Hoop en de Blauwe Stad

Blue City Rotterdam in voormalig Tropicana - Oh Marie!
Ruim een jaar nadat ik Tropicana in Rotterdam bezocht, is er veel ten goede veranderd. Oké, het hele ‘abandoned gevoel’ verdwijnt er langzaamaan, maar daar komt iets veel beters en hoopvollers voor in de plaats.

Blue City Rotterdam in voormalig Tropicana - Oh Marie!
Blue City Rotterdam in voormalig Tropicana - Oh Marie!Blue City Rotterdam in voormalig Tropicana - Oh Marie!
Tropicana, het leegstaande zwembad gelegen tussen Maas en Maasboulevard in Rotterdam, heet tegenwoordig BlueCity. BlueCity is een circulaire voorbeeldstad. Dit roept misschien Inception-achtige taferelen op van een dubbelgevouwen stad, wat helaas niet zo is. Noch heeft Leonardo DiCaprio er een werkplek. Nee, in deze circulaire voorbeeldstad is afval een grondstof. Wat misschien minder mindblowing klinkt dan Inception, maar wat wel duurzaam is en de redding van de aarde zou kunnen zijn. Wat ik dan best weer heel erg mindblowing vind, trouwens.

Blue City Rotterdam in voormalig Tropicana - Oh Marie!Blue City Rotterdam in voormalig Tropicana - Oh Marie!
Op dit moment zijn de economieën op aarde lineair. Men delft grondstoffen, gebruikt ze en verbrandt ze. Het is allang geen nieuws meer dat dit geen houdbare situatie is. Het duurt niet alleen steeds langer voor de natuur zich hersteld heeft van ons sprinkhanenplaaggedrag, het verbranden van afval stoot ook nog eens enorme hoeveelheden CO2 uit.

Blue City Rotterdam in voormalig Tropicana - Oh Marie!
We moeten, als we die 1.000 jaar die Stephen Hawking de mensheid nog gegeven heeft willen halen, overstappen op duurzame afvalverwerkingsmanieren, bijvoorbeeld circulaire. Bij een circulaire economie wordt het eindpunt van een lineaire economie aan het beginpunt vastgekoppeld. Afval wordt niet verbrand, maar opnieuw gebruikt.

Blue City Rotterdam in voormalig Tropicana - Oh Marie!
Hoe dat in zijn werk gaat? In de Aloha Bar, het voormalige buitenbad van Tropicana en tegenwoordig een restaurant, wordt bijvoorbeeld heel veel koffiedik geproduceerd. In plaats dat koffiedik weg te gooien, worden er door RotterZwam, ook gevestigd in Tropicana, op dat koffiedik oesterzwammen gekweekt. Die oesterzwammen staan vervolgens weer op het menu van Aloha. Het leuke van circulair ondernemen is daarbij dat het extra cirkels creëert. De kweek van oesterzwammen veroorzaakt een hoge CO2 uitstoot, die wordt ‘opgevangen’ en weer gebruikt door een bedrijf dat Spireaux heet. Spireaux kweekt met de uitgestoten CO2 een duurzame voedingsbron genaamd Spirulina: een super voedzaam, geur- en smaakneutraal eiwit waar geen dier aan te pas hoef te komen. Het mycelium (het netwerk van draden) van de oesterzwammen wordt in het BlueCity Lab omgezet naar leer.

Blue City Rotterdam in voormalig Tropicana - Oh Marie!
En zo zijn er nog legio andere voorbeelden te noemen. Het bedrijf FruitLeather verwerkt fruitafval van een lokale markt tot plantaardig leer. OKKEHOUT maakt tafels van afgedankte meerpalen uit de Maas. (Want, om met de maker te spreken, het grootste bos van Rotterdam staat in de Maas). De tafels worden met natuurlijke materialen vervaardigd, zodat ze niet, als ze ooit gerecycled worden, alsnog schadelijke stoffen uitstoten. En zo kan ik nog wel even doorgaan. In Blue City bestaat er niet zoiets als afval, alleen grondstoffen. Wormen verteren een deel van het gft tot compost, plastics worden verwerkt in vogelhuisjes en knikkerpotjes, etc. etc.

Blue City Rotterdam in voormalig Tropicana - Oh Marie!Blue City Rotterdam in voormalig Tropicana - Oh Marie!
Klinkt dit utopisch? Dit is nog maar het begin. BlueCity heeft grootste plannen. Uiteindelijk is er plek voor 50 ondernemers in het voormalige zwembad. Ondernemers die de wereld vanachter hun laptop gaan verbeteren, maar ook voor ondernemers die de mogelijkheid krijgen een ‘circulair plan’ zo te schalen dat het wereldwijd ingezet kan worden.

Blue City Rotterdam in voormalig Tropicana - Oh Marie!Blue City Rotterdam in voormalig Tropicana - Oh Marie!
Als milieuvervuiling volgens Trump een hoax van de Chinezen is om de Amerikaanse economie plat te leggen, dan is zijn kapsel wat mij betreft een hoax om Amerikaanse kappers een slechte naam te geven. Met andere woorden: hoe geruststellend de gedachte dat het allemaal wel meevalt met dat milieu ook lijkt, het is niet zo. Initiatieven zoals BlueCity herinneren me daar niet alleen aan, ze geven me ook hoop. En hoop doet niet alleen leven, het brengt in dit geval ook leven. Of behoudt het. Als ik daar in deze minder hoopvolle tijden een platform voor mag zijn, dan ben ik dat maar al te graag.

Blue City Rotterdam in voormalig Tropicana - Oh Marie!Blue City Rotterdam in voormalig Tropicana - Oh Marie!
Wil je een bijdrage leveren aan BlueCity? Momenteel wordt er met de campagne ‘Nieuw plekkie voor je stekkie’ in BlueCity aan een groene oase van tweedehands planten gewerkt. Want de kokedama’s van LOOT (zie foto’s) zijn prachtig, maar nog lang niet genoeg om de enorme koepel van het zwembad tot een groene oase om te toveren. Heb je een zielige kamerplant die bij jou thuis niet volledig tot zijn recht komt? Breng hem dan, als je een beetje in de buurt woont natuurlijk, naar BlueCity. Je draagt niet alleen bij aan een groene oase middenin de stad, je plant zal (laten we eerlijk zijn, haha!) blij zijn met die tweede kans. En het is ook hartstikke circulair. Om de cirkel weer rond te maken.

Meer lezen? Het AD schreef recent ook een uitgebreid artikel over BlueCity.

Blue City Rotterdam in voormalig Tropicana - Oh Marie!Blue City Rotterdam in voormalig Tropicana - Oh Marie!Blue City Rotterdam in voormalig Tropicana - Oh Marie!
An article about a very promising and hopeful environmental project located in a former abandoned waterpark in Rotterdam called BlueCity. I visited the former swimming pool a year ago and went back to photograph their current encouraging circular business developments. 

Rondkijken in een verlaten zwemparadijs

Tropicana Rotterdam - Oh Marie!
Als je je door het verkeer op de Coolsingel worstelt en in oostelijke richting het centrum van Rotterdam uitrijdt, vervliegen al je frustraties over éénrichtingswegen, moeilijke rotondes en weg-blokkerende vrachtwagens in een oogwenk. Aangekomen op de Maasboulevard is er namelijk weidsheid, water, een stevige bries en een prachtig uitzicht over Rotterdam. De beloning voor al je verkeersinspanningen.

Het gebouw van voormalig zwemparadijs Tropicana aan de Maasboulevard springt ook direct in het oog. Ik ben er tijdens mijn Rotterdamtrips honderden keren langsgereden, altijd denkend dat het een club was of een disco. Ik ben daarin zo ongeveer de enige, want Tropicana was een begrip in Nederland. Beter gezegd: Tropicana was van 1988 tot 2010 hofleverancier spetterplezier. Met andere woorden: één van de meest epische zwemparadijzen van Nederland.

In 2010 sloot Tropicana haar deuren wegens teruggelopen bezoekersaantallen. Sinds die tijd wordt er gesteggeld over wat er met het pand gebeuren moet. De huidige stand van zaken is dat het misschien wel gesloopt gaat worden. Hoog tijd dus voor Oh Marie! om er eens langs te gaan. Je hebt nu eenmaal een Club Tropicana thema in te vullen of niet.

Tropicana Rotterdam - Oh Marie!
Tropicana’s 7.500 vierkante meters zijn momenteel (deels) in gebruik als stadskas (RotterZwam) en bar (de Aloha Bar). En ook al kan je er niet meer meegesleurd worden in de Wildwaterbaan, je kindje er laten sploetsjen in het pierenbadje, je van één van de super glijbanen laten glijden, of je voor even in de tropen wanen, voor mij is Tropicana nog steeds een epische plek. Omdat die oude bestemming en al die herinneringen nog steeds verscholen liggen achter barren, strandstoelen en parasols. Omdat een zwembad zonder water iets spookachtigs heeft en omdat Tropicana de magie heeft van een ‘abandoned place’ zonder écht verlaten te zijn.

De mensen van de Aloha Bar waren zo aardig om ons het zwembad en bar te laten fotograferen (veel dank daarvoor!). Ga je met ons mee?

Tropicana Rotterdam - Oh Marie!Tropicana Rotterdam - Oh Marie!
Van boven naar beneden: de buitenkant van het gigantische complex met haar glijbanen, marmeren toegangstrappen en overwoekerde toegangsdeuren.

Tropicana Rotterdam - Oh Marie!
Tropicana Rotterdam - Oh Marie!
Tropicana Rotterdam - Oh Marie!Tropicana Rotterdam - Oh Marie!Tropicana Rotterdam - Oh Marie!
Van boven naar beneden: het interieur van de Aloha Bar (waar je volgens Anne geweldig lekker eten kan, dus grijp je kans nu het nog kan!).

Tropicana Rotterdam - Oh Marie!Tropicana Rotterdam - Oh Marie!
Van boven naar beneden: vroeger kon je je door deze jungle laten drijven. Ze staat nu droog. Eronder de zeehond uit het voormalige pierenbadje.

Tropicana Rotterdam - Oh Marie!
Boven: die typische zwembadkleerhangers waar je zo handig je hele outfit aan weghangen kon, inclusief schoenen! Erachter de bar waarlangs je naar het buitenterras (het voormalige buitenbad) loopt.

Tropicana Rotterdam - Oh Marie!Tropicana Rotterdam - Oh Marie!
Plafonddetails.

Tropicana Rotterdam - Oh Marie!
Tropicana Rotterdam - Oh Marie!
Langs de bar loop je naar het buitenterras, vroeger het voormalige buitenbad dat nu met vlonders is afgedekt. Op het terras heb je een prachtig uitzicht over de Maas, de zuidoever en de Erasmusbrug. Nog steeds een heerlijke plek om af te koelen op warme dagen, door de wind die de Maas meevoert.

Tropicana Rotterdam - Oh Marie!
Tropicana Rotterdam - Oh Marie!
Tropicana Rotterdam - Oh Marie!
Tropicana Rotterdam - Oh Marie!
Boven naar beneden: de voormalige wildwaterbaan (“Afstand houden!” en “Alleen voor geoefende zwemmers!”) en typische (jaren ’80) zwembaddetails op het buitenterras.

Tropicana Rotterdam - Oh Marie!Tropicana Rotterdam - Oh Marie!Tropicana Rotterdam - Oh Marie!Tropicana Rotterdam - Oh Marie!
De voormalige dompelbaden vormen naar mijn idee nogal een gevaar voor de dronken bezoeker. (Ik: “Mán, als ik dronken was, zou ik zéker in zo’n oud dompelbad knikkeren.” Anne: “Met jouw motoriek hoef je daar niet dronken voor te zijn.” Ik moet schoorvoetend toegeven dat mijn collega hier de spijker op zijn kop slaat.) Verder: de zonbedjes langs het voormalige buitenbad liggen er nog. Het onkruid rukt langzaam op.

Tropicana Rotterdam - Oh Marie!
Tropicana Rotterdam - Oh Marie!Tropicana Rotterdam - Oh Marie!Tropicana Rotterdam - Oh Marie!
Boven naar beneden: uitzicht op het buitenterras met erachter het enorme binnenbad waar tegenwoordig een stadskas gevestigd is. De tropische beplanting is voor een groot deel verwijderd, hier en daar hangen nog wat uitgedroogde takken langs de bladderende plafonds. Het ‘kasdeel’ van het zwembad is voor het grootste gedeelte gesloten voor bezoekers. O, wat hadden we daar graag nog wat rondgedwaald!

Tijdens onze zoektochten op het internet naar de geschiedenis van Tropicana kwamen we een paar leuke filmpjes tegen. Zoals deze die werd gemaakt op de laatste dag dat het zwembad open was (ter vergelijking!) en dit filmpje waar iemand met een drone over het verlaten zwembad vliegt. Heel gaaf en, zoals dat gaat met verlaten gebouwen, ook een beetje triest.

Het bezoeken van Tropicana is een ervaring die je niet wil missen, een waarvan niet zeker is hoe lang hij nog beschikbaar blijft. Ga naar de Aloha Bar, vier er je vrijgezellenfeest, verjaardag, 60-jarig trouwjubileum of ga er gewoon lekker eten tijdens een dagje uit. Wij zeggen: grijp die kans zo lang het nog kan!

Heb jij herinneringen aan Tropicana? Heb je er je kinderfeestje gevierd, of een schoolreisje? Een tand door je lip gekregen in de wildwaterbaan (toch niet zo’n geoefende zwemmer) of je misselijk gegeten aan de sundaes? Deel je verhalen met ons, we kijken ernaar uit!

Tekst en beeld: Marlous Snijder
Met veel dank aan de mensen van de Aloha Bar

Zomerherinnering van Anne van Midden

zomerherinnering anne - oh marie1
Als je in 1986 bent geboren en wordt gevraagd om een jaren ’80 zomerherinnering te schrijven wordt dat toch wel een beetje ingewikkeld. Dus werd het voor Oh Marie’s Anne een vroege jaren ’90 herinnering. Nou vooruit, maar alleen omdat er een zitkuil, gifgroen badpak en retro vouwwagen bij betrokken zijn. Wij zijn de moeilijkste niet (schreef zij zelf). Over het algemeen is de wereld voor kinderen klein en redelijk onschuldig. Voor Anne was de wereld groot, het zwembad te klein en waren boze buurmannen haar te slim af. Gelukkig is het allemaal goed gekomen met het meisje in het groen.

De wereld in een verzopen zitkuil
Tekst en foto’s – Anne van Midden

Met een lijst aan gave landen waar ik als kind mijn zomers heb doorgebracht is het moeilijk één favoriet te kiezen. Mijn ouders waren (goddank) met geen brandende fakkels en hooivorken op een ‘all-in’ camping of resort te krijgen. En dus werd het wildkamperen in Noorwegen en Zweden, wandelen in de Franse bergen, rondtrekken op Corsica, schelpjes zoeken in Cornwall, de ruïnes van King Arthur bezoeken en dammen bouwen in kleine riviertjes in Wales. Stuk voor stuk goede herinneringen, onvergetelijke avonturen en prachtige foto’s om naar terug te kijken.*

Toch is zijn mijn ultieme jaren ’90 zomerherinneringen gebonden aan de minst exotische plekken. De steeg. Het grasveld om de hoek. De straat. Onze achtertuin. Thuis.

Samen met mijn broer en zusje beleefde ik de grootste avonturen in deze kleine wereld. Mijn zusje was ‘de Duitsers’ terwijl mijn broer en ik ondergedoken zaten tussen de campingspullen op zolder (zij wist van niets). We speelden in onze twijfelachtige boomhut (2 planken en een Ajax poster) in het gemeenteplantsoen. We renden de hele buurt door, op vlucht voor de boze buurman. Klinkt nogal creepy, maar na eindeloos belletje lellen snap ik het achteraf gezien wel. Hij was overigens een stuk slimmer dan we dachten en wachtte ons aan het eind van de steeg op. Wij kwamen net trots om de hoek, blij dat we hem afgeschud hadden.. Springt hij opeens achter de heg vandaan: “Nu heb ik jullie!” Oeps.

Gelukkig voor de buurman speelden we ook vaak genoeg braaf in de tuin. Knikkeren, springtouwen, rolschaatsen (al ging dat mij niet al te best af), stoepkrijten en lieveheersbeestjes zoeken tussen de bamboebladeren. Als het echt goed warm was kwam het zwembadje naar buiten. Voor mijn gevoel duurde het úúúúúren voordat de tuinslang eindelijk een respectabel laagje water had geproduceerd. Ondertussen liepen mijn ouders heen en weer met emmers warm water, om het ijskoude te compenseren. Om de wachttijd door te komen haalden wij vast al het plastic speelgoed naar buiten, trok ik mijn gifgroene gesmokte badpak (stylist in de dop) aan en probeerden we elkaar met het koude water nat te spetteren.

Behalve de lange wachttijd zaten er nog wel meer nadelen aan dit, verder natuurlijk idyllische, tafereel:

  • Het plastic oranje zwembadje was zelfs voor ons kleine guppen niet bepaald groot, als broer- en zuslief er niet in zaten kon ik er net languit in liggen. Maar de luxe momenten dat je iets voor jezelf had in een gezin met 3 kinderen waren helaas zeldzaam.
  • Het water was vrij vlug afgekoeld en al snel zaten we met bibberende beentjes te spelen. Gewoon volhouden, want anders halen ze het badje weer weg. Omdat we niet elke dag úúúúúren wilde wachten tot het badje ‘vol’ was (en omdat het je reinste waterverspilling is) bleef het water staan voor de volgende dag. Probeer na een gemiddelde Nederlandse zomernacht maar eens met een stalen gezicht te gaan zitten en te zeggen “nee hoor, het is niet koud, dit kan prima”. Brrrr.
  • Die 70s zitkuil in de tuin was een briljant ontwerp van mijn moeder, want: bankjes en speelruimte in één. Maar de grote tegels waren nou niet echt een goede landingsbaan voor een sprong in het zwembadje. En alhoewel we geen duik namen (zo dom waren we ook weer niet) hebben we er behoorlijk wat schaafwonden aan overgehouden.
  • Als één van ons het zat was of gewoon zin had om de anderen te pesten, was het veel te makkelijk om simpelweg de rand naar beneden te houden. Er zat nauwelijks lucht in het badje, dus je kon hem gewoon platleggen. Voilà! Boze broer/zus en een verzopen zitkuil. (Waarom mijn ouders er nooit opgekomen zijn om van de zitkuil zelf een zwembad te maken is mij een raadsel..)
  • Je kon er niet in zwemmen. Punt.

Allemaal first world problems natuurlijk. Toch was dat mijn idee van een ultieme zomerdag, met mijn broer en zusje in dat kleine oranje badje, in de zitkuil, in de achtertuin. In onze kleine wereld.

zomerherinnering anne - oh marie

…oké, dus misschien doken we wel in het zwembadje en riepen we die schaafwonden over onszelf af. Maar in my defense, die blonde jongen op de foto rechts was Karel-Jan, mijn ‘vriendje’. Gevalletje indruk maken dus. Verder een hoog retro gehalte door onze oranje-bruine vouwwagen op de foto links.

* En hierbij nog wat foto’s van onze ‘grote wereld’ zomervakanties, als warm water ter compensatie voor het koude badje:

zomerherinnering anne - oh mariezomerherinnering anne - oh marie
zomerherinnering anne - oh marie2
Alle zomerherinneringen lezen?
Back to the Breakfast Club door Jonas van der Zeeuw
Zomerhuisje aan zee, maar dan anders door Vera Bertens
Herinneringen aan een Amerikaanse zomer door Zita Bebenroth
Het mysterie van de verdwenen kwallen door Wendel Visser
Een les popgeschiedenis door Casper Boot
Feestjes, etentjes, Papiaments en blonde kraaltjesharen door Iris Vank
Herinnering met een Zeer Onverwacht Einde door Marloes de Vries
Op vakantie in Oostenrijk? Vermoord een paraglider! door Jasper Smit
Spaanse Pablo’s en een harpoenincident door The Holy Kauw Company
Een gruwelijk vakantieverhaal over een bitchy oma door Anna Denise Floor

Zomerherinnering van Anna Denise Floor

Zomerherinnering Anna Denise Floor - Oh Marie!
We herinneren ons het hilarische verhaal van een iemand die een hele avond lang een vakantiefotopresentatie van twee hondenliefhebbers moest bijwonen. De liefdevolle baasjes toonde die avond foto’s van hun vakantie Frankrijk. Of eigenlijk, van hun hond in Frankrijk. Hond onder een boom, naast een tafel, op een stoel, in een oud straatje, in zee, op het strand, op schoot, weer op een stoel en ga zo maar even een lange avond door. Dit is natuurlijk een wel heel extreem geval van een verplichte vakantiefoto-kijk situatie. Ons punt is: het tonen van vakantiefoto’s is een hele effectieve manier om je vriendengroep in rap tempo uit te dunnen. Vakantieverhalen zijn eigenlijk alleen maar leuk als ze gruwelijk zijn. Daarom deelt Anna Denise vandaag haar (zomer)herinneringen aan haar Zwitserse, bitchy oma. Die niet van slapjanussen, knoeierts, rot-routes of boomstammen door haar ramen houdt…

Een gruwelijk vakantieverhaal over een bitchy oma
Tekst en foto’s – Anna Denise Floor

Er is bijna niets saaiers, vind ik persoonlijk, dan het aanhoren van andermans vakantieverhalen. Ik vind mezelf horen praten over mijn vakantie al dodelijk vervelend. Het weer was lekker, het eten geweldig, de cultuur onovertroffen en och, het is echt zo fijn om eens helemaal lekker off the grid te zijn, weet je? Erger is het nog als de vakantiefoto’s uit de kast komen. Gelukkig krijg je tegenwoordig al gauw een iPhone in je handen gedrukt zodat je op eigen tempo kunt scrollen, maar ik ril bij de herinnering aan de urenlange slideshows die mijn opa speciaal voor ons had klaargezet op DVD.

Vakantieverhalen hoor ik dus meestal beleefd (je wilt toch nog een beetje sociaal gevonden worden) maar in stilte gepijnigd aan – met uitzondering van de verhalen in de categorie ‘gruwelijke’. Ik begrijp dat ik mijn geloofwaardigheid als geïnteresseerd medemens hiermee voorgoed verknal, maar een door een orkaan opgezogen tent of een rondreis door India met je voormalige BFF die niet meer tegen je praat is gewoon een beter verhaal. Ooit zal de verteller hier zelf ook om kunnen lachen, maar voordat het zover is doe ik het graag voor ze.

Mijn eigen gruwelijke vakantieverhalen gaan regelmatig over mijn bitchy oma, soms links en rechts wat aangedikt, maar grotendeels op waarheid berust. Mijn oma is een boel dingen. Oud (92), intelligent (tikt zo’n vier boeken per week af), sterk (woonde tot eerder dit jaar nog alleen op een berg in Zwitserland), zelfverzekerd (bestelde na 40 jaar op die berg haar brood nog steeds in het Nederlands) en geobsedeerd met tennis (Federer). Aardig, echter, is mijn oma niet.

Mijn oma houdt zich in.
Ze zal je nieuwe vriend/man een hand geven en vervolgens op de ‘vieze’ stoel zetten – “want ik weet nog niet of je een knoeiert bent of niet, maar de meeste mannen zijn knoeierts”.
Ze zal je vragen of je “nog van plan was je haar te knippen dit jaar” (antwoord ‘nee’).
Ze zal je vragen of je “altijd je grapefruit in je yoghurtbakje eet” en enkel haar wenkbrauwen ophalen.
Dat is dag 1 en dag 2.

Dag 3. Dit is de dag waarop je, als volwassen kleindochter, een lange wandeltocht slash meerdaagse excursie inplant.
Als elfjarige is dat een ander verhaal.
Moeder is naar de bakker gevlucht terwijl vader en oma ruzie maken over de beste wandelroute naar een dorpje verderop. Oma is al in geen tien jaar buiten het dorp geweest, maar is er vrij zeker van dat de route die mijn vader voorstelt “een rot-route” is.

Samen met mijn twee jongere broertjes ben ik aan het voetballen. Of nou ja, mijn broertjes zijn aan het voetballen en ik ben dennenappels naar hun hoofd aan het gooien. Voetballen voor gevorderden, level 3. Dit is tot op zekere hoogte allemaal prima (voor mij dan), tot mijn oudste jongste broertje besluit dat voetballen leuker is met stukken hout. Langs het huis ligt namelijk genoeg hout opgestapeld om een hipsterhuis van rustiek meubilair mee in te richten. Dat hoort bij een chalet. Er horen wel meer dingen bij mijn oma, maar een stuk hout door de ruiten voetballen valt daar niet onder.

Ik herinner me vooral nog hoe heerlijk veel herrie het maakte toen het stuk hout door de ruit vloog en de onmiddellijke realisatie op het gezicht van mijn broertje dat dit wellicht niet zo’n goede zaak was voor hem. Hij was de populariteitsrace bij mijn oma sowieso al niet aan het winnen, geheel buiten zijn toedoen om overigens. Ondanks het feit dat mijn broertjes liever, stiller, aardiger en socialer waren (en zijn) dan ik, houdt mijn oma gewoon niet van jongetjes. Alle mannen en jongens zijn knoeierts en slapjanussen. Behalve mijn opa, maar die is al veertig jaar dood. En nu heeft mijn broertje het raam doodgemaakt en daarmee zijn kans op een extra vijf franc aan het eind van de vakantie.

Eenmaal de trap af gelokt door het kabaal en het gejank van mijn broertje, blijken oma en vader echter nog niet het ‘rotplannen en je bent zelf eigenwijs’ station gepasseerd te zijn. Moeiteloos maken ze een pitstop bij het raam en al snel gaat de discussie niet meer over of mijn broertje wél of niet dom bezig was (wel, maar hij is acht), maar over wie de verzekeringsclaim mag indienen. Mijn oma heeft immers ‘de beste verzekering, nog afgesloten door je vader’ en mijn vader heeft ‘daar zijn twijfels bij en bovendien een prima aansprakelijkheidsverzekering’.

Mijn broertjes en ik besluiten in een opblaasbadje te gaan zitten om de situatie bij proxy wat af te koelen. Het helpt niet veel, maar ik krijg ergens halverwege de vakantie stilletjes de vijf franc van mijn broertje in mijn handen gedrukt. ‘Dan had hij maar geen boom door het raam moeten gooien’. Ik wou dat ik kon zeggen dat ik het geld op zijn minst met de arme jongen gedeeld heb, maar ik geloof dat ik er kauwgom van gekocht heb. Wellicht lijkt ik meer op mijn oma dan ik zou willen toegeven. Daarnaast, kauwgom is duur in Zwitserland.

Zomerherinnering Anna Denise Floor - Oh Marie!
Zomerherinnering Anna Denise Floor - Oh Marie!
Alle zomerherinneringen lezen?
Back to the Breakfast Club door Jonas van der Zeeuw
Zomerhuisje aan zee, maar dan anders door Vera Bertens
Herinneringen aan een Amerikaanse zomer door Zita Bebenroth
Het mysterie van de verdwenen kwallen door Wendel Visser
Een les popgeschiedenis door Casper Boot
Feestjes, etentjes, Papiaments en blonde kraaltjesharen door Iris Vank
Herinnering met een Zeer Onverwacht Einde door Marloes de Vries
Op vakantie in Oostenrijk? Vermoord een paraglider! door Jasper Smit
Spaanse Pablo’s en een harpoenincident door The Holy Kauw Company

Deze jaren ’80 items ga je zeker herkennen!

Velen van ons, en zo ook yours truly, waren in de jaren ’80 nog veel te jong om al in Club Tropicana te slierten. Laat staat om met Hoog Haar aan het zwembad te liggen. Girls just wanna have fun hield voor ons in dat we op vrijdagavond in onze pyjamaatjes met een schaaltje chips voor de buis naar Zeg ‘ns Aaa of Waku Waku keken. (Oo wat wilde ik graag een Waku Waku aap bezitten. Jij ook?)

Wij brachten onze jeugd buiten door op de Pogobal (die rubberen bal met die rand eromheen alsof je op Saturnus stond te springen – dat ding met gekneusde enkel garantie), het aankleden van My Little Pony, het ombouwen van Transformers van auto naar robot..en weer terug en, omdat het nog het pre-internet tijdperk was, met het kijken naar plaatjes van Disneyfilms door onze Viewmasters.

Ach, wat was het leven nog overzichtelijk en het speelgoed Spartaans. Je moest je action figures immers nog zelf verplaatsen. Bij gebrek aan wifi. Of batterijen.

Speciaal voor ons Club Tropicana thema en omdat schrijver dezes het fantastisch vindt om deze wandeling over Herinneringstraat te lopen, legden we een aantal typische jaren ’80 items onder de loep. Zonder wetenschappelijke onderbouwing, met wellicht hier en daar een snuf herinnering die stiekem zijn oorsprong in de jaren ’90 vindt. Maar hallo, bij de overgang van 1989 naar 1990 stopten kappers ook niet acuut met het touperen van pony’s of het scheren van blockheads, of wel dan?

Jas II verkl
Pastel colourblocking
Pastel en neon, die trend die anno 2015 ook alweer op z’n retour is, vindt zijn oorsprong in de jaren ’80. Ik herinner me twee klasgenootjes die hetzelfde zwart-met-neonkleurige kledingsetje hadden: een zwart shirt met zo’n typisch nietszeggend geborduurd strijklabel erop (weet je nog? Die strijkplaatjes die je moeder/vader op je trui over een gaatje heen kon naaien? Die dingen die het moesten doen lijken dat je een designtrui aan had?) en een rok met een petticoat van neonroze of -groen. Ik zag neongroen van jaloezie van die pakjes. Maar goed, ik had mijn trainingspak. Was ik supertrots op. Zeker als ik er mijn Diadora’s onder aan had.

Maar, waar had ik het over? O ja: pastel colourblocking. De kleuren waren zacht of neon en colourblocking was net zo hot als de blockhead. De snit van de kleding was daarbij per definitie wijd. Of eigenlijk meer.. rond. Waardoor je er ook per definitie uitzag als een Michelinpopje of de Stay Puffed Marshmellow Man uit Ghostbusters. Die trouwens ook uit de jaren ’80 stamt. Zo is de cirkel weer rond. Net zoals de kleding. Nu hou ik echt op.

Wat me wel bij de volgende opmerkelijke jaren ’80 stijl brengt: woeste vegen. Of, om in jaren ’80 termen te blijven: ‘flitsende felle kleuren’. Kom je in een kringloop een dekbed tegen waarop een marmermotief wordt gecombineerd met woeste vegen of heftige strepen? Dan ben je waarschijnlijk in de jaren ’80 stijlkamer verzeild geraakt. De jaren ’80 waren stijltechnisch grenzeloos en zo ook de patronen. Als kussenhoesje kan dat nog aardig zijn, maar op de gordijnen van je slaapkamer wordt dat een heel ander verhaal. Dat ze in de jaren ’80 niet constant hoofdpijn hadden in bed, mag een wonder heten. Dat er überhaupt nog kinderen zijn geboren in de jaren ’80 dus ook!

Jaren '80 items - Oh Marie!
My Little Pony
Welk kind wil nu geen verzorgpony voor z’n verjaardag? Dat moet de fabrikant van My Little Pony, Hasbro, begin jaren ’80 gedacht hebben. Voor ieder kind dat met alleen de Penny lezen niet tevreden was, bedacht Hasbro de ultieme verzorgpony: eentje die je kon aankleden, in kleuren die paste bij je kinderkamertje, die kwam zonder dierenartskosten en waar je met gemak een hele kudde van kon bezitten. Om nog maar te zwijgen van de hoeveelheid pachtgeld en hooi die deze paardjes je bespaarde! Gouden zet, Hasbro!

My Little Pony kwam ook – zoals al het speelgoed – met een hele trits accessoires. Had je ouders die hun respect wilde afkopen (of heel rijk waren of heel vrijgevig of altijd weg waren en jouw eenzaamheid wilde vullen met een kudde plastic paarden), dan kreeg je My Little Pony met alle daarbij behorende toeters en bellen. Mijn ouders vonden dat allemaal maar onzin (in ruil daarvoor kreeg ik een fijne jeugd zonder trauma’s), dus woonde mijn My Little Pony in een oude schoenendoos. Waar ik overigens, na wat morren, ook heel erg tevreden mee was. *Tekent deze pedagogische les op voor opvoeding eigen dochter*.

Jaren '80 items - Oh Marie!
Dummies
“Zachte fruitige vriendjes in een dubbel doosje. Snoepjes om te kauwen, daar kan je het mee doen. Het doosje kan breken met een krak!”

Nee, deze tekst komt niet uit de Paastoespraak van de Paus (‘Bedankt voor die bloeoeoeoemen’), dit zijn zinnen uit de reclame voor Dummies, die mini-snoepjes die zo lekker tussen je tanden bleven plakken.

Blijkbaar was er niemand in de jaren ’80 die dacht: “Hmm, curieuze jingle.” Maar toch. Zelfs Edwin Rutten (Ome Willem!), die de reclame inrapte (jawel!) kon uiteindelijk niet voorkomen dat de Dummies in de jaren ’90 uit het snoepschap verdwenen.

Ik bewaar zoete (sorry voor de woordgrap) herinneringen aan de Dummies. De romantiek van het ineens leegkieperen van het doosje in je mond en de enorme plakkerige bal met dummies die dan tussen je kiezen bleef plakken is ongeëvenaard. Hetzelfde effect kreeg je door drie Lange Jannen in je giechel te proppen, maar ook die hebben het veld moeten ruimen. Of het toegenomen aantal kinderen met ADHD nu de reden was van het verdwijnen van dit epische snoep of omdat er iets te vaak vullingen meekwamen bij het verwijderen van plakkende massa’s uit monden..we zullen het nooit weten.

Tijdens een rondgang op het internet ontdekte ik dat Dummies aan een revival zijn begonnen. Die vriendelijke blije ronde vriendjes die op de verpakking stonden, zijn echter vervangen door een soort manisch kijkende fruitfiguren (die blijkbaar teveel Dummies en Lange Jannen tegelijk hebben gegeten) die ik eerder afschrikwekkend dan een unique selling point vind. Slechte marketing hoor. Ik zou de fabrikant willen adviseren om eens koffie te gaan drinken op de marketingafdeling van Hasbro. Verder zal ik de verleiding van het maken van een bruggetje tussen ‘dummy’ en ‘marketing’ hier proberen te weerstaan.

Jaren '80 items - Oh Marie!
Mon ChiChi
Niet echt heel knuffelbaar, die aapjes met hardplastic snoetje, handjes en voetjes. En waarom bleef dat duimpje nooit in dat mondje zitten, ook al waren beide lichaamsonderdelen zó ontworpen dat dat wel de bedoeling was?

Toch was Mon ChiChi, of Kiki zoals ik hem noemde, mijn grote jeugdvriend. Ik herinner me dat een jonger familielid voor haar eerste verjaardag de grootste Mon ChiChi kreeg die ik ooit gezien heb (de eindbaas der Mon ChiChi’s, zogezegd) en dat ik -wederom- groen van jaloezie zag toen hij uitgepakt werd. Niet dat ik dat aan mijn eigen Kiki liet merken natuurlijk, want dat had hem veel verdriet gedaan. Kiki bood een groot luisterend plastic oor voor kinderverdrietjes en zorgde ervoor dat je, waar je ook was, sliep als een roos. Alle Kiki’s uit de jaren ’80 leidden aan zogeheten neus-corrosie: het verdwijnen van de verflaag op de neus. Dit lichamelijk letsel werd ruim gecompenseerd met een heleboel peuter-, kleuter, (en vooruit) achtste-groeper liefde. Tijdens brugklaskamp nam ik Kiki niet meer mee, wat me hoongelach van leeftijdgenootjes bespaarde, maar me wel een week slecht slapen en heimwee opleverde. Ik weet achteraf nog steeds niet wat erger was.

Jaren '80 items - Oh Marie!
Pin y Pon
Mijn liefde voor het bouwen van tafereeltjes zat er al vroeg in. Of Pin en Pon daar de aanleiding van zijn geweest of het gereedschap was waarmee deze liefde voorgoed werd verzegeld is niet meer te herleiden, feit is dat Pin en Pon mijn allerliefste lievelingsspeelgoed was toen ik klein was. Het speelgoed lijkt wat obscuur te zijn, want vaak als ik over mijn geliefde Pin en Pon begon, werd ik onbegrepen aangekeken. Ziedaar, toch nog een jeugdtrauma. Deze alinea is dus voor kenners of voor degene die na het lezen ervan zo enthousiast is geworden dat hij alsnog de krochten van het internet zal afgaan om een vintage Pin en Pon tafereel in zijn bezit te krijgen.

Wat je dan deed met Pin en Pon? Tafereeltjes bouwen met pastelkleurige ieniemienie spulletjes. Er werd nog net geen microscoop bij geleverd en tijdens het bouwen werd je geduld genadeloos op de proef gesteld. De Pin en Pon poppetjes hadden kapseltjes die je kon verwisselen. Dat kon trouwens alleen met de meisjeskapseltjes, want aan emancipatie deed men nog niet zo hardcore in de jaren ’80 en jongetjes komen uit de stomfabriek en die mogen geen ander kapsel. Of zoiets.

Als het tafereel helemaal afgebouwd was en alle mini-accessoires en poppetjes op hun plek stonden kon je – theoretisch gezien – natuurlijk ook met Pin en Pon spelen. Maar dat was voor mij de lol niet. Als alles eenmaal stond, dan flikkerde ik de hele santenkraam weer zó in z’n schoenendoos (de schoenendozenindustrie draaide overuren in mijn tijd). Ja kom nou. Na uren priegelen stond eindelijk alles op z’n plek. Dat ging ik dan toch zeker niet weer overhoop halen?!

Jaren '80 items - Oh Marie!
Abstracte mensfiguren
Ik heb lang na moeten denken over de beschrijving van dit jaren ’80 item. We hebben dan misschien wel iets te danken aan de jaren ’80 op patroongebied, van één ding hoop ik dat het nooit meer het daglicht van de revival gaat zien en dat zijn die typische jaren ’80 man- en vrouwfiguren die je op kaftpapier, schriften, reclame-uitingen en ander drukwerk tegenkwam. De figuren zijn een optelsom van jaren ’80 lelijkheid. Bij het zien van dit papier in de kringloop moest ik de neiging onderdrukken om het alleen maar te kopen om het thuis in de haard op te stoken, zo lelijk vind ik het. Trouwens, misschien dat ik dat alsnog wel ga doen. Ik ga er niet meer woorden aan vuil maken. Excuses voor het abrupte einde van deze blogpost, maar ik kan de neiging om een fik te stoken niet langer onderdrukken.

(…)

*Denk hier een vredig kijkende emoticon want zó erg is het nu ook weer niet*