Berichten

Kalm aan en rap een beetje


Twee jaar geleden (manmanman, waar blijft die tijd) volgde ik een workshop weven bij Nom. Na veel vragen van lezers over de weeftechniek, maakte ik er zelfs een aantal instructiefilmpjes over. Om het daarna zo beu te zijn dat ik de hele rotzooi onderin een kast smeet en er twee jaar niet naar omkeek.

Die filmpjes kwamen weer van pas toen ik het weven weer op wilde pakken. Zo snel als mijn dochter namelijk nieuwe vaardigheden leert, zo snel zakken nieuw geleerde vaardigheden weg als je boven de 30 bent. En dan blijkt zo’n compleet verwaarloosd YouTube kanaal toch nog ergens goed voor te zijn. (Niet dat ik ook maar een seconde de ambitie heb gehad om fulltime vlogger te worden, dat laat ik aan de generaties na mij over. Ik weet hoe bejaard dit klinkt, maar het houdt de zaken lekker overzichtelijk. Bloggen kan je in je pyjama, voor een vlog moet je je jezelf toch íets van een kapsel aanmeten en – erger nog – jezelf aankleden. Dus voor iedereen die dacht dat bloggers altijd in een keurig opgeruimd huis wonen met hun gezicht strak in de lak: guess again. Wij zetten álles in scene. Als je een blogger tegenkomt die het tegendeel beweert, dan liegt ie. Neem dat maar van mij aan.)


Weven is een geweldige handvaardigheid want je kan het zo moeilijk maken of makkelijk houden als je zelf wil. Ik hou zaken graag gemakkelijk, ik wil alleen maar een beetje ontspannen en rommelen met bolletjes wol (alleen het bij elkaar zoeken van de kleuren is eigenlijk al leuk, een beetje zoals voorpret ook bijna leuker is dan het moment zelf) en daarna iets in elkaar zetten waar ik direct tevreden mee ben. (Ik stond helaas vooraan bij het uitdelen van het ongeduld én het perfectionisme…dat had ik beter niet kunnen doen.) Ik ga dit weefwerkje met pompoms combineren, een idee dat ik zag bij WednesdayWeaving en allerlei andere fantastische wevers wiens werk je niet te vaak moet bestuderen omdat je er dan acuut weer mee wil stoppen.


Pompoms maak je natuurlijk niet meer met een kartonnetje, maar met een pompommaker. Een apparaatje dat zo slim is uitgevonden dat ik ieder basisschoolkind dat nog met kartonnetjes moet klooien adviseer direct in staking te gaan tot er pompommakers worden aangeschaft. Degene die die dingen heeft uitgevonden stond vast achter mij in de rijen van ongeduld en perfectionisme. Maar besloot van zijn of haar vloek een zegen te maken.

Zover ben ik nog niet, vandaar dat weven. Het is de perfecte manier om eens even een beetje rustig te worden. En wel rap een beetje.

In desperate need of some relaxation, I picked up weaving again after a two year break. My own super neglected YouTube channel with homemade weaving instruction videos came in pretty handy again, since everything I learned about weaving was entirely erased from my memory (short-term memory loss is one of the many perks of having been pregnant once. The only thing I will never forget is our child, which is quite a relief!). I love weaving. It’s a low-profile craft (once you know what you’re doing ;)) and without too much effort, the result is pretty satisfying. And on top of things: it’s meditating. That’s something I can really use these days!

Curiouser and curiouser!


Curiosa ~ zelfst.naamw.
Uitspraak: [kyri’joza]
Wonderlijke voorwerpen die iemand de moeite waard vindt om te bewaren.

Ik ben er gek op. Op het woord ‘wonderlijk’, maar ook op wonderlijke voorwerpen. En op de wonderlijke ontmoetingen die ik regelmatig heb tijdens het zoeken naar wonderlijke voorwerpen.

Over dat laatste zou ik een boek kunnen schrijven. Over Marktplaatsontmoetingen (de man die ons een commode verkocht en ons een uitrijkaart van de parkeergarage van zijn werk gaf zodat we gratis in de stad konden parkeren. Ik was zwanger en zijn dochter had net een tweeling gehad. Ik stel me zo voor dat roze wolken ver te zoeken zijn als je net een tweeling hebt gekregen, maar opa zat er zéker op) en kringloopgesprekken (zoals die keer dat ik Jet bij de kassa optilde en de dame achter de kassa zei: “Wat haal jij daar nu voor een leukerd tevoorschijn?”). Én over de gesprekken die ik (vrijwillig en onvrijwillig) opving in de kringloop.

Zo weet ik dat er mensen zijn die het concept ‘cholesterol’ een verzinsel van de overheid vinden. En dat er iemand achter de kassa van een kringloop werkt die vloeiend Zweeds spreekt (daar kom ik zo op terug). En dat vooral de bezoekers van de kringloop een soort perfecte mini-samenleving vormen. Oud en jong, al dan niet met een lekker kleurtje (zoals mijn schoonzus altijd zo prachtig zegt), rijk(er) en arm(er), ietsisten, gelovigen of ongelovigen…ze vormen een hoopvolle mengelmoes tussen al die oude rotzooi. Het bewijst maar weer eens hoe goed schatgraven voor een mens is.

Of misschien maak ik dat ervan hoor, ik drijf immers zelf op een roze wolk als ik in de kringloop ben.


Ik hoef dus niet eens per se met zooi thuis te komen, een goede anekdote is ook goed. Zo bezocht ik een kringloop waar ik het wonderlijke glazen vogeltje vond. Bij het afrekenen dacht ik gepast te kunnen betalen, maar bleek 50 cent tekort te komen. Waarna zich het volgende gesprek ontvouwde:

Verkoper: “Nee, het is 1 euro, geen 50 cent.”
Ik: “Oh, duh. Ik let niet op. Ik heb nog wél Zweedse Kronen in mijn portefeuille, accepteer je die toevallig?” *knipoog*
Verkoper: “Ach, Zweden. Mooi land is dat.”
Ik: “Ja, ik ben er gek op. Het is er zo prachtig. Ik ga er graag heen.”
Verkoper: “(…)”
Ik: “Jaaaa…?” *schaapachtige lach..*
Verkoper: “…maar je spreekt dus geen Zweeds.”

Deze verkoper sprak gewoon Zweeds. En ging er blijkbaar vanuit dat iedere gemiddelde toerist met een liefde voor Zweden dit ook doet. Zijn verraste blik ook, dat ik geen jota bleek te begrijpen van wat hij zei. Of zou het een hele onlogische versierpoging zijn geweest, dat kan natuurlijk ook. Zag hij ons al naar een goudomrande Zweedse horizon huppelen. Het zal wel niet, want ik spreek geen Zweeds.

Maar het was hoe dan ook hilarisch. Verwarrend, maar hilarisch.

Meuk is dus geluk. In de vorm van een zeegezicht, in een glazen puddingvorm met anker of een vreemde vogel. Al dan niet één die in de kringloop werkt en vloeiend Zweeds spreekt.

Curious ~ adjective
[kyoo r-ee-uh s]
Inexplicable or highly unusual, odd, strange.

Marktplaats (our Dutch Craigslist) and thriftshops are not just a great source for curious objects, they are also the place where I had the most curious encounters and conversations in my life. Better yet: a good story to come home with is as rewarding as a great second hand find. I could write a book about my Marktplaats transactions (about the man who sold us an old dresser when I was pregnant with Jet. He allowed us to park free on his compagny’s car park so we didn’t have to walk long for lunch afterwards. His daughter just had twins and allthough I don’t think one is on cloud 9 when she just had twins, the granddad certainly was) and thriftshop encounters (the Dutch salesclerk that appeared to speak fluently Swedish or the conversation I overheard two people claiming that cholesterol is a government conspiracy).

Junk is happiness and an endless source of inspiration to me. Whether it comes in the shape of an old painting, a glass pudding mould, a weird glass bird or all of a sudden being spoken to in Swedish and having no clue what someone’s telling you. Or having to rethink the whole concept of cholesterol, for that matter. ;-D

Moonrise Kingdom


Vroegâh, toen ik nog klein en schattig was (inmiddels ben ik geen van beide meer, haha), hadden mijn broer en ik een speelwigwam. Een exemplaar uitgevoerd in hysterisch oranje en met een print volledig in strijd met artikel 1 van onze grondwet, want heel erg stigmatiserend wat betreft indianen versus cowboys. Alsof er bij Wounded Knee niet al genoeg ellende was aangericht, zullen we maar zeggen. 

Naast die afbeeldingen heb ik nog meer herinneringen aan die tent: hoe hij een instant knus gevoel gaf als je erin speelde. Hoe gemakkelijk hij ook omviel. En hoe warm het erin werd als je er in de zomer in speelde. Kamperen vind ik vreselijk (iedereen die zijn vrije tijd vrijwillig in een tent door wil brengen heeft mijn diepe respect), maar de aantrekkingskracht van zo’n speeltentje begrijp ik helemaal. Je zou als volwassene soms zelf nog een speeltent willen hebben. Als een soort stoffen, mobiele happy place. Maar goed, dat heeft weer een hoop praktische bezwaren. Tenzij je van kamperen houdt, natuurlijk.


Een speeltentje stond dus hoog op mijn verlanglijstje voor Jet. Dat is zo leuk als je kindje nog klein is: dat je er nog verlanglijstjes voor kan hebben. En bovenal: dat dat verlanglijstje nog niet ter discussie staat. Ik geniet daar nog maar even van, want de dag dat er discussies gevoerd moeten worden over foute vriendjes breekt waarschijnlijk een stuk sneller aan dan ik me nu voorstellen kan.

Jet vindt dit door MisterDesign gesponsorde tentje van Ferm Living gewéldig. Of beter nog: een geweldige opslag voor al haar Nijntjes en de rest van de inboedel van haar slaapkamer. Zo is ze voor de foto’s vooral bezig geweest om er de inhoud van haar kasten en Nijntjehuis naartoe te verplaatsen. Waarbij ik weer blij was dat ik niet geboren ben als knuffel-Nijntje, want dat ging er allemaal niet bepaald zachtzinnig aan toe.


Iedere keer als Jet in haar tentje zit, nodigt ze me heel genereus uit om ook in haar tent te komen spelen. Om er vervolgens zelf naast te gaan zitten, want ik vul dat hele ding uit, dat snap je. Maar hoe leuk is het, om de magie van zo’n simpel speeltentje weer door de ogen van je kind te zien. Die ook nog eens lekker stevig staat en die is uitgevoerd in eenvoudig grijs-wit, zonder een door volwassen opgedrongen beeld over bepaalde bevolkingsgroepen. Dat is nog eens een happy place. Ze moesten er een volwassen uitvoering van maken, de wereld zou er een stuk van opknappen.


Short ’n sweet: about our daughter’s new Ferm Living play tent, sponsored by MisterDesign.

Een getoeëerde biker op een bloemschikcursus


Ken je dat? Dat je naar een kringloop gaat, daar iets ziet liggen, het niet direct meeneemt en dat het vervolgens weg is? Ik speel graag dit Russisch roulette-achtige spelletje in de kringloop. Nou ja, graag…op de een of andere manier overkomt het me nogal eens. Soms twijfel ik namelijk of ik een item mee moet nemen en dan laat ik het lot de afloop bepalen.

Hetzelfde overkwam me met dit hangbloempotje. Ik viel op zijn kleur, maar de vorm vond ik…twijfelachtig. Tot ik hem, toen ik nog eens terugliep naar het schap waar hij lag, niet meer terug kon vinden. Toen brak het zweet me toch een beetje uit. Ik kon me namelijk niet voorstellen dat er nog iemand anders in die kringloop rondliep met dezelfde twijfelachtige smaak als ik. Nou, dat was dus ook zeker niet het geval, want ik keek gewoon niet goed. Hij lag er nog.


Ik zag wat in die gekke groen-bruine kleur. Sowieso hou ik heel erg van keramiek met een matte afwerking. Dat is nu mode, maar jaren geleden was het dat ook. En dan ook nog in de meest bizarre kleurstellingen. Zo ben ik in het bezit van een bloempotje in de kleur Denim Drift. Toen het nog geen Denim Drift heette, maar gewoon vergrijsd blauw. Of beter nog: “obscure mix van blauwtinten”. Want aan obscure kleurmixen deed men veelvuldig in de jaren ’70.

Gelukkig tegenwoordig dus ook weer. En ik hou daarvan. Omdat vreemde, gesatureerde kleuren het zo goed doen bij pastels. Ze halen het schattige van pastels af. Ze zorgen ervoor dat je huis er niet als een goedkope, maar als een interessante snoepwinkel uitziet, zogezegd. Pastels gecombineerd met zwart, bruin, donkergroen of wijnrood zou je kunnen vergelijken met een bloemenoma die stiekem van heavy metal houdt. Of juist een heavy metal fan die van bloemschikken houdt.

Ik gaf het hangpotje een (verbeterd) uiterlijk door hem met nieuw paracord op te hangen en er blankhouten kralen aan te rijgen. Het paracord kocht ik ooit eens bij Action, maar het is ook in alle soorten en maten op internet te koop. De kralen koop je onder meer bij Pipoos, maar ik vond eens een lading bij de kringloop.


Op mijn werkkamer staat een bruin mokje dat ik tijdens een kringlooprondje met Marij vond. Marij heeft iets waar ik van droom, maar wat in mijn geval nooit van de grond zou komen: een webwinkel in vintage. Als je het nu hebt over het combineren van pastels met donkere kleuren, dan moet je bij Marij zijn. Zij doet dat als geen ander.

Het bruine mokje is handgemaakt en heeft een kleur bruin die niet op beeld te vatten is. Ik zou het beschrijven als pastelbruin, als er al zoiets bestaat. Prachtig. Hij zorgt voor de perfecte vleug heavy metal in mijn snoepwinkel. Als een zwaar getatoeëerde biker in ZZ top stijl op een bloemschikcursus.

Last week I thrifted this hanging planter and the cute brown mug. The color of these items take off the sugar sweet edges of pastels and make a pastel coloured interior look less like a cheap candyshop. In my humble opinion, that is. Black, brown, burgundy and dark green combined with pastels are like a sweet old grandmother that secretly likes heavy metal. Or like a heavy metal fan that attents a flower arranging course. They make an interesting, edgy combination.

I also have a weak spot for ceramics in matte, obscure colours and lucky for me, thriftshops are cramped with weird coloured ceramics from the 70s. If you’re looking for more inspiration on this matter, make sure to take a peek at my friend Marij’s webshop in vintage. She’s the queen of combining pastels with dark, saturated colours. 

M’n liefje, m’n rotan duifje

Rotan - Oh Marie!
Er is in Utrecht een lampenwinkel waar heel vaak een kat tussen de lampen in de etalage ligt te slapen. Een positieve double whammy, want het dier wordt van onderen verwarmd door de centrale verwarming en van boven door de lampen. Wat is dat toch met katten? Molly wil ’s zomers niet in de volle zon liggen, maar wel op zolder, waar het dan ongeveer 300 graden is. Momenteel ligt ze weer dagenlang boven de verwarming te frituren. Niet zo gek dat je dan de hele dag ligt te tukken, ik zou ook super lethargisch worden van die hitte.

Maar goed, die winkel trekt dus altijd mijn aandacht door die kat. Volgens mij is zo’n kat zelfs een super goed uithangbord voor je winkel, tenminste…als je doelgroep uit een hoog percentage kattenliefhebbers bestaat. Niet dat ik er ooit wat gekocht heb…of nou ja, inmiddels wel, maar wel via een hele lange omweg. 

Rotan - Oh Marie!
Bij de kringloop hing al een tijdje de lamp op deze foto’s. Ik vond hem leuk en ik bleef aan hem denken (dit klinkt als een hele slechte Tinder-anekdote) dus besloot ik hem, toen hij er na een aantal bezoekjes nog steeds hing, mee te nemen (een slechte en creepy anekdote, zelfs).

Op de een of andere manier vind ik kringloopspullen nog aantrekkelijker als ze sporen van hun afkomst dragen. Bij de kassa zag ik dat er een sticker in het plafondkapje zat met daarop ‘De Duif, Utrecht’. Die naam deed ergens ver achterin mijn hoofd een belletje rinkelen. Na lang graven (want sinds mijn zwangerschap zitten herinneringen goed opgeborgen, wat vast iets te maken heeft met de evolutie die niet wil dat ik mijn kind vergeet, dus houdt mijn nageslacht voor de zekerheid permanent zo’n 60% van mijn hersencapaciteit gegijzeld) realiseerde ik me dat De Duif die winkel is met die kat. Ik mag dan berucht zijn om het vermelden van niet ter zake doende zijwegen, die plot zag je natuurlijk wel aankomen na alinea 1.

Rotan - Oh Marie!
Mijn Duif lamp heeft een hoog jaren ’70-rotan-studentenkamer-gehalte en in feite pleeg ik enorme stijlbreuk door het ding mijn interieur binnen te slepen. Maar hij heeft zoiets gezelligs, iets Scandinavisch-achtigs. Dat Scandinavische- jaren ’70-rotan-gevoel is bij uitstek een gevoel dat bij de winter past, vind ik ook. Van de combinatie stickertjes, katten en een gebrek aan zonlicht gaat een mens blijkbaar gekke dingen doen. Dat belooft wat voor de komende maanden. Je bent alvast gewaarschuwd.

In Utrecht there’s this lighting shop with a cat often sleeping in its window. She sleeps among the lights, on top of a heater, which always makes me wonder what it is with cats and super hot sleeping spots. (our cat Molly for example, hates immediate sunlight on her body, but does like to sleep in the attic during Summer when it’s about 400 degrees there.) Anyway, I never bought anything there, until last week when I thrifted this wicker lamp in my home town that, as it turns out, comes from that shop in Utrecht. At least, that’s what the super vintage sticker that’s on it says. It’s not an item you’d typically find in my interior, but it has this cozy Scandinavian 70s dorm room-y feeling. Or, in my words: this super cozy winter-y feeling. One can make strange moves when she hasn’t seen the sun for weeks, so I’m curious what the rest of this dark season will make me bring home.