echt, een gemiddelde aflevering van Goede Tijden, Slechte Tijden is niks vergeleken bij alle besognes die we met die muur gehad hebben. Sterker nog, deze hele alinea kan je, net als een aflevering van GTST, in zijn geheel overslaan. Het valt allemaal in de categorie champagne problems, maar het hield mijn gemoed bij tijd en wijle toch bezig.

Diep in mijn hart wist ik vrij snel al vrij zeker dat dat vintage behang het ook niet was. Maar het uitspreken van die twijfel had waarschijnlijk betekend dat ik mijn eigen woondoos onder de brug kon gaan behangen: mijn Lief was wel klaar met mijn interieurplannen én met die muur. (En laten we eerlijk zijn, hij had er ook het meeste werk aan, dus hij had er het volste recht toe). Het heeft er dus wel een jaar of drie op gezeten.

Werkkamer Oh Marie! ism Flexa
Het klusseizoen in ons huis werd sinds tijden weer geopend toen mijn Lief een kamer op zolder wilde maken. En daar we toch bezig waren met het plaatsen van muren en knieschotten, het uitzoeken van bureaus en het witten van deuren en kozijnen, konden we best die muur in het proces meenemen. Zeker toen we van Flexa het aanbod kregen om hun nieuwe testers – heel verrassend – te testen en een muur te verven in een kleur uit hun Creations collectie.

Werkkamer Oh Marie! ism Flexa
Werkkamer Oh Marie! ism Flexa
Ik besloot deze keer eens grondig te werk te gaan. Ik koos drie kleuren (Sweet Desire, Early Dew en Stylish Pink), verfde (zoals dat altijd wordt geadviseerd en wat ik nooit doe – vandaar al die schade en schande) drie vlakken op de muur en keek hoe de kleuren uitpakten. (Dikke tip voor als je dit ook wil doen: ik testte de kleuren eerst op wit papier, maar op die ondergrond pakte de kleuren alsnog heel anders uit dan op de muur. Zo leek Stylish Pink (de kleur roze rechts) veel geler op papier dan hij daadwerkelijk is. Direct op de muur aanbrengen vond ik het meest betrouwbare resultaat geven.) Ik koos er uiteindelijk voor de muur te verven in de kleur Sweet Desire.

Onnodig te noemen dat we vóór het testen het behang al hadden verwijderd, in 100.000 stukjes. Yay voor vintage krantenpapierbehang!

Werkkamer Oh Marie! ism Flexa
Werkkamer Oh Marie! ism Flexa
Je ziet op de foto hieronder niet alleen hoe die nieuwe testers van Flexa eruit zien, je ziet ook meteen wie er in ons huis de verfvaardigheden heeft van een 4-jarige en wie van een 30-jarige (de linker tester werd gehanteerd door mijn Lief, de rechter door mij. Nee, niet onze dochter van 1,5, ik zei de gek. Sweet Desire doet het ook heel goed op je kleren – gelukkig kun je het uitwassen).

Werkkamer Oh Marie! ism Flexa
Ik wil hier geen schuttingtaal gebruiken, maar damn, wat is die muur mooi geworden. Ik geloof dat mijn zoektocht ten einde is. Voor nu, althans. Niets zo veranderlijk als een (interieur)blogger. Daarbij heb ik al mijn credits voorlopig wel weer opgebruikt bij mijn Lief, dus hou ik me gedeisd voordat ik écht in een woondoos beland. Die ik wel, áls het zo ver zou komen, in Sweet Desire zal verven trouwens.

Werkkamer Oh Marie! ism Flexa
Kasten – Ivar, Ikea / Okergele stoel – Eames EA 107 voor Vitra via Marktplaats / Zwarte kast en keukenhangkast – kringloop / bureau – Marktplaats / Flowerpot lamp – Verner Panton / perspex rek – tweedehands / accessoires – kringloop

This is where the magic happens

This is where the magic happens - Planet Fur
De programma’s van MTV blijken een eindeloze bron van blogtitels te bevatten, zoveel is wel duidelijk. Zenden ze Cribs eigenlijk nog uit, daar? Want ik ben niet meer zo hip dat ik nog naar die zender kijk (voor mijn gevoel hebben ze alleen nog maar programma’s waarin irritante figuren in één huis moeten leven en de godganse dag ruzie met elkaar maken..maar dat kan ik mis hebben). Maar MTV Cribs dus. Dat programma waarin bekende Amerikanen (of sellebrieties, haha) MTV rondleiden in hun kast-van-een-huis. Die huizen met koelkasten van het formaat studentenkamer en met keukens die zó aangeveegd zijn dat je één ding rustig kan concluderen: dat ze nog nooit een ingrediënt van dichtbij gezien hebben. Sowieso zagen die huizen er altijd uit alsof er niet in gewoond werd. En waarom stonden die koelkasten altijd vol met liters vruchtensap? Zoveel vragen!

Ook in Cribs zat in het einde mijn favoriete scène. Die waarin de slaapkamer werd geshowd. En waarbij de gastheer of -vrouw bij het openen van de slaapkamerdeur, met schalkse (schalks? Echt? Mijn vocabulaire stamt echt uit 1950) blik zei: “This is where the magic happens”.

Nou, dit is dus waar onze magic happens. In ons geval is magic een klein meisje dat op bed met een knuffelflamingo ligt te spelen terwijl ik foto’s maak. Waar ik boeken lees. Waar we een heleboel meuk onder ons bed bewaren (een hoog bed: moet je doen. Weet je hoeveel rotzooi je eronder kwijt kan?). Waar stapels notitieboekjes de tafel naast mijn bed bevolken. Waar het kleurenpalet zo rustig mogelijk is, omdat mijn brein anders zijn kop niet wil houden ’s nachts. En waar, oké dan, die orchidee normaal gesproken niet dáar staat. Want daar ga je dan natuurlijk met je slaapdronken hoofd iedere ochtend op staan, op deze manier.

This is where the magic happens - Planet Fur
This is where the magic happens - Planet Fur
This is our bedroom. The room where, according to MTV Cribs, ’the magic happens’. The magic that happens in our bedroom is a little girl that’s playing with a flamingo plushie while I shoot photos of the room. Where there are a ton of notebooks on my nightstand. Where I read my Moomin books. Where the colour palette is soft toned, since my brain has a hard time to shut down at the end of the day. And – let’s be honest – where that orchid isn’t standing over there normally. ‘Cause I would step on it every morning with my sleepy head.

A room with a view

Computerroom - Planet Fur

De kamer waar ik werk begint nu pas naar mijn zin te raken. Linksboven de Flowerpot van Verner Panton die ik met vette korting bij de Bijenkorf kocht tijdens de kerstuitverkoop. Rechts het kastje dat we in Antwerpen vonden. Het risico van leuke kastjes is natuurlijk dat je daardoor ook weer meer zooi kan herbergen, maar deze konden we niet laten staan en mocht dus bij uitzondering mee. Hieronder het perspex rek uit de inventaris van een winkel in Utrecht. Ze gingen verhuizen en al het winkelmeubilair moest weg. Ik ben gek op dat soort toevallige vondsten. Het herbergt nu mijn mooiste kokeshi’s en mijn groeiende plastic ijsjescollectie.

The room where I work every day is starting to look the way I want it to look. On the top left the Flowerpot by Verner Panton I bought for a ridiculously low price at a Christmas sale. At the right the steel kitchen cabinet we took home from our trip to Antwerp. The risk of having too many cabinets in the home is of course that you create space to accommodate more stuff, but this one was too pretty and cheap to not buy it. Below the perspex rack I found at a shop that sold its whole inventory. I love accidental finds like that. It now withholds my favourite kokeshi and my growing collection of plastic icecream cones.

Computerroom - Planet Fur