Berichten

Zoeken naar schatten en praten over schatten


Mijn favoriete gespreksonderwerp aller tijden is, nu komt het hoor, hou je vast…vintage. Ik kan er, en dan overdrijf ik geloof ik niet, uren over praten. Dat doe ik dan ook geregeld met medeschatgravers. Er worden soms zelfs foto’s uitgewisseld, alsof we het over onze huisdieren of kinderen hebben. Nou ja, waarom ook niet. Op een goede vondst mag je immers ook trots zijn. 

Als ik niet over vintage praat, dan schrijf ik erover. Hier, in het AD of op vtwonen.nl. Het is, kortom, een eindeloze bron van plezier en inspiratie. Bijna iedere dag realiseer ik me hoe fantastisch het is dat ik het eigenlijk constant over mijn favoriete onderwerp mag hebben zonder dat mensen met hun ogen gaan rollen. (En dat als ze dat toch doen, ik het niet zie. Nog een groot voordeel aan het freelance tekstschrijver zijn.)


Ik hield me in tijdens mijn kringloopbezoeken dit jaar in Denemarken en Zweden. Het risico bestaat namelijk dat je op een gegeven moment per definitie iets mee wil nemen van de kringloop. Gewoon omdat het kan, niet omdat het – om met Marie Kondo te spreken – écht plezier doet ontvlammen (wat een vrij slechte vertaling is van ‘to spark joy‘). De grap is: ik merk dat die ene vuistregel de zoektocht naar gave dingen alleen maar leuker maakt. Gewoon omdat je niet altijd iets vindt. Áls je dan wel iets vindt, dan…nou ja, sparked het joy. Het is misschien een open deur, maar dan wel een die ik nog in te trappen had. Het is daarbij heerlijk om thuis te komen van vakantie en niet allerlei extra meegebrachte zooi een nieuwe plek te hoeven geven.

Ik vond nog genoeg spullen hoor, daar niet van. Maar van deze maakte mijn hart stuk voor stuk een sprongetje. Van de roze en witte Kähler vazen en Avvento kerstboompjes bijvoorbeeld. Dat zijn nu echt dingen die je alleen in Scandinavië bij de kringloop vindt. Of van de vintage, zachtroze perforator. Plastic autootjes in pastelkleuren of een blauw-wit gestreept blikje. Een krat voor Molly waar ze trouwens niet in wil liggen. En van de geweldige, handgedraaide theepot met stippen.

En wat het allermooiste is: het is nog steeds genoeg om uren over vol te praten.

This year’s Scandinavian thriftfinds: a pink and white Kähler vase and two Kähler Avvento candle holders, a vintage soft pink hole puncher, a blue and white striped tin, pastel coloured toy cars, a beautiful hand turned ceramic teapot and a bright yellow cat crate our cat refuses to sleep in. Of course, how could we ever think she’d prefer a crate over a crappy cardboard box?!

 

Nee, de Wednesday Addams van het Jaar verkiezing zal ik niet winnen

Editorial The Addams Family - Oh Marie!Als kind was ik bang voor B.A. uit The A-team. Dat geeft goed weer hoe hoog mijn mate van angsthazerigheid was. Volgens mijn familieleden hoefde ik de begintune van The A-Team maar te horen of ik was de kamer al uit.

Wel lekker rustig.

Misschien was dat ook wel de reden waarom niemand op het idee kwam om me te vertellen dat B.A. bij de ‘goodies’ en niet de ‘baddies’ hoorde. Ik zou nog eens moeten navragen of dat het delen van dat belangrijke detail gewoon nooit in ze opgekomen is, of dat ze het verzuimden te vertellen uit leedvermaak. In dat laatste geval had mijn familie model kunnen staan voor de Addams Family. Ikzelf zal daarentegen helaas nooit in aanmerking komen voor de Wednesday van het Jaar verkiezing.

Een angsthaas was ik. Om het nog wat verder te illustreren: mijn ouders hebben lange tijd een streng censuurbeleid in huis moeten voeren om te voorkomen dat ik hele nachten van angst lag te huilen in mijn bedje. De moeder van Dombo wordt vastgeketend door een gemene circusdirecteur? Ik moest huilen. Urbanus deed een wit laken over zijn kop en deed een spook? Ik moest janken. Mijn arme ouders hadden een dagtaak aan het wissen van video opnamen. En dat was in de tijd van de videorecorder nog helemaal geen sinecure. Voor je het wist had je niet alleen Dombo, maar ook een aflevering van Twin Peaks gewist. Een serie die trouwens helemaal nokkienokkie zit met doodenge scenes. Iemand was zo vriendelijk om ze voor je te verzamelen in een filmpje op YouTube. Als zelfs uilen niet zijn wat ze lijken te zijn (the owls are not what they seem), dan is een serie – hoe gedateerd ook – niet Marlousproof.

Als bangerik was je nergens veilig. Niet in de Efteling, waar die doodenge draak in het Sprookjesbos je ieder moment kon aanvallen. Ik herinner me nog levendig hoe báng ik voor dat mormel was. Zelfs de tv-gids thuis bleek een angstboobytrap te zijn. Degene waar wij lid van waren bijvoorbeeld toonde boven iedere kolom een fotootje van de highlight van wat er die dag op dat kanaal te zien was. Súper goed idee om dan die doodenge clown uit It daar te plaatsen. Want kinderen kijken natuurlijk nóoit in die gids. Ik heb de film nooit gezien. Maar uit de verhalen van kinderen uit mijn klas (die een clandestiene It-kijkavond organiseerden toen hun ouders uit eten waren – dat moet wel, want geen weldenkende ouder laat zijn 10-jarige kind toch naar die film kijken?!) maakte ik op dat It geen film voor mij was. Dat fotootje in postzegelformaat bevestigde dat nog eens extra. It heeft er in zijn eentje voor gezorgd dat clowns wereldwijd tot op de dag van vandaag aan ernstige imagoproblemen leiden. Ik heb nog een hekel aan clowns, alleen maar door dat ene fotootje. En had ik al genoemd dat ze aankondigingen van horrorfilms in de jaren ’90 nog keihard voor 7 uur ’s avonds uitzonden? Dat mag tegenwoordig niet eens meer. It’s a hard knock life!

Door schade en schande wijs geworden raakte ik bijzonder bedreven in het ontwijken van Enge Films en Series. De enige keer dat ik me heb laten verrassen door een Enge Film was die keer dat Finding Nemo in de Sneak Preview van de bioscoop draaide. Dat wist ik, want op Radio 3 maakte ze dat altijd bekend. Helaas bleek Kill Bill ook in de Sneak te draaien. Dat detail had ik even gemist. Ik herinner me nog dat ik na die eerste heftige openingsscene dacht (of eigenlijk hoopte) dat het nog om voorfilmpjes ging. Ik heb hem helemaal uitgezeten. En heb daarna bijzonder slecht geslapen. Het enige verschil met vroeger was dat ik er niet bij gehuild heb.

The Addams Family zag ik trouwens ook. Wel toen ik al wat ouder was. Ik heb hem helemaal afgekeken en vond hem hilarisch.

Misschien dat ik bij de volgende Wednesday Addams verkiezing toch maar eens mee moet doen.

Zomerherinnering van Jonas van der Zeeuw

Zomercolumn Jonas van der Zeeuw - Oh Marie!
We kunnen hier uitgebreid een boom op gaan zetten over de zomers van onze jeugd. Over zomerliefdes. Vakanties in Frankrijk. Ruzie met je ouders omdat je niet mee wil naar dat pittoreske kerkje. Vieze Franse campings. Ranzige snelwegtoiletten. Lekke luchtbedden. Maar ook ellenlange dagen langs het strand. Stripboeken lezen. Lummelen. Cassettebandjes luisteren…

Maar dat doen we niet.

We laten het onze favoriete bloggers, schrijvers en Oh Marie! fans doen. De komende weken lees je iedere vrijdag op Oh Marie! over hun mooiste, grappigste, liefste of aandoenlijkste jaren ’80 en ’90 (zomer)herinneringen. We zijn niet alleen heel erg trots dat zij deze persoonlijke herinneringen met ons willen delen, maar óók dat ze en masse hun analoge fotoarchieven in zijn gedoken (of hun familie aan het scannen hebben gezet) voor de bijbehorende foto’s!

Jonas bijt vandaag het spits af en reist als een echte Michael J. Fox terug in de tijd naar zijn jeugd in de jaren ’80.

Back to the Breakfast Club
– Tekst en foto’s Jonas van der Zeeuw

De jaren ’80. De basis die voor een hele generatie blijft plakken als betonkleurige Ben Bits kauwgom onder een schoen met klittenband. In die tijd kon je nog gewoon met al je vriendjes op de Atari 2600 spelen bij de pedofiel uit de buurt, zonder dat de bakstenen en glasscherven je om de oren vlogen. Zolang je gewoon niet alleen ging, was er niets aan de hand. Dat wist je als kind.

Voor mij was het een verwarrende tijd. Ik worstelde vooral met ‘wie of wat’ ik imago-gewijs was en/of wilde zijn. Die blonde aangespoelde krullenbol op een onbewoond eiland samen met Brooke Shields? Een tijdreizende Michael J. Fox? Of tóch die stoere gast uit The Breakfast Club. Hoe vaak had ik mijzelf al, zoals deze laatste, in gedachte over de bovenzijde van de plafondtegels in de musicalruimte op school richting de nooduitgang zien kruipen. Een podium was namelijk wel het laatste waar ik gelukkig werd.

Als krullebol op een eiland met Brooke Shields zat er ook niet in. Ik had weliswaar een plakboek vol foto’s van Brooke (vanaf plakboek nummer twee mocht ik ‘Brooke’ zeggen), maar werd verliefd op Wendy Keijzer. Wendy was het eerste in mijn leven dat lekkerder rook dan Play-Doh klei. Ik rook Wendy al ver voordat ze met haar tennisracket voorbij kwam fietsen terwijl ik buiten speelde. Totaal onbereikbaar was ze. Wendy speelde tennis op hoog niveau. Ik speelde met een wandelende tak en pikte He-Man poppetjes van buurjongetje Vincent, door ze tijdens het spelen stiekem te begraven in zijn voortuin. Wanneer het regende staarde ik naar buiten, terwijl ik luisterde naar Jermaine Jackson & Pia Zadora’s When the rain begins to fall. Hopende een glimp van Wendy op haar fiets vangen, me nooit realiserende dat er op natte gravel niet gespeeld werd. Wendy had me ooit langer dan 10 seconden aangekeken en ik was verliefd tot op het bot. Later bleek dat er een stuk rijstwafel zat geplakt waar ik meer dan 25 jaar later symbolisch mijn, soort van, baard heb laten groeien.

Op het schoolplein was ik een brave dromer die altijd exact wist op welk moment ik moest beginnen met rennen om nog net op tijd het tuinhek thuis te halen, zodat ik nét niet in elkaar geslagen werd. Een route die ik dagenlang kon finetunen tot ik na een reeks incasseringen besloot dat Goliath uit de buurt maar eens kopje onder in de zandbak moest. Even liep, herstel rende, herstel sprintte ik op wolken. Maar die stoere gast uit The Breakfast Club zat er door de beperkte houdbaarheid van dit kortlopende euforisch moment toch echt niet in helaas.

Uiteindelijk koos ik door het leven te gaan als Michael J. Foxende tijdreiziger. En mijn god, wat is dat goed gelukt zeg. Ik ben blijkbaar eind jaren tachtig in een DeLorean DMC-12 gestapt en ben met een alles doorklievende snelheid naar de zomer van 2015 gescheurd.

Mijn Mooierooie (Wendy eat your heart out) stapt in en in de achteruitkijkspiegel kijk ik in de ogen van ons oogverblindend en oorverdovend mooie vogeltje, die luistert naar de naam Raaf. Wat is de tijd voorbij gevlogen. Hij kijkt me trots aan en even voel ik mij als die stoere gast uit The Breakfast Club. En terwijl ik wil uitstappen, zingt mijn zoon: “Don’t You, Forget About Me…”.

Alle zomerherinneringen lezen?
Zomerhuisje aan zee, maar dan anders door Vera Bertens
Herinneringen aan een Amerikaanse zomer door Zita Bebenroth
Het mysterie van de verdwenen kwallen door Wendel Visser
Een les popgeschiedenis door Casper Boot
Feestjes, etentjes, Papiaments en blonde kraaltjesharen door Iris Vank
Herinnering met een Zeer Onverwacht Einde door Marloes de Vries
Op vakantie in Oostenrijk? Vermoord een paraglider! door Jasper Smit
Spaanse Pablo’s en een harpoenincident door The Holy Kauw Company (a.k.a. Mireille&Arno)

De Kleine Prins – editorial

De Kleine Prins - Editorial Oh Marie!

“Jij bent voor mij maar een klein jongetje als alle andere kleine jongetjes’, zei de vos. En ik heb je niet nodig. Ik ben voor jou een vos als alle andere vossen. Maar als je me tam maakt, dan zullen we elkaar nodig hebben. Dan ben je voor mij enig op de wereld en ben ik voor jou enig op de wereld. […] Je blijft altijd verantwoordelijk voor wat je tam hebt gemaakt.”

Ik typ deze editorial met ons getemde dier Molly op schoot. Ze mag dan wel veel overeenkomsten met een theemuts hebben, ze is wel een hele assertieve theemuts. Die letterlijk haar ruimte claimt. Ik heb zelfs nog geluk, want het komt vaak voor dat ze over mijn beide armen in slaap valt. Probeer dan maar eens een editorial te typen.

Molly is dusdanig getemd dat ze bijna niet meer op een kat lijkt, maar eerder op een levende knuffel. Die evenveel liefde nodig heeft als de favoriete knuffel van de gemiddelde kleuter, trouwens.

De enige stille getuige van Molly’s ongetemde voorouders is de wijze waarop ze iets besluipt. Soms besluipt ze per ongeluk een blaadje of een steen, maar de wijze waarop ze ze besluipt is onbetwistbaar wild te noemen.

Molly klimt niet en zit het liefst op haar kontje in de tuin een beetje om zich heen te kijken. Of te dutten. Zet je de tuindeur open, wandelt ze rustig naar buiten, de tuin van de buren in. Op een gegeven moment zijn we daar maar mee gestopt. Want het wordt toch een beetje gênant, om steeds weer bij de buren aan te bellen met de vraag of je je kat mag komen ophalen. Wat trouwens ook zielig is voor de buurtkinderen die Molly op dat moment al rondrijden in hun poppenwagentje en zich al aan haar gehecht hebben. Getemd of niet, opportunistisch zal ze altijd blijven.

Hoe meer knuffels je haar geeft, hoe groter de kans dat jij vanaf dat moment haar beste vriend bent. Tot ze iemand tegenkomt die nog kroelbaarder is. Bijvoorbeeld iemand waar ze bovenop kan liggen omdat diegene met griep op de bank ligt. Er gaat niets boven 24 uur warmhoudgarantie.

Molly loopt ook graag kasten in. Ze is altijd in mijn buurt, dus zodra ze ineens in rook opgegaan lijkt te zijn, dan weet je dat je de kasten die je in het laatste half uur open hebt gehad even na moet lopen. Grote kans dat ze erin zit. En dan kijken met zo’n gezicht van: “O, maar ik zit hier gewoon even te chillen hoor, niets bijzonders. En ik zat al helemaal niet te wachten tot je me kwam bevrijden, maar toevallig was ik wel net klaar met mijn dutje hier, dus stap ik nu weer uitgerust naar buiten.”

Molly is ooit getemd. Ze is zelfs gecreëerd door de mens. En hoe. Ze weet niet beter, maar ik had toch een snuit voor haar gewenst. En een iets groter gereedschapskistje om overlevingstechnieken uit op te diepen in noodsituaties. Alhoewel je misschien ook als wilde kat niet zo heel veel anders kan doen dan een dutje als je per ongeluk opgesloten raakt in een stapel truien.
Alhoewel, zoveel kledingkasten zullen er niet staan op de Afrikaanse savannen. Laat staan kasten met truien.

Molly is voor ons de enige, allerliefste poes op de wereld. We zijn verantwoordelijk voor haar, zo lang ze leeft. Of dat wederzijds is? Dat ligt er maar net aan of er geen kindjes met poppenwagentjes in de buurt zijn. Of of er iemand in dit huishouden getroffen wordt door een griepvirus. Toch maar voor alle zekerheid een slot op de tuindeur kopen…

De komende zes weken is onze website een Kleine Prins planeetje. De website is al omgetoverd in Kleine Prins sfeer, dankzij Nana Sakata die de prachtige illustraties bovenaan verzorgde. Wil je je eigen planeetje in Kleine Prins sfeer brengen? Dat kan! Je kan Nana’s wallpapers hier downloaden. Op zoek naar een andere sfeer? Bekijk dan al onze downloads hier.