Berichten

Dag in dag uit, waar blijft de tijd?


Ach, ons Jetje is allang geen peuter meer. Ik wil niet klef gaan doen over hoe snel ze groot wordt enzo (want dat kinderen groot worden heeft niet alleen voordelen, het is ook nogal zinloos om je te verzetten tegen iets wat onvermijdelijk is) maar ik vraag me wel regelmatig af waar de afgelopen vier jaren gebleven zijn. Jet is, nu ze vier is, eigenlijk gewoon heel groot en ook nog heel klein. Erg toe aan school, maar niet omdat ze stierlijk vervelend is, maar omdat haar interesse in de wereld om haar heen steeds groter wordt. 

Als ik dan tóch klef moet doen (oké, oké): ons consultatiebureau vraagt je voorafgaand aan een afspraak altijd een vragenlijst in te vullen waar je ook begrippen die op je kind van toepassing zijn moet omcirkelen. Ik kom dan altijd uit op ‘vrolijk, grappig, nieuwsgierig, eigenwijs, eigenzinnig en energiek’. Ja sorry, ik kan het ook niet helpen. Ze lijkt nu eenmaal erg op haar vader (alleen ‘eigenwijs en eigenzinnig’ komen van mij, geloof ik).

Enfin. Afgelopen december verhuisde ze, om de baby die in januari op de planning stond, naar een nieuwe kamer. Niet alleen een minder babykamer-achtige, maar ook een die past bij haar leeftijd. Met meer gesatureerde kleuren en minder tot geen pastels. Met (neon)roze, maar vooral ook met donkerblauw, oker, (donker)groen, paars en marsala (of wijnrood).

De kamer is al maanden klaar. Het enige wat er naar mijn idee nog ontbrak was een bureautje. Ik vond dit oude, metalen exemplaar voor € 7,50 bij een kringloop die helemaal niet zo fantastisch is (lees: waar ze echte onvervalste rotzooi verkopen, maar dan ook échte rotzooi) maar waar ik (misschien wel om die reden) wel al de meest geweldige meubels vandaan heb gehaald. Het okergele wandkastje naast haar bed (met al haar Cars autootjes erin – ik schreef recent een column over die liefde) komt er bijvoorbeeld ook vandaan. Het bureau bleek helemaal uit elkaar te kunnen, waardoor ik het echt mooi strak kon verven. Ik gebruikte er de kleuren nachtblauw en turquois van Edding voor en liet het tafelblad zoals het was. Alleen het pennenbakje spoot ik over.

Als ouder heb je hele romantische ideeën over zo’n bureautje. Maar nu het ding er staat, wordt er niet aan gezeten, maar blijkt het gewoon een ordinaire shitbowl op kindformaat te zijn. Er wordt Lego op uitgestald, tekeningen, knutselwerkjes, steentjes, takjes, dode hommels, Cars parafernalia, zand en wat een vierjarige nog meer naar haar hol sleept. En mocht je je afvragen wat die bloem daar op dat tafeltje doet: Jet plukt graag bloemen. En ze vindt niets mooier dan dat ze die clandestien geplukte bloemen op haar eigen kamer in een vaas mag houden. Dat gedrag zal wel onder het kopje ‘eigenzinnig’ vallen. Of het is een indicatie dat ze later als ze groot wordt, inbreker wordt. Of winkeldief. Aan de andere kant: het is met mij ook redelijk goed gekomen, dus misschien is het gewoon een fase.

About the little desk I thrifted for our daughter’s room, that I refurbished and that’s now used as a shitbowl by our little girl (because, let’s be frank: all tables are basically shitbowls and magnets for all kinds of junk, aren’t they?) And some words about our daughter and the room she moved to after the birth of her baby sister.

…and nothing else matters


Lichtjaren geleden solliciteerde ik op een stageplek (doe je dat, solliciteren op een stageplek? Ach, boeiend). Ik weet zelfs nog de naam van de man met ik het sollicitatiegesprek had. Zijn voornaam was namelijk Cor en dat vond ik een oneindig ouderwetse naam voor zo’n jonge vent. Hoe dan ook, het gesprek verliep goed en ik hoopte dan ook vurig dat de stageplek voor mij was. Dagenlang hoorde ik niks, ook niet op de dag dat hij me zou bellen om me al dan niet mee te delen dat ik de plek niet zou krijgen.


In die tijd was ik nog niet zo assertief dat ik dan zelf ging bellen. Ik mocht dan wel secretaresse willen worden, bellen vond ik doodeng. Maar na al dat wachten werd ik best een beetje boos. Waarom liet die man niks van zich horen? Toen ik hem dus uiteindelijk wel zelf belde, kwam hij met de slapste smoes in de geschiedenis van het universum: “Ja sorry, in gedachten heb ik je al tien keer gebeld. Helaas hebben we nu geen plek voor een stagiaire.” Gee, thanks! For nothing! Bij de bank, waar ik later een hele leuke stageplek kreeg, noemden we zulke situaties altijd leermomenten. Als er dan niks zinnigs uit een situatie kwam, had je er allicht iets van geleerd. Ik was in dit geval in een klap van mijn bel-angst af.


Waarom deze ellenlange introductie? Omdat ik in gedachten al tien keer een blogpost geschreven heb. Aan goede voornemens ontbrak het namelijk niet, die laatste weken van mijn zwangerschap. Ze uitvoeren bleek een te grote opgaaf, zo blijkt wel uit de radiostilte hier. Die weken waren dan ook druk. Met 36 weken moest het hele huis nog omgegooid worden, mijn nieuwe werkruimte ingericht, waarna Jet naar mijn oude werkkamer verhuisde en het aller- allerlaatst de babykamer klaargemaakt kon worden. Ja, iets met prioriteiten…maar aangezien we in mijn familie aan olifantendrachten doen, leek het me onwaarschijnlijk dat ik met 36 weken zou gaan bevallen. En dat klopte gelukkig ook. (En was het wel gebeurd, dan was ik genadeloos afgestraft voor mijn naïviteit. Nog een leermoment.)


Het doet er allemaal niet meer toe, zodra je dan eindelijk je kindje na al dat wachten vasthoudt. Op 29 januari werd ze geboren, ons mooie meisje en lieve zusje Cato. Het gaat goed, met haar en met ons. Jet refereert constant naar ‘hem’ in plaats van ‘haar’ (erg komisch) en vertelt iedereen die het wel en niet horen wil over haar zus.


Tijdens mijn allereerste uitstapje dat verder reikte dan de perceelsgrenzen van ons huis (zo erg was het op het laatst, gelukkig heb ik goed ontwikkelde kluizenaarsgenen) ging ik natuurlijk naar de kringloop. Ik vond er de Zweedse kast die perfect past op Cato’s kamer. Voor de rest alvast een foto van Jet’s nieuwe kamer. Er volgt nog meer. Maar echt. Maar nu eerst weer even terug naar de bel die Cato heet. Want voor ik het weet is ze op haar brommer weg voor ik goedemorgen zeg.

(En dan nog even dit: ‘mijn’ WOWN! crew lanceerde gisteren – na maanden keihard werken – hun volledige WOWN! collectie, die zij in samenwerking met Kwantum ontwikkelden. Wat een werk en wat een prachtig resultaat! Lees op wown.nl alles over de officiële lancering en over de collecties van Anki, Suzanne en Souraya die vanaf 19 maart in de winkels liggen!)

Once again, it’s going to be legenmerry!


Ik heb het gehaald, de eindstreep die zwangerschapsverlof heet. Ik heb zelfs nog, tussen het halen van wat voelde als een miljoen deadlines (dankzij een verweekte hersenpan, de helft minder energie én zuurstof dan normaal – laat ik wel wezen) nog wat kerstversiering in huis weten aan te brengen. Champagne problems, ik weet het. Maar de laatste maanden waren desalniettemin teringdruk, zeker als je voornoemde perks of being pregnant in het grote geheel meeneemt. 


Maar, de kerstversiering dus. Ik vond bij de kringloop in Antwerpen prachtige gekleurde kerstballen, die ik in de kamerden hing die het hele jaar door als kamerplant fungeert en met kerst als kerstboom. Ik vind het hele ritueel van het halen van een kerstboom ontzettend leuk, maar voel me ieder jaar weer bijzonder schuldig over het feit dat we die bloedig opgekweekte kerstboom na een maand keihard bij het grof vuil zetten. Dit is – wat mij betreft althans – een geweldig alternatief. Verder kon ik eindelijk mijn Meri Meri advent stadje in het feitelijk speciaal daarvoor aangeschafte antieke wandrek zetten. De kleine marquee letters bovenop het wandrek zijn van HEMA.


Voor de rest is de versiering zoals altijd een samenraapsel van vintage, nieuw en een beetje vreemd. Ik doel hierbij, om maar eens een voorbeeld te noemen, op het kalkoenbloempotje (ik heb er even geen ander woord voor) in de hal dat ik bij de kringloop vond. Een vondst waar een Zeer Geliefd Familielid over zei: “Wie koopt zoiets?!”. Ik kan blijkbaar zelfs mijn bloedeigen familie, toch de mensen die inmiddels wel wat van mij gewend zijn, nog choqueren met mijn kringloopvondsten.

Verder word ik heel erg gelukkig van de roodkoperen kerstster die ik bij de kringloop vond en die zo prachtig bij het roze dressoir past. De kerstkaart ernaast is trouwens ontworpen door Ruth Hengeveld, je kan hem hier kopen.




Wil je andere kerstinspiratie zien? Voor zover het chaotische archief van dit blog dat mogelijk maakt, zette ik een paar van mijn favoriete kerstblogposts op een rijtje. Onder andere die ene Addams Family-geïnspireerde die ik samen met Anne maakte, alweer twee jaar geleden. Je kan via het zoekmenu ook zelf op ‘kerst’ zoeken, maar wees gewaarschuwd: je komt dan in een brei terecht die vergelijkbaar is met mijn bovenkamer…ook als ze niet onder invloed van zwangerschapshormonen staan. Je bent gewaarschuwd! ;-)

Hele fijne feestdagen gewenst, lieve allemaal!

Kerst 2016
Addams Family – kerstinspiratie voor niet-traditionele types
Een vintage houten kerstster in een nieuwe jas
Papieren 3D sterren

Fifi


Ik heb er al weleens over geschreven in mijn column voor het AD: ik heb een kringloop bucketlist. Daarop staan zaken die ik Heel Graag een keer wil vinden, maar waarvan ik tevens weet dat dat waarschijnlijk nooit gaat gebeuren (al is het wel gelukt met een vintage Moomin speelhuis, lees hier maar eens).


Toen ik jaren geleden (het huis van) Martine voor het eerst bezocht, werd ik verliefd op haar huisdier Fifi. Fifi is geen kat ofzo (sowieso vind je die niet bij de kringloop), maar een hondje van keramiek dat feitelijk mooi is van lelijkheid. (Al zullen de meningen daarover verdeeld zijn.) Hoe dan ook, ik wilde sinds ik ooit die ene blik op Fifi wierp, ook een Fifi vinden. En daarom kwam ze met stip op één op mijn kringloop bucketlist te staan. Waar ze na al die jaren nog steeds stond, want Fifi’s blijken nogal schaars te zijn, in de wereld in het algemeen.


Een tijdje geleden opende Martine sinds lange tijd weer haar Instagram verkoopaccount. Alwaar ze ook afscheid nam van Fifi. Kringloop bucketlist of niet, ik ga dan niet puristisch lopen zitten te staan te doen en vasthouden aan het voornemen om zelf een Fifi te vinden. Ik had namelijk toch allang ondervonden dat dat een kansloze missie was. Dus adopteerde ik Fifi. Martine blij dat Fifi in een (zeer) liefdevol huis terecht kwam en Molly blij dat zij niet meer de enige in huis is die de hele dag met haar tong uit haar mond rondloopt. Wat overigens geweldige beeldrijm oplevert:


Eind goed, al goed.

About our new pet Fifi, a ceramic dog I adopted from my friend Martine.

Kringwinkelschatten


Afgelopen weekend vierde ik mijn verjaardag in Antwerpen met mijn Lief. We deden niet veel bijzonders, alleen al door ’t Stad lopen vind ik heerlijk. Of, in mijn geval begint het steeds meer op waggelen te lijken, maar dat mag als je bijna 30 weken zwanger bent. (Niet dat het er daar eleganter van uit gaan zien, maar ik troost me met de gedachte dat een zwanger topmodel evengoed op een stadium zal gaan waggelen. So be it.) 

Antwerpen is nog altijd één van mijn lievelingssteden. Je rijdt er in afzienbare tijd naartoe en er is zoveel te zien en te bezoeken dat je er dagen door zou kunnen brengen. De stad is aan de ene kant prachtig en aan de andere kant lelijk, het stationsgebied is vermoedelijk voor de komende 50 jaar een bouwput (allemaal zoals het een wereldstad betaamt), je kan er heerlijk eten (een doodgewoon broodje gezond in een obscuur café is al een traktatie)…en er wonen Vlamingen. Ik vind Vlamingen een verademing met hun prachtige taal en hun vriendelijke, beleefde ingetogenheid. (Waar je je als Nederlander altijd een onwijs botte schreeuwer naast voelt…wat we waarschijnlijk ook zijn, hahaha). Ik doe de Vlamingen met een dergelijke korte karakterschets uiteraard ook direct te kort, maar ik wil maar zeggen: ik zie Antwerpen graag. Geen betere plek om op je verjaardag met je Lief doorheen te waggelen dus.


Voor we de stad bezochten, maakten we een korte stop in Merksem, waar ik De Kringwinkel bezocht. Merksem ligt ten noorden van Antwerpen en daarom op de route (ik ben zeker niet roomser dan de paus, maar met omrijden zou je het principe van recycling via de kringloop weer ruimschoots compenseren met de CO2 uitstoot van je auto – stof tot nadenken). Het is trouwens helemaal niet per se zo dat ik altijd epische spullen vind bij die kringloop, maar het is gewoon fantastisch om een kringloop over de grens te bezoeken. In buitenlandse kringlopen liggen immers weer totaal andere spullen dan in Nederland. Daarbij vonden de kringloopgoden het blijkbaar tijd voor een verjaardagscadeau, want dit bezoekje wierp op z’n zachtst gezegd zijn vruchten af.


Ik vond er de blauwe kan, prachtige vintage gekleurde kerstballen van glas, het glazen vierkante – tja, wat is het eigenlijk? – prismading (zie hierboven rechts) en nog meer, zelfs. Daarbij verspreidt De Kringwinkel in België het (gratis) Kringmagazine, een sympathiek magazine dat niet alleen gaat over de sociale functie die de kringwinkels in Vlaanderen vervullen, maar ook over het belang van hergebruik, de eerste belangrijke stap in een circulaire economie (een onderwerp waar ik al eens over schreef toen ik het voormalige Tropicana in Rotterdam bezocht). Het magazine benadert het onderwerp vanuit zo’n positieve invalshoek, dat je er gewoon vrolijk van wordt. Een dergelijke positieve benadering van een wereldomspannend probleem vind ik uitermate sympathiek en hoopgevend. En dat is toch wel wat we nodig hebben, niet? Positiviteit en een beetje hoop.

“Door mee te stappen in de opgejaagde idefix van kopen en produceren, vergeten we haast dat we maar één planeet hebben.” Zomaar een zin uit het Kringmagazine. Je zou er toch bijna voor omrijden.

Last weekend I visited Antwerp and my favourite thriftshop in Merksem with my Love. About the epic loot I scored and about how much I love Antwerp and the kind people of Flanders.