IJsvrij


Zaterdag. Alles lag op zijn gat. Het programma voor die dag – dat onder meer een onvermijdelijk lang stuk autorijden behelsde – kwam volledig te vervallen. We hadden zomaar ineens ijsvrij.

Ik ben nooit een fan geweest van weer-gerelateerde vrije roosters. In de zomer betekent het dat je alleen maar halfdood op een ligbedje kan liggen en in de winter dat je gegarandeerd op je muil gaat als je een stap buiten zet. Ik heb het niet op bergen sneeuw, of nog erger: ijs. Of nee, de ware 7e laag van de hel: schaatsen. De ironie wil dat mijn geliefde recent zelfs klapschaatsen heeft aangeschaft (nerdalert!) en het liefst op de schaatsbaan zou wonen. Nodeloos te vermelden dat wij elkaar niet op een schaatsbaan hebben ontmoet. Of tijdens wintersport, om mijn persoonlijke horrorlijstje compleet te maken.


Maar, waar was ik? O ja, het programma werd afgelast omdat je bijkans kon schaatsen op de snelwegen en we niet in het bezit van sneeuwscooters zijn. Wat doet een mens dan? Dan gaat hij lopen. Naar de kringloop in ons geval. Want ík mag dan niet van ijs houden, zodra onze dochter de sneeuw buiten zag, was ze met geen tien politiemannen binnen te houden. Sneeuw heeft hetzelfde effect op kinderen als een berg herfstbladeren op hondjes. En het omgekeerde effect op mij, tenzij je een kringloop als beloning in het verschiet stelt, natuurlijk.

Ik vond er het geweldig lieve, compleet afgeragde roze kinderstoeltje voor 3 euro. En terwijl mijn Lief en Jet in de kinderhoek kinderboekjes uitzochten, kwam ik het geborduurde kussen tegen. Soms kan ik zelf niet eens echt verklaren waarom ik iets leuk vind. Maar ik zag het ding al helemaal op de bank liggen. Het zullen het groen en die wollige vogel wel geweest zijn. Toen mijn Lief het kussen zag sprak hij de gevleugelde woorden: “Ik weet niet wat dát is, maar het scares the hot living shit out of me” (alleen Engels kon hier de lading nog dekken, zoveel was duidelijk). Zijn klapschaatsen stemmen hem momenteel echter zó mild, dat ik hem toch mee mocht nemen.


Zoals altijd voelde ik me een beetje een barbaar toen ik het kussen opentornde om de vulling te kunnen vervangen en de hoes te kunnen wassen. Dit kussen is met heel veel liefde en zorg in elkaar gezet. Ik realiseerde me weer hoe lastig het ook is om iets netjes te vullen en een rond kussen zodanig dicht te naaien dat hij weer net zo rond als hij was is.

Het kost mijn Lief waarschijnlijk een 10-strippenkaart voor de ijsbaan om dit kussen te boven te komen. Of misschien wel een 20-strippenkaart en nog een week ijsvrij. Aan de andere kant: wie weet wat ik dan weer mijn hol in zal slepen…

(Het wandrek in de woonkamer is ook nieuw! Er zit – hoe kan het ook anders – natuurlijk een verhaal aan vast. Je kan erover lezen in mijn laatste gastpost voor vtwonen.)

Last Saturday our freeways turned into huge ice rinks and traditionally the whole country stopped functioning. It’s good the Dutch don’t live in Sweden, the country would be bankrupt within a week. We cancelled our plans for that day since it involved driving to the other side of the country and stayed home instead. I don’t like ice or icy roads much, but too bad for me my Love and our daughter do. They cunningly lured me out of the house by promising to stop by a thriftshop along our route to the grocery store. And well, if there’s one thing that will always get me out of my home, it’s the opportunity to dig up treasures. Whatever the circumstances.

I thrifted the cutest, shabby pink chair and the super vintage bird pillow. Sometimes, I can’t exactly explain why I fall in love with a certain vintage item, which is exactly the case with the pillow. My Love subtly noted that the bird ‘scared the hot living shit out of him’, but I’m afraid that’s the price he’ll have to pay for luring me out into the cold. The ice made me do it.

Even he now hopes temperatures stay above zero for a bit.

Bewaren

Bewaren

Clean slate


Ik hou van kerst, maar decoraties en stillevens hebben voor mij een maximale houdbaarheidsdatum. Na 25 dagen ben ik ze spuugzat. No rest for the wicked. Ik hou van ons januari huis: opgeruimd en leeg.

We schoven Jet’s bedje uit (wist je dat het vinden van de juiste maat dekbed nog helemaal geen sinecure is?), ze slaapt nu letterlijk en figuurlijk onder een berg Nijntjes en onder haar eigen maan. Want hoe geweldig is het dat je, als fan van de maan, nu ook een eigen maan op je kamer hebt?

Ik installeerde de Bulbo lamp die ik voor mijn verjaardag kreeg (wat een geniaal concept), we hingen een Pivot op in de keuken en ik shuffelde zoals vanouds de stillevens in huis.

Januari begint voor mij de zondag van het jaar te worden: naarmate ik ouder word, ga ik die maand steeds meer waarderen. Er is weer wat ruimte in de agenda, lucht in mijn hoofd en huis. Tijd om soms zowaar eens even niets te doen. Om gewoon thuis te zijn zonder verplichtingen of ellenlange to do lijstjes. Happy days!


Januari at last. All the Christmas decor is back in the attic, we start with a clean slate. I love our empty and clean Januari home. Now that I’m getting older I start to love January in general, when my schedule is less crazy, when there’s sometimes even time to do nothing in particular. We extended our little girl’s bed and installed her Zilverblauw moon (she loves the real moon and her ‘own moon’ as she calls it). I also installed my birthday present: a Bulbo light. We mounted a Pivot in our kitchen and I shuffled around some still lives. All is well. 

It’s going to be legen…wait for it…merry!


Op vtwonen.nl schreef ik al over de kerstversiering in ons huis, die foto’s mogen op dit blog natuurlijk niet ontbreken. Daarom hier en daar hetzelfde verhaal én wat nieuwigheden. For shits and giggles baby, yeah!

Kerstversiering is altijd een beetje een heikel punt voor mij. De plek van de kerstboom is, door de vorm van onze woonkamer, bijvoorbeeld een dilemma. Op de plek bij de achterdeur ziet hij eruit alsof hij naar binnen is geslopen en ieder moment weer kan vertrekken. En aan de voorkant naast de verwarming vergaat hij wel érg snel door de warmte. Het knaagt ook ieder jaar weer aan me dat al die opgekweekte kerstbomen na vier weken bij het vuil terechtkomen. Ik zette onze bomen de afgelopen jaren steeds in de achtertuin, maar aangezien ik zelf geen kerstbomenhandel wil beginnen, is dat ook niet houdbaar.

Nee, ik zat meestal niet in een goede kerstversieringsvibe.


Een kleine, houdbare kerstboom wilde ik dus. En ik vond er ook een dankzij Lisanne, die me de naam van dit naaldboompje tipte. De kamerden of het tafeldennetje (alleen die naam al!) komt oorspronkelijk uit Australië en is een van de enige naaldbomen die je binnen kan houden (dit klinkt alsof het over een huisdier gaat, aaach). Dit boompje speelt nu voor kerstboom en de rest van het jaar is het gewoon een kamerplant. Ik vind het een topoplossing. Ik vond de mijne trouwens gewoon bij Intratuin, mocht je er een zoeken.


Achter de kruk waar mijn tafeldennetje op staat zit ook een leuk verhaal. Iris, mijn (zo bleek wel) Zeer Onverschrokken blogvriendin, trok hem voor mij, na een avond uit, uit een zeecontainer met grof vuil. Zo’n container waar je op moet klimmen om überhaupt te kunnen zien wat erin ligt. Nu vraag je je natuurlijk af waarom we dat wilden weten. We hadden geen Lara Croft ambities of iets dergelijks, maar er hing een stoel over de rand die onze nieuwsgierigheid wekte. En nee, we waren zeer zeker niet dronken. Drank en dumpster diven gaan nooit samen. Onthou dat. (Of maak er anders een YouTube filmpje van. Dan levert die combinatie in elk geval nog potentiële wereldfaam op.)

Ik verfde de kruk donkergroen en roze. De strikken in de boom zijn van HEMA, net als de gouden ‘merry’ letters en de witte pinwheels boven de eetkamertafel. Achter de kerstboom (voor zover je het kan zien, hoera winterlicht!) hangt een analoge foto die ik, geheel geïnspireerd op deze prachtige analoge foto van Anki, een zomer geleden maakte. Over Anki gesproken, zij en haar Lief Casper ontwierpen de kerstboomposter hieronder. Je kan hem hier kopen.

Naast het tafeldennetje staat ook traditiegetrouw de roze boom met Nijntjes in de woonkamer. Die had ik al voor onze dochter geboren werd, want stiekem ben ik zelf ook gek op roze kerstbomen met Nijntjes. De Nijntjes kon je ooit eens sparen bij Bruna. Op raadselachtige wijze heb ik destijds wel 20 Nijntjes verkleed als heks op een bezemsteel bij elkaar gespaard, maar niet veel andere figuurtjes (is dat een wetmatigheid ofzo?). Ik heb mijn verzameling uiteindelijk uitgebreid op de Verzamelaarsbeurs die twee keer per jaar in Utrecht plaatsvindt.


De adventshuisjes kocht ik bij Yay in Antwerpen. Ze zijn van MeriMeri. Ik stopte in ieder huisje een klein cadeautje en iedere ochtend weer probeert Jet er weer meer dan één uit te pakken. Oooh, de onbeschaamdheid van een tweejarige, het is jammer maar ook heel nuttig dat je dat schaamteloze ergens voor je 18e kwijtraakt. Op de foto rechts zie je mijn Duitse Erzgebirge kerstpyramide. Als je de kaarsjes aansteekt, gaat het molentje draaien door de warmte van de kaarsjes. Ik kan daar kinderlijk blij van worden. Jet trouwens niet. Zij vindt dat draaiende molentje op de een of andere manier nogal angstaanjagend. (Het beweegt uit zichzelf maar het is geen mens en ook geen dier: geef het kind eens ongelijk.) Hopelijk verliest ze die angst ook voor haar 18e.


Mijn moeder maakte over de jaren tientallen kerststallen van hout, in alle maten en kleuren voor zo’n beetje de hele familie. Ik heb diepe bewondering voor de vele uren werk die er in die stallen zitten…zeker als je bedenkt dat ze er minimaal 30 gemaakt moet hebben. Degene op de foto’s ‘erfde’ ik dit jaar van haar “omdat ze nu eenmaal liever met warme dan met koude hand geeft” (of dat een officiële uitdrukking is weet ik niet, ik ben op dat vlak een beetje verknipt geraakt…maar ze bedoelt ermee dat ze het liever bij leven en welzijn geeft dan dat we het later erven). Voorafgaand aan die gift ontspon zich trouwens nog een hilarisch gesprek:
Mamma: “Ik moet echt gaan opruimen, ik heb denk ik wel 16 kerststallen in huis staan.”
Ik: “O, dan wil ik héél graag die stal in pastelkleuren adopteren!”
Mamma: “Maar jij hebt toch al een stal?!”

Dat maakt deze tijd misschien wel het allerleukst (en voor hen die hun geliefden moeten missen daarom ook zo moeilijk): deze maand is volgepakt met oude en nieuwe herinneringen en gezelligheid. Het is allemaal zo simpel, maar ik word er heel erg blij van.


Kortom: ik kan rapporteren dat het versieren van het huis dit jaar naar wens verloopt. Jij ook heel veel versierplezier en gezelligheid toegewenst!

A recap of my blogpost for vtwonen.nl about this year’s Christmas decorations in our home. If you want me to share any source, please drop me a line! And of course: have a merry December!

Cloak, dagger, amaryllis


Het is jammer dat de amaryllis niet het hele jaar door als snijbloem verkrijgbaar is. Het is namelijk de perfecte vervanger van de lelie met als groot voordeel dat ze niet stinken.

Afgelopen voorjaar probeerde ik het weer eens met een bos lelies. Ik knipte zelfs hun meeldraden uit de knoppen in de hoop dat dat die penetrante geurstekkerlucht zou voorkomen. Maar lelies zijn gewoon tot in iedere vezel doordrongen van die lucht. Je zou, als je lelies koopt, in feite een soort hoofdpijntoeslag betaald moeten krijgen. Want dat krijg ik van hun lucht.


Amaryllissen daarentegen, verspreiden geen lucht. Die stoppen al hun energie in mooi zijn. En ik vind ze toch echt heel erg op lelies lijken (zoals straks zal blijken, ben ik niet de enige die dat vind) dus ze zijn het perfecte, doch slechts beperkte tijd beschikbare, alternatief. Aan de andere kant: dan waardeer je ze ook weer meer, net zoals al die andere seizoensbloemen.

Van het Bloemenbureau kreeg ik een bos amaryllissen zonder bol toegezonden. Want dat vind ik wel weer een nadeel van de amaryllis, die bol. Ik herinner me nog vrij levendig die ene nacht dat we dachten dat er ingebroken werd en dat we, gewapend met een megazaklantaarn en een adrenalinegehalte waar je ‘u’ tegen zegt, de trap afslopen om er in de woonkamer achter de komen dat de amaryllis die op de kast stond zo topzwaar was geworden dat hij ervan af gevallen was. We hebben naar aanleiding van dat incident wel besloten om het aantal detectives dat we op dat moment volgden wat terug te schroeven.


Grappig genoeg is de amaryllis zoals wij hem kennen in feite geen Amaryllis, maar een Hippeastrum. Hippeastrum is de officiële naam van de bloemen die wij hier op het noordelijk halfrond rond kerst in huis zetten. De échte amaryllis komt uit Afrika, houdt van warmte en bloeit in het voorjaar. Die amaryllissen lijken als twee druppels water op lelies en worden ook vaak zo genoemd (‘Jersey Lily‘, ‘Easter Lily‘), maar zijn slechts verre neven en nichten van de échte lelie (Lilium). Ja, een jaar lang verdiepen in bloemsoorten maakt één ding wel duidelijk: botanisten én de overlevering hebben een potje gemaakt van die bloemennamen.

Als je wél voor een amaryllisbol gaat, kies dan voor een bol die stevig aanvoelt, mooi groen met wit is en die mooie wortels heeft. Let ook op met kinderen en huisdieren, want het sap van de amaryllis is giftig. Hij is namelijk direct verwant aan de narcis. En zet hem dus ergens naar waar hij niet om kan vallen. Tenzij je wel van een beetje spanning en sensatie houdt natuurlijk.

Meer bloemweetjes en -inspiratie? Kijk dan eens op Mooiwatbloemendoen, met wie ik deze blogpost maakte.

The Dutch Flower council sent me this beautiful bouquet of amaryllis flowers. They’re commonly seen here in The Netherland with their bulb still attached to them, but I like them more without the bulb. Not just because they look pretty spectacular when they’re with so many, but also because I still vividly remember that night when we thought there was a burglar in our living room, but what turned out to be a top heavy amaryllis that had toppled off a cupboard. After that night we concluded we really had to cut back our detective binge watching habit.

If you’re looking for more flower related inspiration, take a peek at the website of Mooiwatbloemendoen, whom I collaborated with for this blogpost.

Daisy

daisy-1
Het zal je misschien verbazen, maar in mijn vrije tijd ben ik afvalsorteerder. Tegen wil en dank, maar het is voor het goede doel. Dat zit zo: wij hebben maar liefst 4 kliko’s (of hoe die dingen ook mogen heten, bij ons heten ze kliko’s, maar ik het ook weleens gehoord dat ze silo’s genoemd worden). Ons afval verdelen we over die kliko’s. Plastic bij plastic. GFT bij GFT, papier bij papier, restafval bij restafval, Molly’s bij Molly’s, etc. etc. 

daisy-3
Ik vind het een prettige gedachte dat wij met al dat afval scheiden een bijdrage leveren aan het milieu. Tenminste, ik hoop dat dat de reden is van deze verkapte manier van werkverschaffing. Het is ook de enige reden waarom ik het trouw doe, alhoewel onder luid gemor. Je blíjft namelijk naar die kliko’s lopen. Waarmee ik wel mijn hersens een dienst schijn te bewijzen, want beweging is één van de beste dingen die je voor een gezond stel hersens doen kan. En oké, het geeft dus ook inzicht in de hoeveelheid afval die een driekoppig gezin produceert, ook dat heeft een functie. Dus ik doe het. Maar met gemor. Ook omdat dat een prachtig woord is, trouwens. Gemor.

Naast het scheiden zelf en het inzicht dat de mensheid afschuwelijk veel verpakkingsmateriaal voortbrengt, heeft dit, jawel, zelfs nóg een voordeel. De afvalbak in de keuken zit een stuk minder snel vol. Wij hebben nooit meer (of: amper nog) ruzie over wie er nu weer de afvalzak gaat vervangen. Dus (en hou je vast, er komt nu een héle flauwe woordgrap) áls we ooit besluiten te gaan scheiden, ligt het niet aan dat afval scheiden. Ghè!

daisy-2
Maar alle gekheid op een stokje en even terug naar die prullenbak. Ik had de mosterdgele (al heet het op de website Daisy Yellow) prullenbak van Brabantia al even in de smiezen. Als in: dat ik hem wilde bezitten. De prullenbak ervoor functioneerde prima, al struikelden we aan de lopende band over zijn pedaal. Dat metalige geluid, van een voet die in aanraking komt met een uitstekend pedaal, was inmiddels een geluid dat bij ons huishouden hoorde. Vertrouwd, maar desalniettemin vrij irritant voor degene die aan de voet vastzat.

Onze nieuwe gesponsorde Brabantia is lager en breder, een stuk lichter en zijn pedaal een stuk minder ‘in your foot‘. Ergo: hij komt minder ver de kleine ruimte die onze keuken is in. Het deksel valt zachtjes dicht via een soft-closure techniek. Wat dan weer als nadeel heeft dat we het niet meer horen als onze dochter weer eens een vork/beker/boek/speelgoedje in de prullenbak gooit. Om daarna ontroostbaar te zijn om het verdwenen artikel.

daisy-4
Brabantia doet met deze prullenbakken ook een duit in het afvalzakje (het loopt de spuigaten uit vandaag, met die woordgrappen): voor iedere prullenbak die ze verkopen steunen zij The Ocean Cleanup bij hun strijd tegen de plastic soep in onze oceanen. Kijk, alle beetjes helpen. Daarom loop ik iedere dag gewoon weer een keer of tien naar onze kliko’s. Als dat het minste is wat ik voor ons milieu kan doen, dan doe ik dat. Al dan niet morrend.

A lot of super lame waste-related puns, waste separation and about our new musterd yellow waste bin made by Dutch brand Brabantia