Berichten

Styled shoot – stuck inside of Mobile with the Memphis blues again

Memphis Group - styled shoot - Oh Marie!
Het nummer ‘Stuck inside of Mobile with the Memphis blues again’ van Bob Dylan lag op de draaitafel toen Ettore Sottsass in 1981 de Memphis Group in het leven riep. Dit was vast een samenloop van omstandigheden, maar het bruggetje tussen de onbegrijpelijke titel van Dylan’s nummer en de eclectische (en voor velen ook onbegrijpelijke) stijl van de Memphis Group is snel gemaakt. Grappig genoeg verwijst het nummer ook nog eens naar de ‘Memphis Blues’, waarmee we ook nog eens een bruggetje kunnen maken naar ons vorige thema Blue Monday. Allemaal toevalligheden. Als je daarin gelooft, natuurlijk. Wij wel hoor.

Onze styled shoot hangt ook van toevalligheden aan elkaar. Toevalligheden die bij elkaar zowaar een mooi Memphis geheel vormen. Zo vonden we, letterlijk een dag voor de shoot, een theepotje in de kringloop dat zowel afzichtelijk was als veel parallellen met de Memphis Group vertoonde. We kunnen hier nog veel meer van dit soort toevalligheden opsommen, maar dat zou verder niet echt bijdragen aan de mate van interessantheid van deze tekst. Daar gaan we je dus niet mee vermoeien.

Zie hier in deze eerste styled shoot van het thema onze interpretatie van die typische Memphis stijl. Waar geen enkel voorwerp nog de functie vervuld waar hij oorspronkelijk voor gemaakt is en waar felle kleuren, geometrische vormen en asymmetrie worden afgetopt met een vleug jaren ’80 kitsch.

Memphis Group - styled shoot - Oh Marie!
Memphis Group - styled shoot - Oh Marie!
Memphis Group - styled shoot - Oh Marie!
Memphis Group - styled shoot - Oh Marie!
Memphis Group - styled shoot - Oh Marie!
Memphis Group - styled shoot - Oh Marie!
Memphis Group - styled shoot - Oh Marie!
Memphis Group - styled shoot - Oh Marie!
Fotografie/styling: Marlous Snijder

Het onmogelijke mogelijk gemaakt – stylen met Keulse potten

Vintage styling Keulse potten - Oh Marie!
De Keulse pot. Je ziet hem hier rechts in zijn meest voorkomende gedaante. Met van die lekker truttige bloempjes erin.

Ik blijf er ver van. Sterker nog, ik loop nog net niet gillend weg als ik ze in de kringloop zie staan. Ik associeer ze met popperige, beige (dank Suzanne, voor deze prachtuitdrukking) interieurs. Met van die vensterbanken die volgepakt staan met een Zeer Eclectische Mix aan bloempotten. Ik ben persoonlijk niet vies van een beetje eclectisch (integendeel), maar je kan er ook in doorslaan. Absolute horror is het als het hele geheel ook nog op een groen gemarmerde vensterbank staat. Ook met een vensterbank van groen marmer is niets mis, maar de optelsom van dit alles doet me gillend wegrennen.

In grote lijnen gaan dit soort gedachten door mijn hoofd als ik Keulse potten zie.

Vintage styling Keulse potten - Oh Marie!
Keulse potten vervulden eeuwenlang een belangrijke functie. Ze werden gebruikt voor het inmaken van voedsel. Omdat ze van binnen geglazuurd zijn, bleef de smaak van het ingemaakte voedsel behouden. Het is maar goed dat ik niet in die eeuwen leefde, want ik hou niet van opgewarmd voedsel. En ook niet van ingemaakt voedsel. Of gefermenteerd voedsel. Of restjes. Ik ben een grote zeikerd wat dat betreft, maar dat is weer een andere blogpost. Wist je trouwens dat Piggelmee in een Keulse pot woonde? Die van die tovervis? Dat is ook een andere blogpost. Ik zit nooit verlegen om gespreksstof, zoals je merkt. Ook niet om zijweggetjes, trouwens.

Vintage styling Keulse potten - Oh Marie!
Maar, genoeg gebrabbeld. Er staan toch echt Keulse potten op deze foto’s. Ik besloot mijn Keulse potten angst diep in de ogen te kijken om te kijken of er nu echt niet iets mee te maken viel, stijltechnisch gezien dan. Ik toog naar de kringloop voor een Keulsepotzoeksessie.

Je hoeft in de kringloop niet lang te zoeken naar Keulse potten. Ze staan er in alle soorten en maten (kleuren niet, want ze zijn altijd grijs met blauw). Voor een item dat in mijn ogen ontzettend niet-courant is, zijn Keulse potten verrassend duur. Ik heb er een heleboel laten staan. Het ging me wat ver om voor iets waar ik braakneigingen van krijg, ook nog eens € 7,50 neer te tellen. Zelfs een erelid van hoarders anonymous heeft zijn grenzen.

Uiteindelijk vond ik twee exemplaren die langs mijn zeer strenge toelatingseisen kwamen. Zo wilde ik potten zonder oortjes (hoe lief dat ook klinkt, die trek ik echt niet) en zonder al teveel andere tierelantijntjes.

Vintage styling Keulse potten - Oh Marie!
De crux is ten eerste om de Keulse pot, net als dat groepje rotjongens op school vroeger, weg te halen van andere Keulse potten. Daar knappen ze al een stuk van op. (Die jongens trouwens ook.) Gebruik er één, hooguit twee, en zet er een amaryllis in. Of een modern vetplantje. Of een schijnasperge, mijn allerliefste lievelingsplant van dit moment. Gecombineerd met een cactus wordt het weer zo’n massief geheel, dus die zou ik vermijden. (Maar hé: dat is ook maar een mening natuurlijk. Ik hou ook niet van opgewarmd eten, dus luister vooral niet naar mij.) Gecombineerd met blauw, rood en geel krijgen ze iets fris, met pastels werken ze ook verrassend goed.

Verwijder verder alles wat ook maar naar ouderwets riekt en je Keulse pot is ineens salonfähig geworden.

Vintage styling Keulse potten - Oh Marie!
Ik geef zelfs toe: ik vind de Keulse pot op deze wijze zo leuk dat ik hem nog steeds heb staan.

Mocht je dus in de kringloop lopen, koop hebben, niks kunnen vinden en ontdekken dat de Keulse potten vriendelijk geprijsd zijn…grijp dan je kans. Je zou zomaar iets mee naar huis kunnen nemen dat net zo houdbaar is als ingemaakt voedsel.

(Vind je het leuk om ook aan de slag te gaan met fotografie en styling? Op 15 april 2016 geef ik weer een minicursus productstyling en fotografie bij Immer Urlaub in Utrecht! Je leest er hier meer over. Vragen? Mail me gerust op info[at]ohmarie.nl.)

Een vintage houten kerstster in een nieuwerwetse jas

Vintage houten kerstster - Oh Marie!
Je kent ze wel, die kerststerren die mensen voor hun raam hangen. Ik associeer ze met de winters uit mijn jeugd. Waarom weet ik niet, want thuis hadden we er geen. Om eerlijk te zijn, ik vond ze altijd een beetje stom. Tenminste, die hele oude versies dan. Goh, wat klinkt dat aanmatigend zeg. Ik zou echter liegen als het niet zo was. Ik vond kerststerren vet stom. Oubollig. There, I said it.

Ik deed die sterren daar natuurlijk tekort mee. Sowieso heb ik geen ene f (fluit…ghè!) te zeggen over de kerstversiering van een ander. Beauty is immers in the eye of the beholder. De wereld zou een vreselijk saaie plek zijn als we allemaal voor dezelfde kerstversiering kozen. Daarbij, zoals dat bij mij zo vaak gaat, zijn die cliché-sterren langzaam maar zeker in mijn achting gestegen. Blijf je innerlijke hysterische kerstoma dus vooral koesteren tijdens het optuigen van die kerstboom en trek je vooral niets van mij aan.

Vintage houten kerstster - Oh Marie!
Tijdens mijn kringlooptochten dit jaar kwam ik die kerststerren ineens opvallend vaak tegen. Alsof de generatie die ze ooit aanschafte had afgesproken ze in 2015 en masse bij de kringloop te dumpen. Het leek wel een flashmob, zo erg was het. De meeste sterren waren echter niet compleet, kapot of veel te duur. En soms ook nog in die combinatie. Ik ga toch potjandosie geen 8 euro betalen voor een stukkende kerstster? Zelfs in de kerstgedachte is geen alinea opgenomen over dergelijke gevallen. Dat zegt genoeg.

Maar op de één of andere manier triggerde die sterren wel iets in mij. Want toen ik een complete, perfecte houten kerstster tegenkwam voor 3 euro, greep ik hem vast alsof het een lang verloren liefde was. Alsof het een gouden ticket was die mij toegang verschafte tot een magische snoepfabriek. Alsof het een vintage Jieldé lamp voor 3 euro was. In mijn favoriete kleur groen.

Daarbij stond er op de verpakking een toverwoord dat me bijkans nog veel verder over de streep trok. De sterren werden gemaakt in Zweden.

Zweden. Als ik dat woord lees, dan galopperen er eenhoorns naar een goudomrande horizon en begint een kamerorkestje Madame Butterfly te spelen.

Nodeloos om nog te noemen dat ik hem mee naar huis nam.

Vintage houten kerstster - Oh Marie!
Weet je hoe mooi die houten sterren eigenlijk wel zijn? Ze zijn gemaakt van onbehandelde vurenhouten latjes en zitten behoorlijk ingenieus in elkaar. Toch ging het me wat te ver om mijn houten ster zo één op één op te hangen. Dat zou te gemakkelijk zijn. Ik gaf hem een nieuwe jas, met wat matte verf in roze, kobaltblauw en zwart en een nieuw zachtgrijs snoer. Marktplaats staat er trouwens ook vol mee, mocht je er zelf mee aan de slag willen. Even zoeken op ‘houten kerstster’.

Onze buren hebben exact dezelfde hangen. Misschien moeten we eens een flashmob organiseren in 2050. Zo eens aanbellen of ze daar oor naar hebben.

Wabi sabi – de perfectie van imperfectie

Wabi sabi - Oh Marie!
Tijdens mijn vele omzwervingen op het internet stuitte ik via Pinterest op het begrip ‘wabi sabi’. De bijbehorende beelden waren rustiek, verstild, vaak met een vrij donker of monochroom palet en de voorwerpen op de foto waren stuk voor stuk vrij scheef, verschoten of toonden in ieder geval tekenen van een lange gebruiksgeschiedenis.

Wie dit blog al een tijdje leest weet dat ik gek ben op zulke kleine mysteriën. Het wabi sabi mysterie (wat het dankzij internet niet lang bleef, het internet kent geen geheimen) bleek een Japans idee te omvatten dat zoveel betekent als ‘de perfectie van imperfectie’. Met andere woorden (en ik quote): “The Japanese art of appreciating the beauty in the naturally imperfect world”. ‘Wabi’ betekent (zeer vrij vertaald) eenvoud en ‘sabi’ de schoonheid van gebruikssporen, van de geschiedenis van het object.

Ik moet hier ook bij vermelden dat wabi sabi uit het boeddhisme is voortgekomen en dat je – volgens de principes van Zen – met woorden de doorgang naar ware verlichting belemmert. Deze verklarende woorden dekken de lading dus niet echt en ik blokkeer mijn potentieel verlichte zelf ook nog eens door te pogen dat wel te doen. Maar ja, zonder tekst denk je toch snel dat wabi sabi iets is wat je in een sushi restaurant bestellen kan. Dan maar onvolmaakt zijn om het eenvoudig te kunnen houden. (Dude you’re so deep, I can’t even see you anymore!)

Wabi sabi - Oh Marie!
Mijn liefde voor imperfecte, licht gebutste of scheve spullen én het integreren van die spullen in een interieur heeft dus een naam: wabi sabi. Voor ons thema en met de donkere dagen voor kerst voor de deur maakte ik een wabi sabi stilleven met oude vazen, een gemberpot en Helleborus. Die laatste stinkt vreselijk, maar is o zo prachtig. Zo’n imperfectie kan alleen de natuur verzinnen natuurlijk.

Wabi sabi - Oh Marie!
Als je een dergelijk stilleven wil maken thuis, dan zal de Helleborus het zonder potje niet lang uithouden. Wil je nu wel het losse aarde effect behouden, verwijder dan het plastic tuincentrumpotje en zet hem in een glazen vaas. Gebruik een oud, sleets dienblad als ondergrond, of bijvoorbeeld een oude broodplank (en hang het dienblad aan de muur, zoals hier). Als de elementen maar een ziel hebben.

Maak een mooi stilleven en leef, terwijl je het maakt, even helemaal in dat moment. Dat is wabi sabi. En denk, terwijl je bezig bent, aan die tekst uit Leonard Cohen’s liedje Anthem. (Of bekijk gewoon even dit prachtige filmpje dat ineens weer vreselijke actueel is geworden.)

Ring the bells that still can ring
Forget your perfect offering
There is a crack in everything
That’s how the light gets in. 

Wabi sabi - Oh Marie!

Willy Wortel en het scheve bakje

vintage styling - Oh Marie!
Jaren geleden stond ik op een craftfair waar ik mijn Etsy spullen verkocht. Vertrouwend op de zachtheid van onze winters, had ik een buitenkraam geboekt. Scheelde ook een stuk in prijs in vergelijking met de binnenkramen.

Die fair had de twijfelachtige eer om op de koudste dag van dat jaar te vallen. So much voor onze warme winters. We hadden voor de zekerheid wel een kacheltje meegenomen, waar een enorme bak warmte vanaf kwam. Alleen vervloog die warmte natuurlijk direct. Ik had het die dag vreselijk koud, op mijn linker onderbeen na. Die stond namelijk pal naast de kachel. Tegenover ons werden kastanjes gepoft, dus aan het einde van de dag voelde ik me zelf ook een beetje een gepofte kastanje. Alleen dan wel een hele koude.

Om op te warmen liepen mijn Lief en ik af en toe een rondje door het overdekte deel van de fair. Tussen al die kramen (die trouwens wél een stuk smaller waren – nog een reden waarom ik voor een buitenkraam had gekozen), stond een kunstenaar die doosjes maakte van klei. Hele schonkige, scheve bakjes. Ze zagen er bijna uit alsof een kind ze had gekleid. Bijna.

Terwijl ik dit typ, breek ik mijn hersens over de naam van de kunstenaar. Het was iets met ‘wortel’ (hij zag er niet uit als een kip, dus het was niet Willy). Hij wist me nog te vertellen dat Frans Uyterlinde ook iets bij hem gekocht had. (Dus Frans, als je dit leest. Verlos me uit mijn lijden.)

Ik was dus verliefd en kocht van mijn die dag verdiende geld (en dat was niet bijster veel) een bakje bij wortel…dinges.

Ik realiseerde me pas hoe schonkig mijn lieve bakje was toen ik het met een vriendin had over onze gedeelde liefde voor spullen met een imperfectie. Toen ik als voorbeeld mijn bakje liet zien, vertrok haar gezicht: “Nee, Marlous… Dat is gewoon lélijk hoor. Dat ziet er toch niet uit man!”

Zo zie je maar dat de definitie van imperfectie ook heel persoonlijk is.

Een tijdje geleden liep ik met Anne door de kringloop. (Wat trouwens – dat zal je misschien verbazen – bijster weinig voorkomt. Als we elkaar zien zijn we meestal aan het racen tegen de klok om al onze plannen te realiseren, voor de kringloop houden we nooit tijd over!) Anne zag het gekke theepotje het eerst en zei: “Aggossie.” En ik zei: “Ach. Dat is volgens mij echt huisvlijt.” En Anne zei: “Ach, en dat handvatje dat net niet helemaal goed zwart is geglazuurd.” En ik zei: “Wie drinkt er nu thee uit zo’n klein theepotje?” En Anne zei: “Dat is vast tijdens een of andere pottenbakcursus gemaakt.” We zetten hem weer terug. Om er steeds weer bij terug te keren.

En om hem natuurlijk uiteindelijk gewoon mee naar huis te nemen.

Ja, imperfectie is heel persoonlijk. Ik moet Anne hoognodig dat scheve bakje eens laten zien. Iets zegt me dat zij hem wel kan waarderen.

Iedere donderdag schrijf ik een gastblog op vtwonen.nl over vintage styling. Voor deze serie verzamelde ik in één middag een hele trits wit en een beetje vreemd keramiek. Het gekke theepotje (of is het een kannetje? Kan ook!) past er geweldig bij. Je kan al mijn blogposts over vintage styling op VT Wonen hier lezen.

(Ineens schiet het me te binnen! Het heette Wortel Productions. Klik maar eens hier, de BAHvogel is van mij!)