Een paar weken geleden alweer ging ik op vakantie naar Frankrijk. Het was lang geleden dat ik in Frankrijk was. Zó lang geleden dat ik er nog nooit een kringloop bezocht had. Wel brocantes trouwens, maar daar was de verhouding meuk-rijp-voor-het-grofvuil slash laten-we-er-de-goudprijs-voor-vragen voor mijn smaak iets te scheef, dus zat Frankrijk niet echt voorin mijn kaartenbakje qua kringloopavonturen.
Maar toen kende ik Emmaüs nog niet. Nou ja wel, maar niet als kringloopervaring in Frankrijk.
De winkels van Emmaüs in Frankrijk zijn niet zo alomtegenwoordig zoals de kringlopen in Scandinavië (waar er soms wel vier in één piepklein plaatsje gevestigd zijn), maar in zekere zin was dat wel rustig. Ik word namelijk ontzettend onrustig van de gedachte aan binnen handbereik zijnde meuk, wat betekent dat mijn reisgezelschap regelmatig meegesleurd wordt naar een nieuw obscuur adres op één of andere tochtig, verlaten bedrijventerrein in Knötelö of Nederoverheembeemsterbommerskonten. In het geval van onze vakantieweek in Frankrijk zat er één Emmaüs in de regio en wel op een uur rijafstand. Daarna laat je het wel uit je hoofd om te zeuren om meer. Gelukkig hoefde dat ook niet, want de buit was goed.
Het is alleen al geweldig om een kringloop in het buitenland te bezoeken om te zien wat er in dat land in een gemiddeld interieur te vinden is. Zo ben ik altijd ontsteld van de hoeveelheid rotan die je in Nederland kan krijgen, in Scandinavië is er altijd glas in overvloed te vinden en in Frankrijk hebben ze iets met opgezette vissenhoofden, christelijke afbeeldingen en meubels die al zo lang op een erf hebben staan te verpieteren dat je je afvraagt waarom iemand nog de moeite heeft genomen om ze naar de kringloop te brengen. Daarbij staat het vervolgens bij Emmaüs ook niet per definitie droog opgeslagen, dus de degeneratie kan aldaar rustig verder zijn gang gaan. Als je trouwens een jaren ’50 keukenkast zoekt, zo’n glimmend, gefineerd gevaarte, dan zit je verrassend genoeg in Frankrijk ook goed. Je verwacht het niet, zou Bert Visscher zeggen.
Maar, even terug naar mijn vondsten. Of eigenlijk: De Vondst. Deze zachtroze theepot die zo uit een sprookje had kunnen komen waggelen (ik stel me zo voor dat, als theepotten zouden kunnen bewegen, ze zouden waggelen). De glazuurlaag aan de binnenkant is zó craquelé dat de theeaanslag door de ongeglazuurde buitenkant heen is gekomen. Er moeten liters thee met deze pot zijn geschonken.
Principes over het niet-meenemen van tweedehands dat wel erg vergaan is vergat ik direct toen ik deze theepot zag staan. Want zo gaat dat, bij liefde op het eerst gezicht. Om die reden woon ik nu ook in een jaren ’80 huis van witte baksteen, hebben we een kat met een platgedrukt snoetje en ben ik nu dus de eigenaar van een sprookjestheepot.
Liefde maakt blind, vergeetachtig en daarom ook gelukkig. Dubbel gelukkig, want mijn reisgenoten waren na één kringloopbezoek voor de rest van de vakantie gevrijwaard van nieuwe kringloopbezoeken.
(Ga je zelf binnenkort naar Frankrijk? Download hier een pdf met de adressen van alle Emmaüs vestigingen in Frankrijk of zoek op ‘communautes emmaus’ op Google. Garantie tot aan de voordeur, maar vooralsnog lijkt de lijst behoorlijk up-to-date te zijn!)