Berichten

Een lijmpistool en kilometers plakband: mijn allereerste blauwe maandag ervaring

Editorial - Oh Marie!
Lang geleden, toen liquide middelen vooral nog drank en geen geld betekende, wilde ik met een groepje vriendinnen op vakantie. Alhoewel het leven toen nog écht goedkoop was (ik heb de langzaam vervagende supermarktbonnetjes er nog eens op nageslagen), hoog was het inkomen van een 16-jarige nog niet. Áls er al sprake van enige inkomen was. Er zat dus niks anders op dan die vakantie te bekostigen met een vakantiebaantje.

Enter mijn eerste ervaring met het begrip blauwe maandag.

In de buurt van mijn woonplaats (maar desalniettemin op de fiets toch zeker een kwart-Tour) bevond zich een grote loods waarin een schoolboekenleverancier gevestigd zat. Deze leverancier had ieder jaar één belangrijke taak te vervullen en dat was het fatsoeneren en opnieuw verspreiden van boekenpakketten aan de leerlingen van het voortgezet onderwijs in de regio. Dat was nog in de tijd dat je je als brugpieper een liesbreuk sjouwde aan kilo’s en kilo’s schoolboeken. Mijn generatie had dan wel geen last van vroegtijdig overgewicht, het percentage liesbreuken en rugklachten moet hoger zijn geweest in de jaren ’90. Dat kan niet anders.

Maar, ik dwaal af.

De boekleverancier huurde iedere zomer goedkope arbeidskrachten (lees: zestienjarigen) in om alle aan het eind van het schooljaar ingeleverde boeken te repareren en nieuwe boekenpakketten samen te stellen. Mocht je een romantisch beeld hebben bij deze reparatiewerkzaamheden: repareren betekende hier slechts de rug van het boek vastlijmen met een lijmpistool en losgeraakte bladzijden weer vastplakken met plakband.

Gelukkig kreeg mijn beste vriendin de baan ook en werden we samen in een U-vormig groepje tafels ingedeeld om dit werk te verrichten. Aan het hoofd van de tafels zat een man ons de hele dag in de gaten te houden. Ik denk om te voorkomen dat we obscene tekeningen in de boeken zouden maken met ons lijmpistool. Of een argeloze nieuwe lichting 16-jarigen in plakbandletters te waarschuwen voor dit zomerwerk. (DOE.HET.NIET!)

Onze opzichter was zeker geen 16, maar eerder 50. Ik herinner me nog dat ik me afvroeg hoe deze man zijn dagen doorkwam. Voor mij was dit werk een tussenstation (gesteld dat ik alle op de planning staande diploma’s ging halen), voor hem toch meer iets eindstation-achtigs. Ik vroeg me af hoe een mens het volhoudt om dag in dag uit een stelletje melige pubers te moeten waarnemen. Pubers gewapend met een lijmpistool, kilometers plakband en een aanleg voor flauwe grappen.

Nu ik er wat langer over nadenk is dat natuurlijk wat duizenden ouders (en leraren) dagelijks doen, maar dat realiseerde mijn puberbrein zich destijds nog niet.

Ook hadden we een prikklok. We klokten bij binnenkomst om 8.15u in en om 10.00u weer uit voor een korte koffiepauze van 15 minuten. Om 12.30u klokten we uit voor een half uur lunch en om 15.00u ’s middags herhaalde het koffiekwartiertje van de ochtend zich nog een keer.

Ik huldig het principe dat ook leren wat je níet wil goed en vormend voor je is. Ik heb tijdens mijn allereerste vakantiebaan geleerd dat prikklokken en ik niet bij elkaar passen. Dat wij water en vuur zijn. Papier en shredder. Donald Duck en Buurman Bolderbast. Smurfen en Gargamel. Het Songfestival en winnen. Tienduizend lepels als je een vork nodig hebt.

Om het begrip ‘tijd’ nog wat verder te benadrukken tijdens het toch al vrij geestdodende werk, hing er in de hal waar alle feestelijkheden plaatsvonden een gigantische klok. Die – eerlijk waar, ik heb het met mijn eigen ogen gezien – terug ging in de tijd. Voor tijdreizen heb je geen DeLorean nodig, slechts eentonig werk en een grote klok. Serieus.

Je voelt hem al aankomen: ik heb het werk een week volgehouden. Toch voelde het als weken, nee járen, toen ik besloot mijn lijmpistool in de wilgen te hangen. Of eigenlijk: te plakken. Zeker nadat de opzichter mij en mijn vriendin ieder in een andere hoek van de loods installeerde omdat hij (en ik quote) “onze smoeltjes niet uit elkaar kon houden.” Mijn vriendin en ik mogen dan dezelfde voornaam hebben, we lijken (helaas voor mij) zeker niet op elkaar. Meer waarschijnlijk hadden we net onze 40e we-kijken-elkaar-aan-en-krijgen-de-slappe-lach-moment van die dag gehad. Ook pubertoezichthouders hebben hun grenzen.

In die week verdiende ik precies genoeg om op vakantie te kunnen.

Het leven was immers nog goedkoop in de jaren ‘90.

(Heb jij ook een blauwe maandag iets gedaan? Een verzameling gehad, een bijzondere (bij)baan of hobby? Of iets anders natuurlijk! Wij willen jouw verhaal graag horen, de leukste verhalen verzamelen we in een blogbericht. Deel jouw blauwe maandag ervaring op info[at]ohmarie.nl. We zijn benieuwd!)

Zomerherinnering van Anne van Midden

zomerherinnering anne - oh marie1
Als je in 1986 bent geboren en wordt gevraagd om een jaren ’80 zomerherinnering te schrijven wordt dat toch wel een beetje ingewikkeld. Dus werd het voor Oh Marie’s Anne een vroege jaren ’90 herinnering. Nou vooruit, maar alleen omdat er een zitkuil, gifgroen badpak en retro vouwwagen bij betrokken zijn. Wij zijn de moeilijkste niet (schreef zij zelf). Over het algemeen is de wereld voor kinderen klein en redelijk onschuldig. Voor Anne was de wereld groot, het zwembad te klein en waren boze buurmannen haar te slim af. Gelukkig is het allemaal goed gekomen met het meisje in het groen.

De wereld in een verzopen zitkuil
Tekst en foto’s – Anne van Midden

Met een lijst aan gave landen waar ik als kind mijn zomers heb doorgebracht is het moeilijk één favoriet te kiezen. Mijn ouders waren (goddank) met geen brandende fakkels en hooivorken op een ‘all-in’ camping of resort te krijgen. En dus werd het wildkamperen in Noorwegen en Zweden, wandelen in de Franse bergen, rondtrekken op Corsica, schelpjes zoeken in Cornwall, de ruïnes van King Arthur bezoeken en dammen bouwen in kleine riviertjes in Wales. Stuk voor stuk goede herinneringen, onvergetelijke avonturen en prachtige foto’s om naar terug te kijken.*

Toch is zijn mijn ultieme jaren ’90 zomerherinneringen gebonden aan de minst exotische plekken. De steeg. Het grasveld om de hoek. De straat. Onze achtertuin. Thuis.

Samen met mijn broer en zusje beleefde ik de grootste avonturen in deze kleine wereld. Mijn zusje was ‘de Duitsers’ terwijl mijn broer en ik ondergedoken zaten tussen de campingspullen op zolder (zij wist van niets). We speelden in onze twijfelachtige boomhut (2 planken en een Ajax poster) in het gemeenteplantsoen. We renden de hele buurt door, op vlucht voor de boze buurman. Klinkt nogal creepy, maar na eindeloos belletje lellen snap ik het achteraf gezien wel. Hij was overigens een stuk slimmer dan we dachten en wachtte ons aan het eind van de steeg op. Wij kwamen net trots om de hoek, blij dat we hem afgeschud hadden.. Springt hij opeens achter de heg vandaan: “Nu heb ik jullie!” Oeps.

Gelukkig voor de buurman speelden we ook vaak genoeg braaf in de tuin. Knikkeren, springtouwen, rolschaatsen (al ging dat mij niet al te best af), stoepkrijten en lieveheersbeestjes zoeken tussen de bamboebladeren. Als het echt goed warm was kwam het zwembadje naar buiten. Voor mijn gevoel duurde het úúúúúren voordat de tuinslang eindelijk een respectabel laagje water had geproduceerd. Ondertussen liepen mijn ouders heen en weer met emmers warm water, om het ijskoude te compenseren. Om de wachttijd door te komen haalden wij vast al het plastic speelgoed naar buiten, trok ik mijn gifgroene gesmokte badpak (stylist in de dop) aan en probeerden we elkaar met het koude water nat te spetteren.

Behalve de lange wachttijd zaten er nog wel meer nadelen aan dit, verder natuurlijk idyllische, tafereel:

  • Het plastic oranje zwembadje was zelfs voor ons kleine guppen niet bepaald groot, als broer- en zuslief er niet in zaten kon ik er net languit in liggen. Maar de luxe momenten dat je iets voor jezelf had in een gezin met 3 kinderen waren helaas zeldzaam.
  • Het water was vrij vlug afgekoeld en al snel zaten we met bibberende beentjes te spelen. Gewoon volhouden, want anders halen ze het badje weer weg. Omdat we niet elke dag úúúúúren wilde wachten tot het badje ‘vol’ was (en omdat het je reinste waterverspilling is) bleef het water staan voor de volgende dag. Probeer na een gemiddelde Nederlandse zomernacht maar eens met een stalen gezicht te gaan zitten en te zeggen “nee hoor, het is niet koud, dit kan prima”. Brrrr.
  • Die 70s zitkuil in de tuin was een briljant ontwerp van mijn moeder, want: bankjes en speelruimte in één. Maar de grote tegels waren nou niet echt een goede landingsbaan voor een sprong in het zwembadje. En alhoewel we geen duik namen (zo dom waren we ook weer niet) hebben we er behoorlijk wat schaafwonden aan overgehouden.
  • Als één van ons het zat was of gewoon zin had om de anderen te pesten, was het veel te makkelijk om simpelweg de rand naar beneden te houden. Er zat nauwelijks lucht in het badje, dus je kon hem gewoon platleggen. Voilà! Boze broer/zus en een verzopen zitkuil. (Waarom mijn ouders er nooit opgekomen zijn om van de zitkuil zelf een zwembad te maken is mij een raadsel..)
  • Je kon er niet in zwemmen. Punt.

Allemaal first world problems natuurlijk. Toch was dat mijn idee van een ultieme zomerdag, met mijn broer en zusje in dat kleine oranje badje, in de zitkuil, in de achtertuin. In onze kleine wereld.

zomerherinnering anne - oh marie

…oké, dus misschien doken we wel in het zwembadje en riepen we die schaafwonden over onszelf af. Maar in my defense, die blonde jongen op de foto rechts was Karel-Jan, mijn ‘vriendje’. Gevalletje indruk maken dus. Verder een hoog retro gehalte door onze oranje-bruine vouwwagen op de foto links.

* En hierbij nog wat foto’s van onze ‘grote wereld’ zomervakanties, als warm water ter compensatie voor het koude badje:

zomerherinnering anne - oh mariezomerherinnering anne - oh marie
zomerherinnering anne - oh marie2
Alle zomerherinneringen lezen?
Back to the Breakfast Club door Jonas van der Zeeuw
Zomerhuisje aan zee, maar dan anders door Vera Bertens
Herinneringen aan een Amerikaanse zomer door Zita Bebenroth
Het mysterie van de verdwenen kwallen door Wendel Visser
Een les popgeschiedenis door Casper Boot
Feestjes, etentjes, Papiaments en blonde kraaltjesharen door Iris Vank
Herinnering met een Zeer Onverwacht Einde door Marloes de Vries
Op vakantie in Oostenrijk? Vermoord een paraglider! door Jasper Smit
Spaanse Pablo’s en een harpoenincident door The Holy Kauw Company
Een gruwelijk vakantieverhaal over een bitchy oma door Anna Denise Floor

Zomerherinnering van Anna Denise Floor

Zomerherinnering Anna Denise Floor - Oh Marie!
We herinneren ons het hilarische verhaal van een iemand die een hele avond lang een vakantiefotopresentatie van twee hondenliefhebbers moest bijwonen. De liefdevolle baasjes toonde die avond foto’s van hun vakantie Frankrijk. Of eigenlijk, van hun hond in Frankrijk. Hond onder een boom, naast een tafel, op een stoel, in een oud straatje, in zee, op het strand, op schoot, weer op een stoel en ga zo maar even een lange avond door. Dit is natuurlijk een wel heel extreem geval van een verplichte vakantiefoto-kijk situatie. Ons punt is: het tonen van vakantiefoto’s is een hele effectieve manier om je vriendengroep in rap tempo uit te dunnen. Vakantieverhalen zijn eigenlijk alleen maar leuk als ze gruwelijk zijn. Daarom deelt Anna Denise vandaag haar (zomer)herinneringen aan haar Zwitserse, bitchy oma. Die niet van slapjanussen, knoeierts, rot-routes of boomstammen door haar ramen houdt…

Een gruwelijk vakantieverhaal over een bitchy oma
Tekst en foto’s – Anna Denise Floor

Er is bijna niets saaiers, vind ik persoonlijk, dan het aanhoren van andermans vakantieverhalen. Ik vind mezelf horen praten over mijn vakantie al dodelijk vervelend. Het weer was lekker, het eten geweldig, de cultuur onovertroffen en och, het is echt zo fijn om eens helemaal lekker off the grid te zijn, weet je? Erger is het nog als de vakantiefoto’s uit de kast komen. Gelukkig krijg je tegenwoordig al gauw een iPhone in je handen gedrukt zodat je op eigen tempo kunt scrollen, maar ik ril bij de herinnering aan de urenlange slideshows die mijn opa speciaal voor ons had klaargezet op DVD.

Vakantieverhalen hoor ik dus meestal beleefd (je wilt toch nog een beetje sociaal gevonden worden) maar in stilte gepijnigd aan – met uitzondering van de verhalen in de categorie ‘gruwelijke’. Ik begrijp dat ik mijn geloofwaardigheid als geïnteresseerd medemens hiermee voorgoed verknal, maar een door een orkaan opgezogen tent of een rondreis door India met je voormalige BFF die niet meer tegen je praat is gewoon een beter verhaal. Ooit zal de verteller hier zelf ook om kunnen lachen, maar voordat het zover is doe ik het graag voor ze.

Mijn eigen gruwelijke vakantieverhalen gaan regelmatig over mijn bitchy oma, soms links en rechts wat aangedikt, maar grotendeels op waarheid berust. Mijn oma is een boel dingen. Oud (92), intelligent (tikt zo’n vier boeken per week af), sterk (woonde tot eerder dit jaar nog alleen op een berg in Zwitserland), zelfverzekerd (bestelde na 40 jaar op die berg haar brood nog steeds in het Nederlands) en geobsedeerd met tennis (Federer). Aardig, echter, is mijn oma niet.

Mijn oma houdt zich in.
Ze zal je nieuwe vriend/man een hand geven en vervolgens op de ‘vieze’ stoel zetten – “want ik weet nog niet of je een knoeiert bent of niet, maar de meeste mannen zijn knoeierts”.
Ze zal je vragen of je “nog van plan was je haar te knippen dit jaar” (antwoord ‘nee’).
Ze zal je vragen of je “altijd je grapefruit in je yoghurtbakje eet” en enkel haar wenkbrauwen ophalen.
Dat is dag 1 en dag 2.

Dag 3. Dit is de dag waarop je, als volwassen kleindochter, een lange wandeltocht slash meerdaagse excursie inplant.
Als elfjarige is dat een ander verhaal.
Moeder is naar de bakker gevlucht terwijl vader en oma ruzie maken over de beste wandelroute naar een dorpje verderop. Oma is al in geen tien jaar buiten het dorp geweest, maar is er vrij zeker van dat de route die mijn vader voorstelt “een rot-route” is.

Samen met mijn twee jongere broertjes ben ik aan het voetballen. Of nou ja, mijn broertjes zijn aan het voetballen en ik ben dennenappels naar hun hoofd aan het gooien. Voetballen voor gevorderden, level 3. Dit is tot op zekere hoogte allemaal prima (voor mij dan), tot mijn oudste jongste broertje besluit dat voetballen leuker is met stukken hout. Langs het huis ligt namelijk genoeg hout opgestapeld om een hipsterhuis van rustiek meubilair mee in te richten. Dat hoort bij een chalet. Er horen wel meer dingen bij mijn oma, maar een stuk hout door de ruiten voetballen valt daar niet onder.

Ik herinner me vooral nog hoe heerlijk veel herrie het maakte toen het stuk hout door de ruit vloog en de onmiddellijke realisatie op het gezicht van mijn broertje dat dit wellicht niet zo’n goede zaak was voor hem. Hij was de populariteitsrace bij mijn oma sowieso al niet aan het winnen, geheel buiten zijn toedoen om overigens. Ondanks het feit dat mijn broertjes liever, stiller, aardiger en socialer waren (en zijn) dan ik, houdt mijn oma gewoon niet van jongetjes. Alle mannen en jongens zijn knoeierts en slapjanussen. Behalve mijn opa, maar die is al veertig jaar dood. En nu heeft mijn broertje het raam doodgemaakt en daarmee zijn kans op een extra vijf franc aan het eind van de vakantie.

Eenmaal de trap af gelokt door het kabaal en het gejank van mijn broertje, blijken oma en vader echter nog niet het ‘rotplannen en je bent zelf eigenwijs’ station gepasseerd te zijn. Moeiteloos maken ze een pitstop bij het raam en al snel gaat de discussie niet meer over of mijn broertje wél of niet dom bezig was (wel, maar hij is acht), maar over wie de verzekeringsclaim mag indienen. Mijn oma heeft immers ‘de beste verzekering, nog afgesloten door je vader’ en mijn vader heeft ‘daar zijn twijfels bij en bovendien een prima aansprakelijkheidsverzekering’.

Mijn broertjes en ik besluiten in een opblaasbadje te gaan zitten om de situatie bij proxy wat af te koelen. Het helpt niet veel, maar ik krijg ergens halverwege de vakantie stilletjes de vijf franc van mijn broertje in mijn handen gedrukt. ‘Dan had hij maar geen boom door het raam moeten gooien’. Ik wou dat ik kon zeggen dat ik het geld op zijn minst met de arme jongen gedeeld heb, maar ik geloof dat ik er kauwgom van gekocht heb. Wellicht lijkt ik meer op mijn oma dan ik zou willen toegeven. Daarnaast, kauwgom is duur in Zwitserland.

Zomerherinnering Anna Denise Floor - Oh Marie!
Zomerherinnering Anna Denise Floor - Oh Marie!
Alle zomerherinneringen lezen?
Back to the Breakfast Club door Jonas van der Zeeuw
Zomerhuisje aan zee, maar dan anders door Vera Bertens
Herinneringen aan een Amerikaanse zomer door Zita Bebenroth
Het mysterie van de verdwenen kwallen door Wendel Visser
Een les popgeschiedenis door Casper Boot
Feestjes, etentjes, Papiaments en blonde kraaltjesharen door Iris Vank
Herinnering met een Zeer Onverwacht Einde door Marloes de Vries
Op vakantie in Oostenrijk? Vermoord een paraglider! door Jasper Smit
Spaanse Pablo’s en een harpoenincident door The Holy Kauw Company

Zomerherinnering van The Holy Kauw Company (a.k.a. Mireille&Arno)

Zomerherinnering - Mireille en Arno van Elst - Oh Marie!
Mireille en Arno zijn niet alleen geliefden, maar vormen ook samen The Holy Kauw Company. Ver vóór ze heerlijke (en prachtige) foodconcepten bedachten, brachten ze hun jaren ’80 zomers los van elkaar door op Spaans grondgebied. Mireille maakte de disco’s op Ibiza onveilig en Arno de Middellandse Zee. Dit laatste moet trouwens erg letterlijk genomen worden, zoals je in deze nieuwe editie van de zomerherinneringenreeks lezen kan.

Spaanse Pablo’s en een harpoenincident
Tekst en foto’s – Mireille van Elst

Ah, de zoete zomerherinneringen van de jaren ’80. Onze heerlijke zomervakanties waren in de jaren ’80 minstens 6 weken lang en het enige wat we deden was onbekommerd plezier maken. Het is lang geleden en we moesten diep graven maar uiteindelijk kwam de ene na de andere herinnering bovendrijven.

Omdat we in leeftijd een paar jaar schelen hebben we de tachtiger jaren beide in een totaal andere dimensie beleefd. Terwijl Arno nog verwoed aan zijn kubus zat te draaien en op zijn verjaardag olijk de klas rondging met de welbekende jaren ’80 uitdeel-egel, luisterde ik aan één stuk door zwijmelend naar de zelf opgenomen Prince cassettebandjes op mijn Sony walkman en werd ik voor het eerst dronken van de gifgroene en chemische Pisang Ambon met jus.

Arno bracht zijn vakanties door in het vakantiehuis van zijn ouders in het Spaanse El Campello en ik ging met mijn ouders mee op familiebezoek op Ibiza.

De zomers in het toen nog niet met jetset toeristen overspoelde Ibiza waren fantastisch. We aten met grote families heerlijke paella aan lange tafels, zwommen ’s nachts in zee met de vriendjes van mijn neefje en nichtje en ik ging samen met mijn zusje naar de plaatselijke disco om ons te vergapen aan de knappe Spaanse Pablo’s.

Mijn oom had op Ibiza een restaurant aan een mooi strand waar mijn vader ’s avonds af en toe de beschonken restaurantgasten naar huis taxiede. Mijn vader werd met zijn donkere haar en dito jaren ’80 snor altijd aangezien voor Spanjaard. Zo ook door de Nederlandse gasten die hij op een avond naar huis bracht. Ze bespraken onbeschaamd en openlijk de sappige details van hun seksleven daar op de achterbank van de auto in de veronderstelling dat de Spaanse chauffeur geen flauw idee had waar ze het over hadden. De arme mensen vielen nog net niet flauw toen mijn vader ze bij het afscheid, in hun bloedeigen taal, vriendelijk bedankte en nog een fijne avond wenste.

Arno ging in diezelfde zomer een paar honderd kilometer verderop snorkelen in zee met een vriendje en had stiekem de harpoen van zijn vader mee gesmokkeld. Zijn vriendje wilde het levensgevaarlijke ding ook wel eens proberen. Arno waarschuwde hem nog dat hij heel voorzichtig moest zijn. Het vriendje had zijn waarschuwing waarschijnlijk verkeerd begrepen want hij kwam een halve minuut later boven water met de harpoen dwars door zijn vinger geschoten. Het arme jong zat 10 minuten later in zijn zwembroekje met zijn flippers nog aan en de duikbril nog op zijn hoofd bij de dokter met door zijn wijsvinger een enorme pijl van de harpoen. De gereedschapskist van de dokter moest er aan te pas komen om het ongemak te verwijderen. Een hilarisch tafereel aldus Arno.

Zo zijn wij ieder geheel op eigen wijze, zorgeloos en met veel plezier de jaren ’80 zomers doorgekomen. Allebei met een schat aan nostalgische herinneringen die door het schrijven van deze blogpost weer even allemaal voorbij kwamen.

Alle zomerherinneringen lezen?
Back to the Breakfast Club door Jonas van der Zeeuw
Zomerhuisje aan zee, maar dan anders door Vera Bertens
Herinneringen aan een Amerikaanse zomer door Zita Bebenroth
Het mysterie van de verdwenen kwallen door Wendel Visser
Een les popgeschiedenis door Casper Boot
Feestjes, etentjes, Papiaments en blonde kraaltjesharen door Iris Vank
Herinnering met een Zeer Onverwacht Einde door Marloes de Vries
Op vakantie in Oostenrijk? Vermoord een paraglider! door Jasper Smit

Een erg lekker recept met veredeld vogelzaad

Quinoa fruitsalade - Oh Marie!
Ik vind quinoa een beetje een moeilijk product. Alleen de naam al. Kie-nóa noemde ik het. Blijkt het kì-noa te zijn. Jemig. Kaas kan je maar op één manier uitspreken. Of brood. Maar ja, die zijn de duivel. Want daar zitten gluten in. Of melk.

Ik schrijf dit niet omdat ik tegen heilige huisjes wil trappen. Of om tegendraads te zijn (alhoewel ik wel graag van het gebaande pad afwijk). Maar ik vind dat voedsel tegenwoordig zo moeilijk wordt gemaakt. Hou me ten goede, ik vind dat we ons heel erg bewust moeten zijn van het effect dat ons voedsel op het milieu heeft. Maar om nou ineens veredeld vogelzaad te eten (wat veel van die superfoods in feite zijn) om me gezond te voelen? Neh. Dat hoeft voor mij niet zo. Maar hé, allemaal maar een mening hè. Als iemand blij wordt van het eten ervan: blije mensen maken endorfines aan. En blije mensen dragen bij aan de wereldvrede. Dus vooral lekker blijven doen waar je je goed bij voelt natuurlijk.

Daarbij: ik lunchte pas bij vrienden en at daar de meest fantastische quinoa fruit salade. Mijn tafelgenoten zagen mij op een stadium zelfs smachtend naar de bijna lege schaal kijken en gunden mij ook de restjes nog. Zo lekker was het.

Zo zie je maar, ook de grootste scepticus is met een natte vinger te lijmen.

Je bent nu vast wel benieuwd naar het recept? Komt ie.

Ingrediënten voor de quinoa fruit salade met honing-limoen dressing
(Het spreekt voor zich dat je zoveel of weinig kan maken als je wil – pas daar wel de hoeveelheid fruit en vooral ook dressing op aan!)

Gekookte quinoa (volg voor bereiding de aanwijzingen op de verpakking)
Blauwe bessen
Aardbeien (in blokjes gesneden)
Mandarijnen (in partjes)
Mango (in blokjes gesneden)
Blaadjes munt in stukjes gesneden
Olijfolie
Limoen
Honing

Schep de gekookte quinoa, het fruit en de munt door elkaar. Maak in een aparte schaal de dressing van olijfolie, limoen en honing. Mix door de salade. Bewaar een paar hele blaadjes munt om het gerecht te garneren.

Gemakkelijk, snel en gezond. Precies zoals ik mijn voedsel graag heb. Je kan er eventueel ook nog dit water met een tropisch smaakje bij serveren. Nog zo’n gezond recept. Ik zou er bijna trek in een friet kapsalon van krijgen…