Berichten

Rush hour


Toen mijn Lief en ik gisteravond laat (het was mijn verjaardag, maar ziektekiemen hebben daar nooit zo’n boodschap aan) was nummer vijf van die dag stonden te verwerken, zei ik: “mán, wat een dag.” Waarop mijn Lief zei: “Tja, dit is het spitsuur van ons leven.” Boy, is he right.

Ik vierde mijn verjaardag en ondertussen vierde een virus een feestje in onze baby, die daarom een dag lang geen voedsel binnenhield. Wat de hoeveelheden was verklaart die wij daar op zolder stonden weg te wassen en waarom mijn verjaardag eindigde op de huisartsenpost, omdat die baby met de minuut pipser en stiller werd. (En geloof me, als Cato stopt met herrie maken, dan is er stront aan de knikker.) Het tij viel gelukkig vrij gemakkelijk te keren en inmiddels is ze aan de beterende hand, maar van zulke dagen wordt een mens (in dit geval letterlijk) een jaar ouder.


Niet dat mijn verjaardag een compleet fiasco was, hoor. (Gesteld dat je je daar zorgen om maakt.) Mijn moeder vond als cadeau het prachtige kapspiegeltje bij de kringloop. Hij is in perfecte vintage conditie, een beetje zoals ik, als je erover nadenkt. En ik at twee stukken taart, want dat mag als je jarig bent, nondeju.

En ach, omdat ik tegenwoordig toch al nergens tijd voor lijk te hebben (door voornoemd spitsuur, want ook zonder zieke kinderen is het leven met een gezin en werk -want een mens heeft ook nog ambities, wat een ellende is dat- vol), besloot ik zelfs dus een nieuwe blogpost over mijn verjaardag te maken. Als een goed voornemen voor mijn nieuwe levensjaar. (De garantie hiervoor loopt tot het eind van deze tekst, maar het is hoe dan ook een voornemen.)


Gezien het voornoemde is het maar goed dat het bezoeken van kringlopen deel uitmaakt van mijn werk. Mijn verzameling vintage gekleurd glas is een stille getuige van de bezoekjes die ik de afgelopen maanden aflegde. Ik schrijf nog steeds over vintage styling voor vtwonen.nl, dus als je wil zien wat ik zoal ons hol in sleepte, kijk dan even hier!

En dan tot slot, gewoon omdat het kan, een foto van de Japanse acer die ik van Anki adopteerde en wiens blad momenteel een schitterende kleur rood kleurt. Dan ben je echt officieel oud nietwaar, als zoiets je al met geluk vervult. Nog even en mijn kinderen kunnen geraniums halen voor mij om achter te zitten.

Franje


Tja, ik weet zelf soms ook niet waarom ik op een bepaald voorwerp in de kringloop val. Dit lampje is er een voorbeeld van. Misschien nam ik hem wel mee omdat ik werkelijk nog nooit zoiets ben tegengekomen in de kringloop. En omdat ik dacht wat ik heel vaak denk: “Oh leuk, hij kan uit elkaar, dus dat voetje kan ik gemakkelijk verven!” (9 van de 10 keer blijft het bij die gedachte. Eenzelfde mechanisme treedt in werking bij bloempotten. Als ik alle bloempotten die ik ooit bij de kringloop kocht daadwerkelijk zou vullen met kamerplanten, kon ik een tuincentrum beginnen.)

Maar goed, ik nam dit lelijke lampje dus mee naar huis (Captain Obvious hier), haalde hem uit elkaar, schuurde het voetje en verfde het ook direct. Ik vond zelfs nog een stuk strijkijzersnoer waarmee ik het oude elektriciteitssnoer vervangen kon.

So far so good zou je denken. Ik was al veel verder gekomen dan die ene gedachte (of beter gezegd: die drogreden die ervoor heeft gezorgd dat onze garage tot de nok toe is gevuld met half afgemaakte opknapprojecten).


Maar toen moest er een kapje op dat lampje komen. Nu liggen er genoeg lampenkappen bij de kringloop, maar ze zijn meestal behoorlijk lelijk of behoorlijk popperig. Of allebei. Dus stagneerde mijn project. Of, nou ja…stagneren, stagneren… Wat volgde waren urenlange zoektochten op Marktplaats naar het perfecte lampenkapje voor mijn lelijke lampvoetje, waarbij ik iedere keer weer tot de conclusie kwam dat het laten opsturen van een lampenkap nogal een dure aangelegenheid ging worden als je in acht nam dat ik voor de rest van het lampje slechts een euro betaalde.


Maar uiteindelijk vond ik een kapje. Bij de kringloop nog wel. En daarmee begon afronding van dit project zowaar in zicht te komen. Toch vond ik, toen het hele spulletje weer in elkaar zat, dat er iets ontbrak.

Franje.

Ja. Er moest franje langs dat kapje. Na mijn twee zwangerschappen mag het een godswonder heten dat ik deze brainwave kreeg én dat hij ook nog eens bleef hangen. Op fournituren4fun (daar mag je alleen iets kopen als je lol gaat maken, denk ik, ofzo?) vond ik franjes in alle soorten en maten. Je bevestigt het heel gemakkelijk aan een lampenkap met een beetje textiellijm. Kind kan de was doen.

Ik word erg blij als ik er nu naar mijn lelijke lampje kijk. Het ding levert zelfs een prachtige tegeltjeswijsheid op. Het leven is namelijk als een lelijk lampje. Je moet er zelf de franje aan vastlijmen.

Een beetje primair


Een tijdje geleden schreef ik voor het Algemeen Dagblad een artikel over de trends van 2018 (klik). Ik schreef daarin onder andere dat primaire kleuren in je interieur niet (meer) mogen, tenzij je een basisschool hebt of wil beginnen. Waarop een vriendin opmerkte: “Je staat op die foto’s in dat artikel naast een gele prullenbak. Is dat geen primaire kleur dan?”

“Die slag is u.” zeggen wij dan thuis. 


Gelukkig was dit geen belediging. Integendeel. Want toen later die primaire kleuren opnieuw ter sprake kwamen, zei ze: “Jij doet juist veel gave dingen met primaire kleuren, valt me op. Ik herken er zelfs je stijl aan.” Ik keek om me heen en nou ja, ze had natuurlijk gelijk. Ik woon niet in een basisschool. We lopen hier niet op een oranje vinyl vloer (vloeren die ook nog eens die onmiskenbare lucht uitwasemen die ik direct associeer met mijn basisschooltijd). Maar er zijn de laatste tijd wel heel veel primaire kleuren ons huis in geslopen.

Het is dus maar goed dat ik geen Li Edelkoort heet (al zijn haar voorspellingen soms zo vaag als de gemiddelde horoscoop: er komt allicht altijd wel íets van uit. Of is dat vloeken in de kerk?), want dan was ik nu stante pede van mijn voetstukje getrokken door een woedende meute krantlezers slash interieurfanaten.


Het zijn trouwens niet alleen primaire kleuren waar ik naar terugkeer, het zijn vooral ook vaak gesatureerde kleuren. Blijkbaar ben ik toe aan meer contrast in mijn leven. Ik zou er mijn horoscoop eens op moeten naslaan.

About the fact that I’m turning more and more to saturated colours instead of pastels for my interior.

…and nothing else matters


Lichtjaren geleden solliciteerde ik op een stageplek (doe je dat, solliciteren op een stageplek? Ach, boeiend). Ik weet zelfs nog de naam van de man met ik het sollicitatiegesprek had. Zijn voornaam was namelijk Cor en dat vond ik een oneindig ouderwetse naam voor zo’n jonge vent. Hoe dan ook, het gesprek verliep goed en ik hoopte dan ook vurig dat de stageplek voor mij was. Dagenlang hoorde ik niks, ook niet op de dag dat hij me zou bellen om me al dan niet mee te delen dat ik de plek niet zou krijgen.


In die tijd was ik nog niet zo assertief dat ik dan zelf ging bellen. Ik mocht dan wel secretaresse willen worden, bellen vond ik doodeng. Maar na al dat wachten werd ik best een beetje boos. Waarom liet die man niks van zich horen? Toen ik hem dus uiteindelijk wel zelf belde, kwam hij met de slapste smoes in de geschiedenis van het universum: “Ja sorry, in gedachten heb ik je al tien keer gebeld. Helaas hebben we nu geen plek voor een stagiaire.” Gee, thanks! For nothing! Bij de bank, waar ik later een hele leuke stageplek kreeg, noemden we zulke situaties altijd leermomenten. Als er dan niks zinnigs uit een situatie kwam, had je er allicht iets van geleerd. Ik was in dit geval in een klap van mijn bel-angst af.


Waarom deze ellenlange introductie? Omdat ik in gedachten al tien keer een blogpost geschreven heb. Aan goede voornemens ontbrak het namelijk niet, die laatste weken van mijn zwangerschap. Ze uitvoeren bleek een te grote opgaaf, zo blijkt wel uit de radiostilte hier. Die weken waren dan ook druk. Met 36 weken moest het hele huis nog omgegooid worden, mijn nieuwe werkruimte ingericht, waarna Jet naar mijn oude werkkamer verhuisde en het aller- allerlaatst de babykamer klaargemaakt kon worden. Ja, iets met prioriteiten…maar aangezien we in mijn familie aan olifantendrachten doen, leek het me onwaarschijnlijk dat ik met 36 weken zou gaan bevallen. En dat klopte gelukkig ook. (En was het wel gebeurd, dan was ik genadeloos afgestraft voor mijn naïviteit. Nog een leermoment.)


Het doet er allemaal niet meer toe, zodra je dan eindelijk je kindje na al dat wachten vasthoudt. Op 29 januari werd ze geboren, ons mooie meisje en lieve zusje Cato. Het gaat goed, met haar en met ons. Jet refereert constant naar ‘hem’ in plaats van ‘haar’ (erg komisch) en vertelt iedereen die het wel en niet horen wil over haar zus.


Tijdens mijn allereerste uitstapje dat verder reikte dan de perceelsgrenzen van ons huis (zo erg was het op het laatst, gelukkig heb ik goed ontwikkelde kluizenaarsgenen) ging ik natuurlijk naar de kringloop. Ik vond er de Zweedse kast die perfect past op Cato’s kamer. Voor de rest alvast een foto van Jet’s nieuwe kamer. Er volgt nog meer. Maar echt. Maar nu eerst weer even terug naar de bel die Cato heet. Want voor ik het weet is ze op haar brommer weg voor ik goedemorgen zeg.

(En dan nog even dit: ‘mijn’ WOWN! crew lanceerde gisteren – na maanden keihard werken – hun volledige WOWN! collectie, die zij in samenwerking met Kwantum ontwikkelden. Wat een werk en wat een prachtig resultaat! Lees op wown.nl alles over de officiële lancering en over de collecties van Anki, Suzanne en Souraya die vanaf 19 maart in de winkels liggen!)

Once again, it’s going to be legenmerry!


Ik heb het gehaald, de eindstreep die zwangerschapsverlof heet. Ik heb zelfs nog, tussen het halen van wat voelde als een miljoen deadlines (dankzij een verweekte hersenpan, de helft minder energie én zuurstof dan normaal – laat ik wel wezen) nog wat kerstversiering in huis weten aan te brengen. Champagne problems, ik weet het. Maar de laatste maanden waren desalniettemin teringdruk, zeker als je voornoemde perks of being pregnant in het grote geheel meeneemt. 


Maar, de kerstversiering dus. Ik vond bij de kringloop in Antwerpen prachtige gekleurde kerstballen, die ik in de kamerden hing die het hele jaar door als kamerplant fungeert en met kerst als kerstboom. Ik vind het hele ritueel van het halen van een kerstboom ontzettend leuk, maar voel me ieder jaar weer bijzonder schuldig over het feit dat we die bloedig opgekweekte kerstboom na een maand keihard bij het grof vuil zetten. Dit is – wat mij betreft althans – een geweldig alternatief. Verder kon ik eindelijk mijn Meri Meri advent stadje in het feitelijk speciaal daarvoor aangeschafte antieke wandrek zetten. De kleine marquee letters bovenop het wandrek zijn van HEMA.


Voor de rest is de versiering zoals altijd een samenraapsel van vintage, nieuw en een beetje vreemd. Ik doel hierbij, om maar eens een voorbeeld te noemen, op het kalkoenbloempotje (ik heb er even geen ander woord voor) in de hal dat ik bij de kringloop vond. Een vondst waar een Zeer Geliefd Familielid over zei: “Wie koopt zoiets?!”. Ik kan blijkbaar zelfs mijn bloedeigen familie, toch de mensen die inmiddels wel wat van mij gewend zijn, nog choqueren met mijn kringloopvondsten.

Verder word ik heel erg gelukkig van de roodkoperen kerstster die ik bij de kringloop vond en die zo prachtig bij het roze dressoir past. De kerstkaart ernaast is trouwens ontworpen door Ruth Hengeveld, je kan hem hier kopen.




Wil je andere kerstinspiratie zien? Voor zover het chaotische archief van dit blog dat mogelijk maakt, zette ik een paar van mijn favoriete kerstblogposts op een rijtje. Onder andere die ene Addams Family-geïnspireerde die ik samen met Anne maakte, alweer twee jaar geleden. Je kan via het zoekmenu ook zelf op ‘kerst’ zoeken, maar wees gewaarschuwd: je komt dan in een brei terecht die vergelijkbaar is met mijn bovenkamer…ook als ze niet onder invloed van zwangerschapshormonen staan. Je bent gewaarschuwd! ;-)

Hele fijne feestdagen gewenst, lieve allemaal!

Kerst 2016
Addams Family – kerstinspiratie voor niet-traditionele types
Een vintage houten kerstster in een nieuwe jas
Papieren 3D sterren